Hoofdstuk 2: Wisselkoersen

Presentatie over: "Hoofdstuk 2: Wisselkoersen"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2: Wisselkoersen

2 Wisselkoers Waarde van een munt uitgedrukt in een andere valuta. Koers van een euro van $0,85, betekent dat 1 euro gekocht kan worden voor 85 dollarcent.

3 Valutamarkt Geheel van vraag en aanbod van valuta’s. De wisselkoers komt tot stand door vraag en aanbod op de valutamarkt: Vraag naar de euro Alle buitenlandse partijen die de euro nodig hebben om in het land iets te kunnen kopen/beleggen of investeren. Hoeveel er gevraagd wordt staat aan de ontvangstenkant van de betalingsbalans. - Buitenlandse importeurs - Nederlandse exporteurs

4 Aanbod van de euro Alle binnenlandse partijen die iets in het buitenland willen kopen/ beleggen of investeren. Hoeveel er aangeboden wordt staat aan de betalingskant van de betalingsbalans. - Nederlandse importeurs - …

5 Vragers en aanbieders op de betalingsbalans.
- Internationale handel in goederen en diensten Reageert vooral op prijs/kwaliteitverhouding = Concurrentiepositie - Internationale beleggingen Reageert vooral op rendement van de beleggingen= Hoogte van de geldmarktrente - Internationale investeringen Reageert vooral op aantrekkelijkheid van investeren in dat land = Investeringsklimaat & afzetverwachtingen

6 - Vraag naar munt stijgt - Vraag naar munt daalt
Appreciatie Depreciatie Stijging van de wisselkoers als gevolg van veranderingen in vraag en aanbod van de munt. Daling van de wisselkoers als gevolg van veranderingen in vraag en aanbod van de munt. - Vraag naar munt stijgt - Vraag naar munt daalt - Aanbod van munt daalt - Aanbod van munt stijgt

7 Verandering van de wisselkoers;
Overschot betalingsbalans & gevolg wisselkoers Ontvangsten uit export > uitgaven door import  Overschot op betalingsbalans  Vraag naar munt > aanbod van munt  Appreciatie Wisselkoers stijgt  Rentestijging & gevolg wisselkoers Buitenlandse beleggingen in Euroland stijgen Rentevoet Euroland stijgt  Vraag naar euro’s op valutamarkt stijgen Appreciatie Wisselkoers euro stijgt Concurrentiepositie stijgt & gevolg wisselkoers 1. Export stijgt  Concurrentiepositie Euroland stijgt  Vraag naar euro’s op valutamarkt stijgt  2. Import daalt Aanbod van euro’s op valutamarkt daalt  Appreciatie

8 Flexibele wisselkoers
Vaste wisselkoers Wisselkoers die onbeperkt kunnen schommelen. Wisselkoers die wordt vastgelegd met een andere munt. Voordeel: Voordeel: + Automatisch verdwijnen tekorten of overschotten op de betalingsbalans door aanpassing wisselkoers. + Meer zekerheid en minder risico’s voor exporteurs en importeurs  Meer internationale handel + Overheid heeft veel beleidsvrijheid. Nadeel: - Tekorten of overschotten op betalingsbalans zullen niet zomaar verdwijnen door aanpassing van wisselkoers. Nadeel: - Onzekerheid & risico’s voor exporteurs & importeurs.

9 Revaluatie Devaluatie Verhoging van de vaste wisselkoers. Verlaging van de vaste wisselkoers. Revaluatie & saldo lopende rekening: Devaluatie & saldo lopende rekening: Revaluatie munt  Devaluatie munt  Internationale concurrentiepositie daalt Land wordt goedkoper tov andere landen 1. Export daalt  Internationale concurrentiepositie stijgt Minder ontvangsten uit buitenland Meer vraag naar producten uit dat land 2. Import stijgt  Export stijgt  Meer uitgaven aan buitenland Saldo lopende rekening daalt Saldo lopende rekening stijgt

10 § blz. 32 ... ... ... ... ... ... ...

11 Verandering van de wisselkoers;
2. Door inflatie in Euroland, daalt de geldmarktrente in Euroland. Voor sommige Amerikaanse beleggers zijn de rendementen in Euroland te laag geworden. Ze hebben geen behoefte meer aan euro’s = vraag euro’s daalt. Koers van de euro gaat omlaag.

12 Verandering van de wisselkoers;
3. Door inflatie in Euroland, daalt de geldmarktrente in Euroland. Voor sommige Amerikaanse beleggers zijn de rendementen in Euroland te laag geworden. Ze hebben geen behoefte meer aan euro’s = vraag euro’s daalt. Koers van de euro gaat omlaag.