Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAlfons Beckers Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Houdingen ten aanzien van ‘anderen’
Lilith Roggemans, Mark Elchardus & Jessy Siongers Onderzoeksgroep TOR, VUB Vage titel: contact of houding ten aanzien van mensen met andere etnie, religie, sekse of seksuele orientatie Sociale afstanden van Jessy Siongers Antisemitisme en islamofobie van Mark Elchardus Homofobie en genderongelijkheid van mezelf
2
Overzicht bestudeerde houdingen
Sociale afstanden Islamofobie Antisemitisme Genderongelijkheid Homofobie
3
Sociale afstanden Bogardus: Ik zou ze niet toelaten tot mijn land
Ik zou bereid zijn ze uitsluitend als bezoeker in mijn land te hebben Ik zou bereid zijn ze als burger van mijn land te hebben Ik zou bereid zijn ermee samen te werken Ik zou bereid zijn ze in mijn straat als buren te hebben Ik zou bereid zijn ze in mijn persoonlijke vriendenkring op te nemen Ik zou bereid zijn ermee te huwen Om deze bereidheid tot sociale contacten te bestuderen zal zoals in de Brusselse JOPmonitor vanuit een multidimensioneel perspectief gewerkt worden. Daartoe zal opnieuw gebruikgemaakt worden van Bogardus’ sociale afstandenmaat. Deze maat maakt het in tegenstelling tot de doorgaans gehanteerde etnocentrismeschalen mogelijk de wederzijdse vooroordelen van verschillende etnische of religieuze groepen te meten. Op deze afstandenmaat drukken respondenten de intimiteit uit die men bereid is te accepteren of goed te keuren in interacties die men onderhoudt met de leden van andere groepen.
4
Sociale afstanden - A’pen en gent inzelfde lijn als Brussel
Brussel wel verdraagzamer eigen groep eerst (Vlamingen, Walen, niet-gelovigen en katholieken) minst aantrekkelijke groepen: bulgaren, koerden en romazigeuners
5
Sociale afstanden Verschillen tussen brussel a’pen en gent kleiner
voor de rest gelijkaardig met autochtonen: eigen groep eerst en de minst populairen zelfde verschilpunten: Joden en Koeren (vooale Gent, veel Turkse jongeren) religie belangrijk in bepalen sociale afstanden
6
Sociale afstanden Eigen groep eerst
Gevolgd door groepen die qua taal, geografische ligging, cultuur en levensbeschouwing het meest nabij liggen Sterke intergroepsconsensus over de laagst geplaatste groepen: Bulgaren, Koerden en Roma-zigeuners Houding jongeren problematisch, grote sociale afstanden naar culturen die anders zijn dan de eigen cultuur Voor autochtonen: gemengde scholen, gemengde buurten en verenigingsleven Allochtonen: gebruik van Nederlandstalige media
7
Islamofobie Moslims zijn vrouwonvriendelijk
- -/+ + Moslims zijn vrouwonvriendelijk 25.8 37.9 36.3 De meeste moslims zijn zeer gastvrije mensen 13.8 39.4 46.8 Elke moslim is een mogelijke terrorist 67.5 20.8 11.7 Moslims moeten de kans krijgen om hun geloof te beleven in België 20.2 35.2 44.6 Veel moslims zijn criminelen 46.0 32.3 21.7 Met positieve uitspraken gaat, afhankelijk van de uitspraak, 22 a 47% akkoord, de negatieve uitspraken worden door 25 a 46% verworpen. De positieve uitspraak die de meeste instemming krijgt (47% akkoord), stelt dat moslims gastvrij zijn. De negatieve uitspraak die de meeste bijval vindt, stelt dat moslims vrouwonvriendelijk zijn (36% akkoord). De negatieve uitspraak de het meest wordt verworpen, stelt dat elke moslim en mogelijke terrorist is. 68% van de leerlingen is het daar niet mee eens. Heel opvallend is ook dat slechts 45% akkoord is met de stelling dat de moslims hun geloof moeten kunnen belijden in dit land. 20% is van oordeel dat dit niet kan en 35% houdt zich in dat verband op de vlakte. Er leven dus negatieve houdingen ten opzichte van moslims bij zowat 20 a 30% van de leerlingen. De kritiek die op de meeste instemming kan rekenen, is dat moslims vrouwonvriendelijk zijn, zich bij conflicten tegen hun gastland zouden keren, denken dat ze beter zijn dan anderen en zich altijd als slachtoffer opstellen. 35a 45% staat positief tav moslims, rest (grote groep) positioneert zich tussenin.
8
Islamofobie Inkomen Geslacht Opleiding Houdingen Schoolsamenstelling
Traditionalisme Onveiligheidsgevoelens Schoolsamenstelling Inkomen: geen effect: in strijd met theorieën die vooroordelen verbinden met condities, komt erop neer dat slechte leefomstandigheden het risico vergroten dat mensen negatieve houdingen ten opzichte van minderheidsgroepen of outgroups ontwikkelen. Geslacht: meisjes consistent in alle onderzoek verdraagzamer dan jongens Opleiding: hoger opgeleide ouders en leerlingen uit het aso verdraagzamer naar moslimjongeren Effect van opleiding wordt wegverklaard door houdingen als traditionalisme en onveiligheiodsgevoelens. Deze houdingen verklaren de meeste variatie in het model. Het effect van onveiligheidsgevoelens op de houding ten opzichte van moslims kan worden verklaard omdat onveiligheidsgevoelens in grote mate een gevolg zijn van mediavoorkeur en verwerking van gevoelens van onbehagen, veel meer dan van slachtofferschap of reëel risico. Daarom worden die gevoelens geprojecteerd op een reëel geachte en concrete bedreiging. Wat vreemd lijkt, komt daarvoor in aanmerking. De bevindingen voor traditionalisme tonen aan dat de verwachting die steunt op de analyse van de islamkritiek – dat de mensen die het religieus geinspireerde traditioneel conservatisme van de moslims verwerpen negatieve houdingen tegenover moslims ontwikkelen – dient te worden verworpen. Misschien kan zo’n houding worden waargenomen bij hoogopgeleiden, maar geenszins bij de secundaire scholieren, integendeel. Het zijn, ironisch genoeg, de jongens en meisjes die in hun opvattingen vrij dicht staan bij de moslimjongeren, en tot op zekere hoogte het traditioneel conservatisme van die jongeren delen, die zich bijzonder negatief tegen moslims opstellen. Schoolsamenstelling: opleiding ouders (conformisme-effect) en proportie moslims (contacthypothese)
9
Antisemitisme De meeste joden denken dat ze beter zijn dan anderen
- -/+ + De meeste joden denken dat ze beter zijn dan anderen M 27.1 23.6 49.3 NM 52.3 29.9 17.8 Het is best joden te vermijden 37.2 25.5 37.3 68.0 21.2 10.8 Joden zijn evenveel te vertrouwen als iedereen 43.4 31.2 12.4 29.8 57.8 Joden zijn hardwerkende mensen 16.9 45.6 37.4 49.6 38.1 Joden hebben in dit land veel te veel invloed 27.0 37.6 35.4 51.1 37.1 11.8 Omwille van grote verschillen in houding tav joden: moslim en niet-moslim apart Kijken we naar de niet-moslims, dan zien we dat het akkoord met positieve uitspraken varieert van 38% (Joden zijn hardwerkende mensen) tot 58% (Joden zijn evenveel te vertrouwen als iedereen). Het akkoord met negatieve uitspraken gaat van 7% (Joden zetten aan tot oorlog) tot 18% (de meeste joden denken dat zij beter zijn dan anderen). Het akkoord met de meeste negatieve uitspraken ligt rond de 10%, met uitschieters tot 18% voor uitspraken als ‘Joden denken dat ze beter zijn dan anderen’ en ‘Men moet Oppassen als men zaken doet met joden’. Bij de moslimjongeren vinden we veel negatievere houdingen ten opzichte van joden. Met de positieve uitspraken is 26% (Joden zijn evenveel te vertrouwen als iedereen) tot 36% (Joden zijn hardwerkenden mensen) akkoord. Met de negatieve uitspraken is 37 tot 51% akkoord. Het akkoord met de meeste negatieve uitspraken ligt hier tussen de 45 en de 51%.
10
Antisemitisme Niet-moslimjongeren Leeftijd Opleiding Geloof
Antwerpse jongeren Traditionalisme Schoolsamenstelling Neemt af met leeftijd lager bij leerlingen met hoogopgeleide ouders en als ze in aso zitten Effect van religie: christelijke jongeren zijn verdraagzamer naar Joodse jongeren (eens gecontroleerd voor traditionalisme) Hoger bij Antwerpse jongeren dan bij Gentse jongeren Op scholen met hogere % moslimjongeren, stijgt de verdraagzaamheid van autochtone jongeren en dit doet antisemitisme dalen net zoals bij islamofobie een sterk effect van traditionalisme, het zijn vooral de jongeren die negatief staan tav gendergelijkheid en homoseksualiteit, die ook negatief staan tav anderen zoals joden.
11
Antisemitisme Moslimjongeren Traditionalisme
Het opvallende bij de moslims is dat, na controle voor het traditionalisme, geen van de andere variabelen in het model nog een effect heeft, noch de individuele, noch de schoolkenmerken, of anders gesteld, moslims hebben een hoog niveau van antisemitisme ongeacht hun persoonlijke kenmerken, opleiding van hun ouders, onderwijsvorm, taalgebruik, mediagebruik, inkomen van hun gezin of de stad waar ze wonen. Traditioneel conservatisme heeft, net als bij de niet-moslims, een heel sterk effect
12
Contrastgroepen NM prog (N=413) NM cons (N=104) M prog (N=26) M cons
De meeste joden denken dat ze beter zijn dan anderen 10.7 21.2 34.6 55.2 Het is best joden te vermijden 3.4 21.3 11.5 46.3 Joden zijn evenveel te vertrouwen als iedereen 80.8 26.0 42.3 18.7 Joden zijn hardwerkende mensen 51.2 20.2 30.8 29.3 Joden hebben in dit land veel te veel invloed 6.6 18.3 32.0 41.0 De eerste groep bestaat uit niet-moslims die schoollopen in het aso, hoogopgeleide ouders hebben + laagste score op traditioneel conservatisme (progressieve, autochtone jongeren uit de ‘betere’ sociale klasse) - De tweede contrastgroep bestaat eveneens uit niet-moslims, maar hun ouders zijn laaggeschoold, zij volgen les in het bso en behoren tot de 25% van de onderzoeksbevolking met de meest traditioneel conservatieve uitspraken. - De derde groep bestaat uit de moslimjongeren die behoren tot de 25% meest progressieve deel van de onderzoeksbevolking. De vierde en laatste groep wordt gevormd door de traditioneel conservatieve moslims.
13
Houdingen naar religie
14
Genderongelijkheid - +/- +
Een vrouw is meer geschikt dan een man om kleine kinderen op te voeden M 23,9 22,0 54,1 NM 40,3 29,6 30,1 Het beste is dat de vrouw het huishouden doet en de man de kost verdient 41,1 25,1 33,8 61,3 23,5 15,2 Vrouwen zijn minderwaardig aan mannen 81,1 12,8 6,2 90,1 7,7 2,2 Vrouwen moeten mannen gehoorzamen 45,4 25,4 29,2 82,1 13,0 4,9 Dat een vrouw meer geschikt is dan een man om kinderen op te voeden en het huishouden te doen krijgt tweemaal meer bijval bij moslimjongeren dan bij nietmoslimjongeren. De helft van de moslimjongeren vindt vrouwen meer geschikt om kinderen op te voeden en een derde geeft aan voor een traditionele rolverdeling te zijn waarbij de vrouw het huishouden doet en de man uit werken gaat, bij niet-moslimjongeren zijn deze percentages respectievelijk 30 en 15. Dat vrouwen minderwaardig zijn aan mannen wordt zowel door de moslimjongeren als door de niet-moslimjongeren sterk ontkend (80 tot 90%). Een derde van de moslims vindt wel dat vrouwen hun mannen moeten gehoorzamen, deze mening wordt niet gedeeld door niet-moslims (5%).
15
Genderoverschrijdend gedrag
- +/- + Het stoort me als een jongen zich gedraagt als een meisje M 23,1 21,6 55,3 NM 52,4 22,6 25,1 Een jongen die aan ballet doet, daar is iets mis mee 45,3 23,0 31,8 69,5 14,1 16,4 Het stoort me als een meisje zich gedraagt als een jongen 25,3 22,1 52,6 53,2 23,7 Tabel toont dat de aanvaarding van genderoverschrijdend gedrag bij niet-moslimjongeren groter is dan bij moslimjongeren. De helft van de moslimjongeren geeft aan zich te storen aan meisjes die zich als jongens gedragen of omgekeerd, bij de niet-moslimjongeren is dit 25%. Dat jongens aan ballet doen vormt voor een derde van de moslimjongeren een probleem, ook 16% van de niet-moslims vindt dat daar iets mis mee is.
16
Homofobie - +/- + Twee mannen of twee vrouwen kunnen even goed een kind groot brengen M 43,9 23,0 33,1 NM 12,0 17,7 70,3 Agressie tegen homo’s is aanvaardbaar 52,3 24,4 23,3 83,9 8,6 7,5 Het homohuwelijk moet worden afgeschaft 32,8 21,3 45,9 83,6 9,5 6,9 Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen 21,2 29,4 49,3 5,6 9,1 85,3 Ik vind het goed dat in sommige landen homo’s de doodstraf krijgen 60,7 17,9 21,4 91,8 4,4 3,8 Alle items van de homofobieschaal laten zeer hoge verschillen optekenen tussen moslims en niet-moslims. De idee dat agressie tegen homo’s niet aanvaardbaar is (84% bij nietmoslims) wordt door de moslimjongeren niet gedeeld, slechts de helft van hen verwerpt de aanvaardbaarheid van agressie expliciet. Ook over het recht voor homo’s om te huwen bestaat veel onenigheid tussen moslim- en niet-moslimjongeren, 7% van de niet-moslim jongeren wil het homohuwelijk afschaffen, bij moslims loopt dit percentage op tot 46%. Ook over de meest controversiële van alle voorgelegde stellingen ‘ik vind het goed dat in sommige landen homo’s de doodstraf krijgen’ bestaat geen eensgezindheid, 92% van de niet-moslims verwerpt deze stelling expliciet, bij de moslimjongeren is dat 60%.
17
Wie? Meest verdraagzaam Minst verdraagzaam Meisjes Aso Autochtoon
Ongelovig Jongens Bso en tso Allochtoon Moslim Moslimjongens Wie is het meest verdraagzaam naar gendergelijkheid, homoseksualiteit en genderoverschrijdend gedrag? Profiel van de meest verdraagzame leerling is meisje, aso, autochtoon en ongelovig minder verdraagzaamheid bij de jongens, bso en tso, allochtoon, moslim (niet de twijfelende), moslimjongens en aantal moslimjongeren op school
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.