Download de presentatie
GepubliceerdAdam van Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Matthieu Berenbroek / Jan Borm Fontys Hogeschool Verpleegkunde
Pijn Matthieu Berenbroek / Jan Borm Fontys Hogeschool Verpleegkunde
2
Pijn Heeft te maken met: Heeft ook te maken met: Weefselbeschadiging
Verdriet Onaangenaam gevoel Heeft ook te maken met: menselijk lijden pijn lijden 1
3
Voorbeelden pijn-beeld
Kapotte knie van een kind Uitgestelde reactie, huilt bij het zien van bloed Oorlogswonden Soms vreselijke wonden, nauwelijks pijn Bevalling Hele sfeer is medebepalend Doorboringrituelen het ritueel helpt Fantoompijnen = pijn aan een lichaamsdeel wat niet meer aanwezig is Ontregelde poort? 2
4
Definities Au Als de patiënt aangeeft dat hij/zij pijn heeft
(verpleegkundig) Onaangename sensorische en emotionele ervaring, die in verband gebracht wordt met een bestaande of dreigende weefselbeschadiging. 3
5
Pijn en Pijntolerantie
Vermogen om om te gaan met pijn Analyse van de beïnvloedende factoren 4
6
Voorbeelden pijn beïnvloeding
Lichamelijke conditie, zoals uitgerustheid, slaap Sociale steun, emotionele ondersteuning georiënteerd zijn op buiten andere factoren die pijn veroorzaken (gevoel van) afhankelijkheid verminderen 5
7
6
8
Pijn We weten er nog lang niet alles van.
Er zijn een aantal theorieën , waarvan de belangrijkste zijn: Cirkel van Loeser Gate-control-theorie of Poort theorie 7
9
nociceptoren of pijnreceptoren nociceptie of pijnmediatoren
Schaderegistratie Pijnprikkel ontstaan door beschadiging van weefsel komen, waarbij stoffen vrij komen prostaglandine bradykinine serotonine histamine 8
10
Pijngeleiding Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: Dunne vezels Dikke vezels 9
11
Pijngeleiding Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: Dunne vezels langzaam, reageren op alle soorten beschadiging Dikke vezels snel, reageren alleen mechanische of thermische beschadiging 10
12
Pijngeleiding Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: Dunne vezels = PIJN langzaam, reageren op alle soorten beschadiging, C-vezels, (autonome), met relatieve geleidingssnelheid voor prikkels (0,7 m/sec) Dikke vezels = TAST, DRUK, SENSATIE snel, reageren alleen mechanische of thermische beschadiging, A-vezels, tot 120 m/sec 11
13
Poort-theorie of Gate-control theorie
Sluissysteem in de ruggenmerg Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input 12
14
- - Poort-theorie of Gate-control theorie T Sluissysteem in
H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND T Sluissysteem in de ruggenmerg - - SG Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input 15
15
- - Poort-theorie of Gate-control theorie H TL T Sluissysteem in
H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H TL T Sluissysteem in de ruggenmerg - - SG Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input 15
16
- - - Poort-theorie of Gate-control theorie H TL T Sluissysteem in
H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H TL T Sluissysteem in de ruggenmerg + + - - SG - + Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input 15
17
- - - Poort-theorie of Gate-control theorie H TL T Sluissysteem in
H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H Centrale systeem en invloed hersenen TL T Sluissysteem in de ruggenmerg + + - - SG - + Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input 15
18
DENK ERAAN!!!! Het centrale systeem werkt in op de hersenen, het cognitieve (lerende, wetende) De uitwisseling tussen dikke en dunne vezels blijft aanwezig De dunne vezels opent de sluis, vergemakkelijkt de overdracht De dikke vezels remt de overdracht, doet de sluis dicht
19
Pijnbehandeling Oorzaak Teveel aan prikkels wegnemen
Extra prikkels via de dikke vezels
20
Pijnbehandeling Oorzaak Teveel aan prikkels wegnemen
Analyse en niet alleen somatisch Teveel aan prikkels wegnemen Geneesmiddelen Operatie, blokkade van de zenuwbanen Extra prikkels via de dikke vezels Massage, koude/warmte, bewegen Angst verminderen, sociale support, uitgerust zijn, etc.
21
Pijnbehandeling via geneesmiddelen
Perifeer, tegen de pijnmediatoren, zoals Aspirine, paracetamol Centraal, zoals morfinomimetica
22
Schema Poorttheorie Openen Sluiten
Fysieke Affectieve Cognitieve Fysieke Affectieve Cognitieve
23
Schema Poorttheorie Openen Sluiten
Fysieke uitbreiding letsel gevoeligheid CZS onaangepast activiteitsniveau Affectieve Cognitieve Fysieke medicatie tegenstimulatie (massage) aangepast activiteitsniveau Affectieve Cognitieve
24
Schema Poorttheorie Openen Sluiten
Fysieke Affectieve depressie angst agressie Cognitieve Fysieke Affectieve ontspanning positieve emotie kalmte Cognitieve
25
Schema Poorttheorie Openen Sluiten
Fysieke Affectieve Cognitieve aandacht voor pijn verveling negatieve attitude Fysieke Affectieve Cognitieve afleiding engagement in activiteiten positieve attitude
26
Pijn-classificaties Acute en sub-acute pijn
waarschuwing signaalfunctie Chronische pijn > 3 of 6 maanden alarm blijft voortvloeien geen signaalfunctie meer Centrale pijn
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.