Hst 2: ZOA: Een regio in beweging

Presentatie over: "Hst 2: ZOA: Een regio in beweging"— Transcript van de presentatie:

1 Hst 2: ZOA: Een regio in beweging
Ifugao, een inheems volk op de Filipijnen. Kolossale rijstterrassen die dreigen te vervallen doordat boeren wegtrekken.

2 P2.3 Ontwikkelingsprocessen vanaf 1975
Afgelopen 15 jaar enorme economische groei gehad. De betrokkenheid van het oude moederland wordt steeds minder, terwijl de interregionale handel in ZOA steeds belangrijker wordt.

3 Koploper Singapore Singapore het meest welvarend land van de 4 tijgers. Singapore richtte zich eerst op distributie en later op kennisintensieve industrieën. Kennisintensieve industrieën leidde ertoe dat er vandaag de dag ook veel Research & Development te vinden is.

4 De tweede generatie tijgers
Thailand, Maleisië en Indonesië Sterke economische groei sinds jaren ’90, vanwege de lage lonen  industrialisatie (+ export van grondstoffen). Door export van grondstoffen trad er ruilvoetverslechtering op.

5 Ruilvoetverslechtering (ongunstige ruilvoet)
1 ton = 100 euro Grondstoffen Arm Land Rijk land Kosten: 3000 euro Luxe producten 10 Koelkasten p.st: 300 euro

6 Ruilvoetverslechtering

7 De tweede generatie tijgers
Thailand, Maleisië en Indonesië Sterke economische groei sinds jaren ’90, vanwege de lage lonen  industrialisatie (+ export van grondstoffen). Door export van grondstoffen trad er ruilvoetverslechtering op. Oplossing: Importsubstitutie.

8 Importsubstitutie Oplossing?  IMPORTSUBSTITUTIE (letterlijk: Import vervangend) Overheid besloot om eindproducten zelf te produceren, omdat invoer van eindproducten vaak duur was. Hoe deden ze dit? Markt actief beschermen (protectionisme) Eigen industrie stimuleren (subsidiëren) VB: Maleisië: Automerk Proton.

9 Importsubstitutie 3 voordelen importsubstitutie
Besparing deviezen Minder afhankelijk van buitenlandse leningen (goederen duur, daardoor vaak leningen) Eigen industrie biedt veel werkgelegenheid en veel kennis. 2 Nadelen importsubstitutie Markt is snel verzadigd. Doelmatigheid neemt af door te weinig concurrentie (bedrijven worden ‘laks’).

10 De tweede generatie tijgers
Thailand, Maleisië en Indonesië Sterke economische groei sinds jaren ’90, vanwege de lage lonen  industrialisatie (+ export van grondstoffen). Door export van grondstoffen trad er ruilvoetverslechtering op. Oplossing: Importsubstitutie. Geen succes!!! Hierna richtte deze landen zich op export georiënteerde industrieën. Footloose industrieën met hoge arbeidsintensiteit verplaatsen zich momenteel naar andere lage lonenlanden zoals China.

11 Maleisië

12 Problemen 2e generatie tijgers
Economisch niet onafhankelijk. Alle economische groei dankzij kapitaal uit het buitenland. Projectontwikkelaars Corruptie  Azië crisis van 1997

13 De andere landen Vietnam en Filipijnen:
Filipijnen: Falend regeringsbeleid + politieke instabiliteit  slechte economie. Vietnam: Sterke groei van exportgeoriënteerd arbeidsintensief werk. Helaas de regionale differentiatie (verschillen) nog steeds aanwezig [noord/ zuid]. Laos, Cambodja en Myanmar (‘de verliezers’): Myanmar: politieke instabiliteit Cambodja: Extreem regime gekend en niet aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders Laos: Kent een duale economie (modern en traditioneel) en heeft als gevolg hierbij te maken met rurale-urbane migratie.

14 Relatieve voordelen Industrietakken verplaatsen zich van het ene naar het andere land, afhankelijk van de beste productievoorwaarden. Gebieden kunnen hun comparatief voordeel uitbuiten (relatief kostenvoordeel van een economische activiteit in een gebied vergeleken met andere gebieden). VB: Lage lonen met hoge arbeidsproductiviteit VB2: Goede opleidingen met hoge technologische kennis.

15 Vliegende ganzen of technologische ladder?
Flying geese model, wat was dat ook alweer ?

16 Flying Geese model ZOA is erg afhankelijk van Japan.
Naast Japan is de VS een grote investeerder. Waarbij vooral Japan een belangrijke rol speelt/speelde. (Flying geese model) [Japan motor Aziatische industrie – zie film ‘South Korea’]

17 Vliegende ganzen of technologische ladder?
Flying geese model, wat was dat ook alweer ? Technologische ladder hypothese. Gedeelte van de productiekolom wordt overgebracht naar een ander land. (outsourcen!!)

18 Thailand en de regio

19 Thailand en de regio Verklaar de groei van primaire naar secundaire/tertiare sector? Informele/formele sector Rurale differentiatie

20 Gevolgen van globalisering
Arbeidsomstandigheden (uit het oog verloren; vb kinderarbeid). Milieu Grotere regionale tegenstellingen in welvaart