Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.

Presentatie over: "Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand."— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Koude Oorlog

2 4 februari 1945 Oorlog was nog bezig In Jalta: 3 leiders komen bijeen:
Amerika: Roosevelt Groot-Brittanie: Churchill Rusland: Stalin De Grote Drie: Wat zou er in Europa gebeuren nadat Duitsland verslagen was?

3

4 Plannen: Roosevelt: vrije volken die in vrijheid leefden, democratie, en zelfgekozen regeringen. Churchill: bang dat het communisme zou uitbreiden. Hij wilde meer afspraken. Stalin: Rusland mocht nooit meer aangevallen worden. Ze hebben een week gepraat, en afspraken gemaakt:

5 Conferentie van Jalta Duitsland en Berlijn zouden na de oorlog verdeeld worden in bezettingszones. In bevrijde Europa zouden vrije verkiezingen komen. Er zou een internationale organisatie voor de vrede komen. 8 mei 1945: Duitsland geeft zich over. Wel bezettingszones! Geen vrije verkiezingen in sommige landen Wel vredesorganisatie: Verenigde Naties.

6

7 VN 1945: 51 landen lid. 5 grootste landen kregen vetorecht in Veiligheidsraad: GB – VS – FR – China – SU Als 1 van deze landen nee zegt, dan gaat het hele plan niet door.

8 Duitsland Juli 1945: opnieuw vergadering: Potsdam ( 2 weken)
Amerika: Truman GB: Attlee SU: Stalin. Truman was een stuk directer en bot. Ging opscheppen over een mogelijke atoombom. Werden later gebruikt in Japan.

9 Rusland wilde eigenlijk geen nieuwe afspraken maken.
Ze hadden Roemenië, Hongarije en Bulgarije bezet, en wilde dat wel houden. Stalin wilde graag dat de oorlogsindustrie van Duitsland stopte.

10 Afspraken Potsdam juli 1945
Verdeling Duitsland en Berlijn in bezettingszones mocht niet te lang duren. Duitsland moest economisch wel een eenheid blijven. Duitse fabrieken moesten stoppen.

11 Rusland ging van zijn kant van Duitsland een communistisch land maken.
Alle grond werd van de staat. VS, GB en FR gingen samenwerken. Er kwamen dus 2 blokken: Westblok: Fr, VS en GB Oostblok: SU

12 1947: Duitsland lag nog steeds in puin. Verschillende zones.
Geen eigen bestuur Geen economische groei. Andere landen hadden ook problemen met economie. Truman was boos op SU. Hij wilde vrijheid en democratie. Communisme was een gevaar, volgens Truman.

13 1947 Oplossing Truman: Marshallplan.
Geld geven aan landen om hun economie op te bouwen, zodat ze niet voor het communisme kiezen.

14

15

16

17

18

19 Marshallplan Oostblok mochten er geen gebruik van maken van de SU.
Zij kregen een communistische economie. Om Marshallplan goed te kunnen invoeren. Kreeg West-Duitsland een nieuwe munt: Duitse Mark. Stalin was het hier niet mee eens! Duitsland zou economisch een eenheid blijven!

20 Blokkade van berlijn Stalin was zo boos, dat zijn leger alle wegen naar West-Berlijn blokkeerde. VS, GB en Fr moesten Berlijn maar verlaten. Ze gaven niet op: voedsel werd gebracht via luchtbrug. Na 9 maanden gaf Stalin op.

21 Duidelijk 2 blokken: Westen met West-Duitsland wordt kapitalistisch met goede economie en verkiezingen. Oosten wordt communistisch. Door de blokkade wist iedereen dat Stalin gevaarlijk was. VS wilde West-Europa beschermen. Start NAVO:

22 NAVO Leden: West-Europa, VS en Canada.
De VS beschermden ons met atoombommen tegen de Sovjet-Unie. West-Duitsland werd lid.

23 1955 2 Duitslanden: West: Bonds Republiek Duitsland (BRD)
Oost: Duitse Democratische Republiek (DDR)

24

25 Einde paragraaf 1