2.3 Vreemde valuta.

Presentatie over: "2.3 Vreemde valuta."— Transcript van de presentatie:

1 2.3 Vreemde valuta

2 Agenda  Les 6  12-09-2011  3.3 Vreemde valuta
 leren behandelde & mk wb 2.22 tm 2.23

3 Koerstabel vv twee mogelijkheden
Voor € 1 ontvang je USD 1,3795 Voor USD 1 ontvang je € 0,7249 Verband: 1 / 1,3795 = 0,7249

4 Banken kopen & verkopen vv “bieden & laten”
Ezelsbruggetje: een bank wil altijd winst maken! Dus USD 100 is: USD 100 1,4598 € 68, USD 100 1,3605 € 73, Wie is hier dus der verkoper/koper? goedkoper (= bieden) duurder (= laten) Reken uit hoeveel USD 100 waard is…

5 Wisselprovisie Kosten die een bank in rekening brengt voor de service vreemde valuta te wisselen. Bij verkoop door de bank wordt het te betalen bedrag met provisie verhoogd. Bij aankoop door de bank wordt het te ontvangen bedrag met provisie verlaagd. Provisie wordt altijd in de thuisvaluta betaald! (In Nederland dus in €)

6 Let op… Koersen nooit afronden.
Banken willen winst maken. (zowel door koersverschil als door wisselprovisie) Ga na wie koopt of verkoopt! De bank of de klant? Maak een verhoudingstabel bij de oplossing. Bij twijfel twee vergelijkingstabellen maken…

7 Sommetje Xenia gaat op vakantie naar Zweden. Hiervoor haalt ze bij een bank SEK Koers € 1 = Hoeveel kosten haar de Zweedse Kronen, indien de bank een provisie hanteert van 2,75% met een minimum van € 4,50? Hoeveel krijgt ze terug wanneer ze bij thuiskomst SEK 250 weer inlevert? EUR 1 91, ,519007 SEK 8, ,5 € 95,10 kosten EUR 1 25, ,714999 SEK 9, ,5 € 22,50 terug Voor één euro krijg je zo min mogelijk euro en je hebt zo veel mogelijk kronen nodig om één euro te kopen. Let op provisie bij verkoop door de bank er bij en bij het inleveren van de kronen gaat de provisie er af.

8 Vragen? Aan de slag!