Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Effectieve rekeninstructie
Het hart van het rekenonderwijs
2
Hoe verbeter ik de instructie tijdens de rekenles?
Waar moet een goede rekeninstructie aan voldoen? Hoe is de stand van zaken op mijn school? Conclusies Het vervolg……………………………….
3
Kwaliteitskaarten als uitgangspunt
Kwaliteitskaart groepsinstructie. Kwaliteitskaart verlengde instructie. Kwaliteitskaart inoefenen. Artikelen Gert Gelderblom, projectleider van de rekenverbetertrajecten van het projectbureau Kwaliteit/PO- raad.
4
Resultaten van de vragenlijst
1.Op onze school geeft men per dag gemiddeld 55 minuten rekenonderwijs. De kwaliteitskaart “Groepsinstructie Rekenen” geeft vanaf groep 3 een tijdsindicatie van 1 uur aan.
5
2. 33,6% van de leerkrachten start zijn les met een automatiseringsoefening. De anderen doen dit niet of soms. Vooral in de bovenbouw worden automatiseringsoefeningen niet meer gedaan. De PO- raad adviseert om ook in de bovenbouw aandacht te houden voor het onderhouden van het optellen en aftrekken tot 20, tot 100 en de tafels van vermenigvuldiging.
6
3. 50 % van de leerkrachten oefent het automatiseren elke dag 5-10 minuten. 50% doet dit soms of niet. Een korte oefening van elke dag van 5 min. heeft meer effect dan twee keer per week een kwartier oefenen. (kwaliteitskaart inoefenen)
7
4.De zwakkere rekenaars krijgen gemiddeld 11 minuten extra instructie per dag.
5. De zwakke rekenaars krijgen gemiddeld 11,5 minuten extra verwerkingstijd. Geef zwakke rekenaars dagelijks aansluitend op de groepsinstructie gedurende ong min. verlengde instructie. Als vuistregel kan gebruikt worden dat zwakke rekenaars een uur per week extra instructie en oefening (onder begeleiding) nodig hebben . (Gert Gelderblom, projectleider rekenverbetertrajecten Projectbureau kwaliteit PO- raad)
8
6. 83,3 % van de leerkrachten bespreekt wat het lesdoel van de dag is.
7. 8,3 % zet dit lesdoel ook op het bord en laat dit gedurende de les staan. Schrijf aan het begin van de les het lesdoel op het bord en bespreek kort met de leerlingen wat ze deze les zullen leren. Het doel staat gedurende de hele les op het bord. Aan het einde van de rekenles komt u terug op het lesdoel en bespreekt u kort wat de leerlingen deze les hebben geleerd. (Kwaliteitskaart Groepsinstructie rekenen rekenpilots)
9
91,6 % van de leerkrachten blikt met de kinderen terug op de leerstof die ten grondslag ligt aan het nieuwe onderwerp. U blikt samen met de leerlingen terug op de leerstof die ten grondslag ligt aan het onderwerp van deze rekenles. U haalt datgene wat kinderen deze les aan voorkennis nodig hebben op door hier kort enkele vragen over te stellen. (kwaliteitskaart groepsinstructie rekenen)
10
9. 100% van de leerkrachten introduceert nieuwe lesstof in een context.
Door het gebruik van contexten kunnen getallen en bewerkingen betekenis krijgen voor kinderen. Nieuwe leerstof biedt u daarom aan in voorstelbare contexten die u kort met de leerlingen bespreekt. Wanneer de leerlingen verder gevorderd zijn in een leerlijn, neemt de abstractiegraad doorgaans toe en worden contexten soms achterwege gelaten. (Kwaliteitskaart groepsinstructie Rekenen)
11
10. 75% van de leerkrachten zet de kinderen in tweetallen aan de slag om een probleem op te lossen.
De leerlingen gaan na de introductie aan de slag om het probleem dat u in de context aan de orde stelde op te lossen. U stimuleert de kinderen hun probeersels te noteren door het gebruik van kladpapier aan te moedigen. (Kwaliteitskaart groepsinstructie Rekenen)
12
11. 100% van de leerkrachten inventariseert de oplossingswijzen op het bord.
12. 83,3% waardeert alle oplossingsstrategieën. % zoomt in op de belangrijkste oplossingstrategieën. U besteedt aandacht aan de oplossingswijzen en aanpakken van de leerlingen. (Kwaliteitskaart groepsinstructie Rekenen)
13
14. 75% van de leerkracht gebruikt bij de instructie didactisch materiaal, modellen en schema’s om het denken te ondersteunen. U ondersteunt het denken van leerlingen door tijdens uw instructie gebruikt te maken van didactisch materiaal, modellen en schema’s. U dient hierbij consequent te zijn in de notatiewijze. (Kwaliteitskaart groepsinstructie Rekenen)
14
15. 75% van de leerkrachten varieert in instructievormen en instructieve werkvormen.
Instructie met gevarieerde werkvormen heeft vaak meer impact dan als alles met de groep gebeurt. (Instructie in het reken- wiskundeonderwijs op zoek naar verborgen kwaliteiten, Panama- conferentie 2011, Kees Buijs, SLO)
15
16. 58,3% van de leerkrachten maakt na de instructie de eerste opgaven samen met de grote groep kinderen. U rekent voor op de wijze waarop u wenst dat de leerlingen straks tijdens het zelfstandig werken zullen rekenen. U gebruikt de gewenste strategie die u stapsgewijs voorrekent en laat de leerlingen met u meewerken. (Kwaliteitskaart groepsinstructie Rekenen)
16
% van de leerkrachten zegt dat de andere kinderen weten wat ze moeten doen als de leerkracht verlengde instructie geeft. % van de leerkrachten zegt dat de kinderen weten met welke taken ze verder kunnen als ze klaar zijn. Voorkom dat leerlingen u storen tijdens het geven van verlengde instructie. (Kwaliteitskaart verlengde instructie Rekenen)
17
Zwakke rekenaars: voordoen- samen doen- zelf doen.
19. 91,6% van de leerkrachten stuurt bij de verlengde instructie naar één of een zeer beperkt aantal strategieën. 20. 50% van de leerkrachten laat zwakke rekenaars sommen oplossen op de manier die de kinderen het handigst vinden zolang ze maar tot de goede oplossing komen. De inhoud van de verlengde instructie sluit naadloos aan op de inhoud van de groepsinstructie, maar kies bij zwakke rekenaars voor een meer sturende didactiek Richt je daarbij op een aantal (basis)strategieën en ondersteun je uitleg met materiaal of een model. Oefen daarna samen met de leerlingen en geeft ze direct feedback.(Kwaliteitskaart verlengde instructie Rekenen) Zwakke rekenaars: voordoen- samen doen- zelf doen. (Naar beter rekenonderwijs PO- raad)
18
21. 91,6 % van de leerkrachten herhaalt de uitleg tijdens de verlengde instructie nog een keer.
De verlengde instructie sluit inhoudelijk aan op de groepsinstructie, maar is meer intensief en sturend van aard . (Effectieve instructie is het hart van het rekenonderwijs, Gert Gelderblom, special opbrengstgericht werken, Didactief september 2010)
19
22. 58,3% van de leerkrachten heeft genoeg materiaal tot hun beschikking om te gebruiken bij de verlengde instructie. 23. 83,3% van de leerkrachten maakt bij de verlengde instructie gebruik van modellen of concreet materiaal. Varieer tijdens de verlengde instructie het abstractieniveau. (Kwaliteitskaart verlengde instructie Rekenen)
20
24. 91,6% van de leerkrachten zegt dat de zwakke rekenaars niet alle vervolgopgaven hoeven te maken.
25. 75% maakt een selectie uit de vervolgopgaven. Maak een selectie van de meest relevante vervolgopgaven (Kwaliteitskaart verlengde instructie Rekenen)
21
26. 8,3% van de leerkrachten biedt ook voorinstructie/ pre- teaching.
Naast het bieden van verlengde instructie, is ook het bieden van voorinstructie een effectieve maatregel voor rekenzwakke kinderen. Hierdoor profiteren leerlingen meer van de groepsinstructie en u vergroot hiermee ook het zelfvertrouwen van zwakke rekenaars. (Kwaliteitskaart verlengde instructie Rekenen)
22
27. 66,6% van de leerkrachten geeft de zwakke rekenaars ook buiten de verlengde instructie extra rekeninstructie tijdens bijv. zelfstandig werken of een blokuur. 28. 83,3% van de leerkrachten geeft de leerlingen buiten de rekenles ook extra tijd om rekenwerk te maken. 29. 66,6% van de leerkrachten breidt de instructietijd uit door tijdens het zelfstandig werken zwakke rekenaars bij zich te roepen om extra instructie te geven of begeleid te oefenen. Veel zwakke rekenaars zijn helemaal niet dom, maar hebben gewoon wat meer tijd nodig om dezelfde doelen als hun klasgenootjes te kunnen halen. Soms hebben ze wel 3 of 4 keer zoveel tijd nodig om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. De vraag waar veel leerkrachten zich voor gesteld zien is hoe ze voldoende tijd voor deze leerlingen kunnen organiseren. (Effectieve rekeninstructie sleutel tot rekensucces, Gert Gelderblom)
23
30. 58,3% evalueert de les met de grote groep op inhoud.
31. 33,3% evalueert de les met de grote groep op proces. Evalueer de les! (Kwaliteitskaart Groepsinstructie rekenen rekenpilots). Tijdens het zelfstandig werken bijvoorbeeld loopt de leerkracht door de klas en observeert hoe leerlingen rekenen. Deze informatie gebruikt hij tijdens de nabespreking door gerichte feedback te geven op hun rekenwerk. Deze feedback is vooral effectief wanneer het kinderen inzicht geeft in hoe ze rekenen, wanneer het vertelt waarom een gekozen aanpak goed is, of wanneer het vertelt hoe een volgende keer een probleem aangepakt kan worden (Effectieve instructie is het hart van het rekenonderwijs, Gert Gelderblom, special opbrengstgericht werken, Didactief september 2010)
24
Verbeteringen instructievaardigheden t.a.v.:
Automatiseringsoefeningen; Lesdoel op het bord zetten; Samen maken van de eerste oefeningen; Ondersteunend materiaal; Sturing bij verlengde instructie; Materiaal t.b.v. verlengde instructie; Selectie vervolgopgaven voor zwakke rekenaars; Toepassen pre- teaching; Evalueren van de les.
25
Door middel van: Inhoudelijke teambijeenkomsten;
Observaties a.d.h.v. uniforme observatielijst; Consultatiegesprekken n.a.v. observaties.
26
Bedankt voor het luisteren!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.