De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8"— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8

3 inhoud Gesloopt gesteente (par. 6) Verweringsmateriaal in beweging (par. 7) De opbouw van het laagland (par. 8)

4 Al het gesteente verweert, maar hoe?
Verwerings- materiaal Vast gesteente Waar ligt het gesteente en waar het verweringsmateriaal?

5 Hoe verweert het gesteente bij 1 en 2?
A Water in spleten bevriest en zet uit 2 B Water met humuszuren tast het gesteente aan door het oplossen van mineralen 1 Chemische verwering Fysische verwering

6 Chemische en fysische verwering

7 Wat zijn de gevolgen van verwering?
Chemische verwering Fysische verwering Een dikke verweringslaag die steeds dikker wordt Verbrokkeld gesteente rolt en valt naar beneden

8 Karstverschijnselen: een bijzondere vorm van chemische verwering

9 Karstverschijnselen Kalksteen lost niet zomaar op in water.
Dat gebeurt alleen als het water zuur is. Kalksteen lost niet zomaar op in water. Dat gebeurt alleen als het water…

10 Karstverschijnselen Grotten zijn in het verleden ontstaan doordat de de kalksteen in het grondwater oploste. De druipsteen is pas gevormd nadat het grondwater gezakt is, de grotten zich hebben gevuld met lucht en water door de kalksteen sijpelt. De opgeloste kalk in het water slaat neer en vormt de druipsteen. Wat is eerder ontstaan, de grotten of de druipsteen?

11 Karstverschijnselen De waterhuishouding van karstgebieden is erg gecompliceerd. Vooral na een regenbui kan het gevaarlijk zijn in de grotten te gaan. Hoe komt dat? Het stelsel van grotten is enorm vertakt. Hierdoor zakken rivieren de grond in, stromen ondergronds verder en komen ergens anders weer tevoorschijn.

12 Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…
Chemische verwering verloopt sneller als -de temperatuur … -de vochtigheid … -het gesteente … Chemische verwering verloopt sneller als - de temperatuur hoog is - de vochtigheid hoog is - het gesteente bedekt is Fysische verwering verloopt sneller als -de temperatuur … -het gesteente … Fysische verwering verloopt sneller als - de temperatuur sterk wisselt - de temperatuur regelmatig de 0°C passeert - het gesteente bloot ligt

13 Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…
C D Op welke plaats of plaatsen vindt nauwelijks fysische verwering plaats? B en D

14 Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…
C D Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste chemische verwering plaats? D

15 Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…
C D Op welke plaats of plaatsen vindt zowel chemische als fyschische verwering plaats? A

16 Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…
C D Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste fysische verwering plaats? C

17 Verwering van de tropen tot de polen
75˚NB Bij welke breedteligging horen de volgende uitspraken? 50˚NB 20˚NB A De dikste verweringslaag B Sterke fysische verwering (2x) C De sterkste chemische verwering D Zowel chemische als fysische verwering

18 Verwering van de tropen tot de polen
B Sterke fysische verwering 75˚NB D Zowel chemische als fysische verwering 50˚NB B Sterke fysische verwering 20˚NB A De sterkste chemische verwering C De dikste verweringslaag

19 Verweringsmateriaal in beweging
Gesteente brokkelt af, verweert en komt door het reliëf direct in beweging… het valt het rolt het glijdt Alle verplaatsingen van verweringsmateriaal worden aardverschuivingen genoemd.

20 Verweringsmateriaal in beweging
Vier soorten aardverschuivingen: 1 Vallend gesteente 2 Bergstorting 3 Puinlawine 4 Modderstroom ►Losse stenen/rotsblokken vallen ►Rotsblokken glijden ►Een mengsel van losse stenen rolt en glijdt ►Een verweringslaag verzadigd met water vloeit naar beneden

21 Verweringsmateriaal in beweging
Aardverschuivingen zijn levensgevaarlijk. Onder welke weersomstandigheden komt materiaal vooral in beweging? A Droog en zonnig weer B Regenachtig weer C Na hevige sneeuwbuien D Als het in de lente plotseling warmer wordt A Droog en zonnig weer B Regenachtig weer C Na hevige sneeuwbuien D Als het in de lente plotseling warmer wordt

22 Verweringsmateriaal in beweging
Al het gesteente dat naar beneden valt, glijdt, rolt of vloeit, hoopt zich op onder aan de helling… Puinhelling of puinwaaier

23 De vorming van een modderstroom langs de Engelse zuidkust
Door langdurige neerslag raakt de grond oververzadigd met water. Deze grond laag vloeit langs de helling naar beneden. Een modderstroom

24 Sedimenttransport door rivieren
Bij hoog water verandert deze rivier in een kolkende stroom die in staat is om naast zand en klei ook grind en hele boomstammen te vervoeren… …maar al dat sediment zie je pas bij laag water liggen. Bij laag water vervoert deze rivier nauwelijks sediment

25 Sedimenttransport door rivieren
Rivieren transporteren enorme hoeveelheden verweringsmateriaal. Dit geeft de rivier veel kracht…

26 Riviererosie Terwijl het water hier doorheen kolkt schuren de zand- en
grindkorrels langs het gesteente. Rivierwater is in staat om dalen uit te schuren maar kan dat alleen dankzij…. Rivierwater is in staat om dalen uit te schuren maar kan dat alleen dankzij het sediment dat het gesteente uitschuurt

27 Dalvormen 1 Een rivier snijdt zich in, er ontstaat een V-dal
2 Het klimaat verandert en het hooggebergte vergletsjert 3 Door het gletsjer-ijs wordt het dal veel breder. 4 De gletsjer vervoert van alles nog wat, van grote stenen tot fijn materiaal.

28 Dalvormen De rivier als mes De gletsjer als ijslepel
Het V-vormige dal is gevormd door een zich insnijdende rivier. Een U-dal is gevormd door en gletsjer, toen het hele dal gevuld was met gletsjer-ijs.

29 Wat gebeurt er met een verweringslaag?
De bomen op de helling zorgen er voor dat het regenwater infiltreert in de grond, de verweringslaag. Het grondwater sijpelt heel langzaam naar de rivier.

30 Wat gebeurt er met een verweringslaag?
3 de rivier krijgt na een regenbui heel snel water aangevoerd waardoor de rivier snel buiten zijn oever treedt. 1 het regenwater infiltreert niet meer en stroomt over de grond snel naar de rivier. Maar wat gebeurt er met de verweringslaag en de rivier als de bomen worden gekapt? 2 een groot deel van de verweringslaag spoelt weg en komt terecht bij de rivier

31 Riviererosie In welk deel van de rivier komen de volgende foto’s voor?

32 Riviererosie bovenloop benedenloop

33 Van de bergen naar de zee
In de benedenloop stroomt de rivier door een overstromingsvlakte In de benedenloop stroomt de rivier door een overstromingsvlakte

34 Sedimentatie na elke overstroming
Het overstromingswater stroomt traag of staat stil waardoor al het vervoerde materiaal sedimenteert…

35 Sedimentatie in de overstromingsvlakte leidt tot…
dikke pakketten sedimentlagen Doordat overstromingsvlakten vaak ook langzaam wegzakken gaat de sedimentatie door en vormen zich dikke pakketten.

36 Delta’s Zodra de rivier in zee stroomt laat deze al het sediment vallen. Er bouwt zich geleidelijk nieuw land op in zee, een delta.

37 Sedimentatie na elke overstroming
Zodra de rivier in zee stroomt laat deze al het sediment vallen. Er bouwt zich geleidelijk nieuw land op in zee, een delta.

38 De kustlijn, van zandbank tot duin

39 De kustlijn, van zandbank tot duin
Stroming langs de kust zorgt voor aanvoer van zand; de golven die het strand op spoelen leggen het zand op het strand, de zandbank wordt zo hoger.

40 De kustlijn, van zandbank tot duin
De wind doet vervolgens de rest… Het zand op het strand wordt opgewaaid en vormt duinen

41


Download ppt "Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8"

Verwante presentaties


Ads door Google