Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie. Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie CTD-profielen.

Presentatie over: "Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie. Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie CTD-profielen."— Transcript van de presentatie:

1 Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie

2 Excursie Meer van Luzerne Partim Biologie CTD-profielen

3 Temperatuur profielen Mixed layer: constante temperatuur Thermocline (metalimnion) op 9m Temperatuur verandering kleiner vanaf 30m tot bodem Minimum temperatuur +/- 5°C

4 Chlorofiel a profielen CTD 1 en CTD 2 vergelijkbaar profiel: Maximum in metalimnion door fytoplankton CTD 6 (afgesloten, ondiep bekken): hogere chl a concentratie in oppervlaktewater (hoger nutriënt gehalte?) Maximum op 5m Sterke afname onder 5m (hogere predatiedruk?)

5 Zuurstof profiel Metalimnion maximum tgv zuurstofproductie fytoplankton Afname met diepte: respiratie licht limitatie

6 pH - profielen pH hoog en ongeveer constant in mixed layer: CO 2 opname fytoplankton Afname pH met diepte vanaf metalimnion: CO 2 toename door respiratie CO 2 + H 2 O H 2 CO 3 H + + HCO 3 - H + + CO 3 2-

7 Alkaliniteit (µeq/l) Depth (m)CTD 1CTD 2CTD 3CTD 6CTD 6b 02,021,942,022,72,66 22,081,98 42,041,98 2,82,72 72,022 2,722,76 112,022,04 2,642,8 152,032 2,86 202,02 252,022 Diepte verandering verwaarloosbaar Geen verschil tussen CTD 1 en CTD 3 (riviermonding) Verschillen tussen bekkens CTD 6 (afgesloten bekken) hogere alkaliniteit door hogere gehalte aan bufferende stoffen

8 Specifieke Conductiviteit Typische afname ter hoogte van het metalimnion: ionen concentratie daalt door nutriëntopname fytoplankton opname Si diatomeeën carbonaat precipitatie  complexvorming andere nutriënten (draagt bij tot oligotrofie) Monding Engelberger Aa: meer chaotisch patroon door turbulentie Piek 11m, waarschijnlijk fytoplankton gerelateerd (geen chl a gegevens)

9 Lichtklimaat Alp basin: % licht versus diepte Fotische zone: 8,35 m in Alp en Horw –Ivm Bossard et al 2001: 15,1m Zomer + goed weer, minder SPM ( geen invoer smeltwater) Exctinctiecoëfficiënt: 0,08 en 0,1 in Alp en Horw resp. Te verwachten in oligotrofe meren

10 Phytoplankton gemeenschap Dinophyta –Ceratium Oligotroof, lage T en adequate O2 aanvoer Anti-predatie: grootte, stekels –Peridinium Chrysophyta –Mallomonas –Dinobryon Nutrientarme condities Anti-predatie: kolonievormend Bacillariophyta –Cyclotella Sterk begraasd door zooplankton –Asterionella Cyanophyta –Planktothrix niet abundant ivm Bossard et al. 2001

11 Zooplankton gemeenschap Rotifera Bosmina Cyclopoide copepoden –Kleinere pelagische zooplanktonspecies Vispredatie beperkt grootte Voedselgelimiteerd door kolonievormende en gewapende phytoplankton species Besluit: FP vnl nutriëntgelimiteerd –(P= 8 µg/l)  bottom-up gecontroleerd

12 Nutriënten TP berekend volgens model van Vighi & Chiaudani (1985) Correlatie tussen MEI en natuurlijke TP concentratie Dataset van verschillende grote, alpiene meren in Europa en Noord-Amerika Resultaat: 8 µg/ l : vm Bossard et al. (2001): 6,5 µg/l (gem. conc 90-99 bij volledige circulatie)

13 Winkler & Incubatie methode CTD meting om de 0,50m om de zone van maximale fotosynthese te bepalen Waterstalen genomen met Niskin bottle op 0, 2, 4, 7, 10, 15, 20 en 25m

14 Winkler & Incubatie methode Per diepte werden 3 winkler flesjes gevuld met water Per diepte: –1 flesje onmiddellijk gefixeerd en in het labo winkler toegepast om zuurstof gehalte te bepalen –1 flesje ingepakt in folie (donker) –1 flesje zonder folie (licht)

15 Winkler & Incubatie methode Op elke diepte een licht en donker flesje geïncubeerd voor 4u (in situ meting)

16 Winkler & Incubatie methode Daarna ook winkler toegepast in het labo om bruto primaire productie en respiratie te bepalen

17 Winkler & Incubatie methode Diepte (m)T0 (mg/l)Licht (mg/l)Donker (mg/l) Bruto productie (mg/l) (Licht – Donker) Respiratie (mg/l) (T0 – Donker) 07.557.857.70.15-0.15 27.557.757.50.250.05 47.67.77.650.05-0.05 77.657.55/ 108.38.258.3-0.050 158.78.8 0-0.1 208.47.958.1-0.150.3 257.87.57.8-0.30

18 Winkler & Incubatie methode Waarom klopt het niet? –4u incubatie zou te weinig zijn door ongunstige omstandigheden (teveel wolken, te weinig licht, weinig fytoplankton) –We fluctueren rond foutenmarge –4-6u wordt meestal aangeraden, liever dan langere incubaties, maar in ons geval zou 8u of meer duidelijkere resultaten geven – 14 C methode zou misschien beter zijn in oligotrofe meren –I 2 en O 2 kan verloren gaan na fixatie, maar in alkalische meren gaat er minder verloren dan in zure meren ( ~ 10 µg/l)

19 Over naar partim geologie!