Download de presentatie
1
Diabetes en de hersenen
Ineke Brands & Esther van den Berg neuropsychologen
2
Overzicht wat is neuropsychologie?
waarom onderzoek naar diabetes en de hersenen? onderzoeksresultaten wat betekent dit voor de praktijk?
3
Wat is neuropsychologie?
4
Neuropsychologie bestudeert de relatie tussen hersenfuncties en gedrag
waarneming geheugen taal aandacht emotie overige factoren: psychosociaal lichamelijk (bijv. pijn)
5
Neuropsychologische diagnostiek
neuropsychologische diagnostiek is wenselijk bij: neurologische stoornissen (bijv. beroerte) psychiatrische stoornissen (bijv. schizofrenie) ontwikkelingsstoornissen (bijv. dyslexie, ADHD) veroudering en dementie
6
Neuropsychologische diagnostiek
neuropsychologische diagnostiek is wenselijk bij: neurologische stoornissen (bijv. beroerte) psychiatrische stoornissen (bijv. schizofrenie) ontwikkelingsstoornissen (bijv. dyslexie, ADHD) veroudering en dementie
7
Neuropsychologische diagnostiek
neuropsychologische diagnostiek is wenselijk bij: neurologische stoornissen (bijv. beroerte) psychiatrische stoornissen (bijv. schizofrenie) ontwikkelingsstoornissen (bijv. dyslexie, ADHD) veroudering en dementie
8
Neuropsychologische diagnostiek
neuropsychologische diagnostiek is wenselijk bij: neurologische stoornissen (bijv. beroerte) psychiatrische stoornissen (bijv. schizofrenie) ontwikkelingsstoornissen (bijv. dyslexie, ADHD) veroudering en dementie
9
De klinisch neuropsycholoog in de praktijk
Algemeen of academisch ziekenhuis Psychiatrisch ziekenhuis Revalidatiecentrum Verpleeghuis GGZ (RIAGG) Commerciële dienstverlening Diagnostiek Begeleiding Voorlichting Behandeling
10
Gevolgen van hersendisfuncties
cognitief emotioneel persoonlijkheid sociaal directe omgeving (partner)
11
Cognitieve stoornissen
de belangrijkste gebieden: (ruimtelijke) waarneming geheugen taal aandacht en executieve functies emotie
12
Functioneren in thuissituatie is afhankelijk van
cognitieve functie die is aangedaan compensatiemogelijkheden (opleiding) relatie met beroep/ hobby en andere aandoeningen thuissituatie: opvang, steun, training, praktisch
13
Bourdon-Wiersma Volgehouden aandacht en concentratie
14
De Corsi Block-tapping task
15
Trail Making Task versie A snelheid van informatieverwerking
16
Trail Making Task versie B verdeelde aandacht/ afwisselen van taken
17
Location Learning test
18
Boston Benoem Taak: herkennen van objecten
19
Symboolsubstitutie snelheid van informatieverwerking
20
Stroop Kleur-Woord Test
geel groen rood blauw rood geel blauw groen
21
Brixton Test Bij deze taak moet u telkens voorspellen waar de blauwe cirkel naar toe springt. Die volgt een bepaald patroon. Maar zonder voorafgaande waarschuwing kan dat patroon verspringen. U moet dan proberen zo snel mogelijk het nieuwe patroon op te pakken dan kunt u weer goed voorspellen waar de volgende blauwe cirkel komt. Mensen doen de gekste dingen, worden boos!!!
22
Samenvatting verschillende testmogelijkheden die verschillende domeinen in kaart brengen ook gebruikt in diabetes onderzoek
23
Diabetes en de hersenen
24
Waarom diabetesonderzoek?
geen onschuldige aandoening veel complicaties na verloop van tijd komt steeds vaker voor ook op jongere leeftijd
25
Prevalentie diabetes mellitus
Zimmet et al. Nature 2001
26
Prevalentie diabetes mellitus: Nederland
bron: RIVM
27
Bekende complicaties van diabetes
retinopathie nephropathie hypoglykemie neuropathie hartaandoeningen beroerten
28
Diabetes en de hersenen
lang gedacht dat de hersenen gespaard bleven maar langzaam aan toch aanwijzingen dat ook de hersenen (lichte) beschadiging op kunnen lopen
29
Diabetes en de hersenen: onderzoeksvragen
heeft diabetes invloed op de hersenen? zo ja: zie je dat terug in het denken? zie je dat ook in beeldvorming van de hersenen? wat is hiervan de oorzaak? kunnen we er iets aan doen?
30
Diabetes en de hersenen: onderzoeksvragen
heeft diabetes invloed op de hersenen?
31
Utrecht Diabetic Encephalopathy Study
doelen: onderzoeken cognitief functioneren en MRI hersenen in DM2 en DM1 relateren aan vasculaire en metabole risicofactoren & diabetische complicaties
32
Utrecht Diabetic Encephalopathy Study
1. Onderzoek naar DM2: cognitie en MRI
33
Gegevens deelnemers **: p<0.01
34
Cognitieve functies 5 cognitieve domeinen abstract redeneren geheugen
snelheid van informatie verwerken aandacht & executieve functies visuoconstructie
35
Cognitieve functies z scores (mean ± sem)
* p<0.01 Manschot et al. Diabetes 2006, Brands et al. JINS 2007
36
Cognitieve functies: profiel
verminderde mentale flexibiliteit vertraagde mentale snelheid patiënten moeten meer cognitieve inspanning leveren om hetzelfde resultaat te bereiken Manschot et al. Diabetes 2006, Brands et al. JINS 2007
37
Beeldvorming van de hersenen
38
“Vasculaire afwijkingen”
39
“Vasculaire afwijkingen”
infarcten en witte stof afwijkingen
40
Vasculaire afwijkingen bij DM2
toename in aantal en ernst witte-stof afwijkingen meer (lacunaire) infarcten DM2 patiënten: 22/113 19% Controle proefersonen: 4/54 7%
41
Veroudering (atrofie)
globaal of focaal
42
Atrofie bij DM2 matige corticale en subcorticale atrofie
43
Samenvatting lichte tot matige tekorten in cognitie
lichte tot matige MRI afwijkingen cognitieve tekorten hangen samen met MRI bevindingen
44
Vraag hoe is dat bij type 1 diabetes?
45
Utrecht Diabetic Encephalopathy Study
Onderzoek naar DM1: DM1=DM2????
46
Cognitief functioneren bij DM1: meta-analyse
algemeen intellectueel functioneren aandacht snelheid van informatieverwerking verbaal geheugen non-verbaal geheugen mentale flexibiliteit - 1,0 - 0,5 + 0,5 slechter beter
47
Cognitief functioneren bij DM1: meta-analyse
algemeen intellectueel functioneren aandacht snelheid van informatieverwerking verbaal geheugen non-verbaal geheugen mentale flexibiliteit - 1,0 - 0,5 + 0,5 slechter beter
48
cognitief functioneren bij DM2: meta-analyse
algemeen intellectueel functioneren aandacht snelheid van informatieverwerking verbaal geheugen non-verbaal geheugen mentale flexibiliteit - 1,0 - 0,5 + 0,5 slechter beter
49
Vraag Is DM2 dan erger dan DM1?
maar… DM1 patiënten zijn jonger dan DM2 directe vergelijking DM1 - DM2?
50
Gegevens deelnemers * p<0.05 ** p<0.01 ***p<0.001
51
Cognitieve functies 5 cognitieve domeinen abstract redeneren geheugen
snelheid van informatie verwerken aandacht & executieve functies visuoconstructie
52
“Vasculaire afwijkingen”
infarcten en witte stof afwijkingen
53
Veroudering (atrofie)
globaal of focaal
54
Conclusies DM1 Cognitie: DM1 = DM2 MRI afwijkingen: DM1 < DM2
55
Conclusies DM1 Cognitie: DM1 = DM2 MRI afwijkingen: DM1 < DM2
effect op de hersenen: 34 jaar DM1 = 7 jaar DM2 ?? oorzaak?
56
Risicofactoren
57
Gegevens deelnemers * p<0.05 ** p<0.01 ***p<0.001
58
Gegevens deelnemers * p<0.05 ** p<0.01 ***p<0.001
59
Gegevens deelnemers * p<0.05 ** p<0.01 ***p<0.001
60
Risicofactoren chronische hyperglykemie kan effecten op de hersenen niet volledig verklaren terugkerende episodes van ernstige hypoglykemie lijken niet belangrijk schade aan grote bloedvaten is wel belangrijk andere factoren (b.v.. insuline)?
61
Pre-diabetes insuline resistentie hyperinsulinemie hyperglykemie
62
Pre-diabetes insuline resistentie hyperinsulinemie hyperglykemie
65
Cognitief dysfunctioneren pre-diabetes
Abstract reasoning Information Processing speed Memory Language Executive functions Visuo- construction * Z-scores ± SEM * p<0.05
66
Samenvatting risicofactoren diabetes-gerelateerde factoren
maar…ook pre-diabetes (metabool syndroom!)
67
Vraag hoe is het beloop?
68
Risico op dementie?
69
DM2: ziekte van Alzheimer
Biessels et al. Lancet Neurol 2006
70
DM1?
71
Patiënt gegevens DCCT follow up
And I would like to highlight a few of their results. As you can see, it was a large cohort of more than 1100 patients and they assessed cogntion after a mean of 18 years after baseline testing. And as you can see, although metabolic control seems to be improved after all those years, a rise in complications could not be prevented. DCCT/EDIC study research group, NEJM, 2007
72
DM1 DCCT follow-up: Vervolg DCCT studie:
Na 12 jaar over het algemeen geen cognitieve achteruitgang The bars show the changes within cognitive domains between cognitive testing at baseline in DCCT and follow-up testing (a mean of 18 years after baseline) expressed as changes in z scores for intensive versus conventional treatment (Panel A), frequency of episodes of severe hypoglycemia (coma or seizure) (Panel B), and mean glycated hemoglobin values (Panel C). Across the three groups, higher levels of glycated hemoglobin were associated with moderate declines in psychomotor efficiency (P<0.001) and motor speed (P=0.001), but no other cognitive domain was affected significantly. Cognitive domains are numbered as follows: 1, problem solving; 2, learning; 3, immediate memory; 4, delayed recall; 5, spatial information; 6, attention; 7, psychomotor efficiency; and 8, motor speed. Now what is important is to look at the size of the bars: you can see that compared with baseline scores there is no evidence for significant cognitive deterioration over time, with only few domains showing a negative performance compared with baseline performance and then even with no more than 0.3; 0.4 SD difference compared to baseline performance. DCCT/EDIC study research group, NEJM, 2007
73
DM1 DCCT follow-up - ook niet in de groep met veel hypo’s!
- relatief meeste cognitieve achteruitgang bij patiënten met veel complicaties The bars show the changes within cognitive domains between cognitive testing at baseline in DCCT and follow-up testing (a mean of 18 years after baseline) expressed as changes in z scores for intensive versus conventional treatment (Panel A), frequency of episodes of severe hypoglycemia (coma or seizure) (Panel B), and mean glycated hemoglobin values (Panel C). Across the three groups, higher levels of glycated hemoglobin were associated with moderate declines in psychomotor efficiency (P<0.001) and motor speed (P=0.001), but no other cognitive domain was affected significantly. Cognitive domains are numbered as follows: 1, problem solving; 2, learning; 3, immediate memory; 4, delayed recall; 5, spatial information; 6, attention; 7, psychomotor efficiency; and 8, motor speed. DCCT/EDIC study research group NEJM 2007
74
Implicaties praktijk
75
Implicaties praktijk erken en herken cognitieve achteruitgang bij DM patiënt
76
Implicaties praktijk erken en herken cognitieve achteruitgang bij DM patiënt maar: schrijf bij individuele patiënt cognitieve achteruitgang niet zondermeer toe aan DM
77
DM patiënt met klachten cognitie
nog geen speciale behandeling extra aandacht glykemische controle vasculaire risicofactoren
78
toekomst identificeren ‘at risk’ DM-patiënten ontwikkelen therapeutische interventie
80
Utrecht diabetic encephalopathy study group:
Neurology Scheltens Radiology Barkhof Internal Medicine Heine Epidemiology Dekker Family practice Nijpels Utrecht diabetic encephalopathy study group: Neurology Biessels Kappelle Manschot van Gijn Henselmans Neuropsychology Van den Berg Brands de Haan Kessels Radiology van de Grond Mali Tiehuis Internal Medicine de Valk van de Beek-Boter Hoogma Epidemiology Algra Family practice Rutten Experimental Gispen Kamal Ramakers
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.