Download de presentatie
GepubliceerdFenna Cools Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Depressie en angst M.Bannink,psychiater
hoofd Psychosociale Oncologie Erasmus MC Daniel den Hoed Oncologisch Centrum
2
Het krijgen van kanker wordt als schokkender beleefd dan andere ernstige ziektes
Acute reactie: gevoelens van wanhoop, woede, angst, verslagenheid, concentratieverlies De meeste mensen vinden een nieuw evenwicht binnen een paar weken
3
Achterliggende oorzaak:
aanpassingsstoornis samenhangend met medisch-somatische problemen premorbide angststoornis of depressie
4
Aanpassingstoornis volgens DSM-IV
Het ontstaan van emotionele en gedragssymptomen in reactie op (een) herkenbare stressveroorzakende factor(en) die zich binnen 3 maanden na het begin van de stressveroorzakende factoren voordoen. B. Deze symptomen of gedragingen zijn significant zoals blijkt uit een van de 2 volgende: 1. Duidelijk lijden dat ernstiger is dan wat verwacht kon worden bij blootstelling aan de stress veroorzakende factor. 2. Significante beperkingen in sociaal of beroepsmatig (studie) functioneren
5
C. De stressgebonden stoornis voldoet niet aan de
criteria voor een andere specifieke As I stoornis en is niet slechts een verergering van een reeds bestaand As I of As II stoornis. D. De symptomen zijn geen uiting van een rouwreactie. E. Zodra de stressveroorzakende factor (of de gevolgen ervan) is weggevallen, blijven de symptomen niet langer dan 6 maanden daarna aanwezig.
6
Behandeling aanpassingsstoornis:
Geduld en steun Lotgenotencontact Eventueel medicatie
7
Samenhang angstige en depressieve symptomen met medisch-somatische problemen:
Pijn Benauwdheid Moeheid Bijwerking medicatie Symptoom van delier/organisch psychosyndroom Rechtstreeks verband met bepaalde aandoeningen? (pancreascarcinoom, feochromocytoom, hypo-hyper-thyreoidie, hypercalciëmie, nierfunctiestoornissen, leverfunctiestoornissen
8
Premorbide angststoornis:
Paniekstoornis Fobie Generaliseerde angststoornis Vaak zijn antidepressiva geïndiceerd Zo nodig na overleg/verwijzing psychiater
9
Voorkomen van depressies
Diverse studies van 4,5 tot 58% bij kankerpatiënten Onder “gezonde” bevolking lijdt ongeveer 6% aan een depressie Voorkomen hangt af van ernst lichamelijk lijden In Eramus MC-Daniel betreft ongeveer 14% van de consulten een depressieve episode, ongeveer 22% aanpassingsstoornissen.
10
Depressieve episode volgens DSM-IV
Vijf (of meer) van de volgende symptomen zijn binnen dezelfde periode van 2 weken aanwezig geweest en wijzen op een veranderingen van het eerdere functioneren; ten minste één van de symptomen is ofwel (1) depressieve stemming, ofwel 2) verlies van interesse of plezier.
11
1)Depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag, zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen (bijv. lijkt betraand) NB.: kan bij kinderen of adolescenten ook prikkelbare stemming zijn 2)Duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag (zoals blijkt uit subjectieve mededelingen of uit observatie door anderen) 3)Duidelijke gewichtsvermindering zonder dat dieet gehouden wordt of gewichtstoename (bijv. > 5% van het lichaamsgewicht in 1 maand), of bijna elke dag afgenomen of toegenomen eetlust. N.B.: bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te verwachten gewichtstoename
12
4)Insomnia of hypersomnia, bijna elke dag
5)Psychomotorische agitatie of remming (waarneembaar door anderen, en niet alleen maar een subjectief gevoel van rusteloosheid of vertraagdheid), bijna elke dag. 6)Moeheid of verlies van energie, bijna elke dag 7)Gevoelens (die waanachtig kunnen zijn) van waardeloosheid met of buitensporige of onterechte schuldgevoelens (niet alleen maar zelfverwijten of schuldgevoel over het ziek-zijn), bijna elke dag 8)Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid (ofwel subjectief vermeld, ofwel geobserveerd door anderen, (bijna elke dag)
13
9)Terugkerende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees dood te gaan), terugkerende suïcidegedachten zonder dat er specifiek plannen gemaakt zijn, of een suïcide poging of een specifieke plan om suïcide te plegen. B.De symptomen voldoen niet aan de criteria voor een gemengde episode C.De symptomen veroorzaken in significante mate lijden of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen. D.De symptomen zijn niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijv. drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening (bijv. hypothyreoidie)
14
E.De symptomen zijn niet eerder toe te schrijven aan een rouwproces, d.w.z. na het verlies van een geliefd persoon zijn de symptomen langer dan 2 maanden aanwezig of zijn zij gekarakteriseerd door duidelijke functionele beperkingen, ziekelijke preoccupatie met gevoelens van waardeloosheid, suïcidegedachten, psychotische symptomen of psychomotorische remming.
15
DSM-IV symptomen van een depressieve episode en aanbevolen vervangingscriteria van Endicott (1984)
Sombere stemming Interesseverlies - Gewichtsverlies of- toename, afgenomen of toegenomen eetlust - Insomnia of hypersomnia - Psychomotore agitatie of remming - Moeheid of verlies van energie - Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens -Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie, of besluiteloosheid -Terugkerende gedachten aan de dood, suïcidaliteit Vervanging - Somber voorkomen - Sociale teruggetrokkenheid of verminderde spraakzaamheid - Piekeren, zelfmedelijden of pessimisme - Kan niet opgebeurd worden
16
Winokur : Kenmerken van secundaire depressie met onderliggend somatisch lijden vergeleken met primaire depressieve episode *Oudere leeftijd *Grotere kans op goede reactie met ECT *Grotere kans op verbetering bij ontslag *Grotere kans op “organische” symptomen bij psychiatrisch onderzoek *Minder kans op positieve familie-anamnese van alcoholisme en depressie (19% vd somatisch zieken versus 36% van psychiatrische populatie) *Minder kans op suïcidaliteit (10% † middels suïcide bij somatisch zieke depressieven versus 45% in psychiatrisch depressieve populatie)
17
Consult aanvragen bij overwegen depressie:
-Indien de patiënt somberder is, dan hij zichzelf kent, dan wel, dan u of zijn omgeving hem kent. -Indien een patiënt geen interesse meer heeft in zijn omgeving en nergens plezier aan beleeft. -Dat een patiënt regelmatig somber is in de palliatieve fase, is op zich niet verwonderlijk, wél als de duur, de ernst en de kwaliteit van de somberheid pathologische vormen aanneemt. -HADS -score kan u steuntje in de rug geven.
18
Depressie behandeling in de palliatieve fase:
Aandacht voor de existentiële nood. Sla “gewone” ondersteunende maatregelen niet over (afleiding, gezelschap, aandacht voor comfort, etc. etc.) Indien aanwijzingen voor ernstige depressie, kan medicamenteuze behandeling zijn aangewezen Let bij keuze antidepressiva op mogelijke interacties van medicatie en houdt rekening met benodigde inwerkingsduur en de prognose van de patiënt.
19
Venlafaxine (Efexor XR 75 – 150 mg) heeft mogelijke hogere effectiviteit dan gewone SSRI’s.
Mirtazapine (Remeron mg) lijkt ook effectief bij oncologische patiënten. Methylfenidaat geeft, als het werkt, snel resultaat.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.