Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJanne Bogaert Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Begrip A Een handeling uit vrije wil is een handeling waarvoor je moreel verantwoordelijk bent. Als je niet uit vrije wil handelt, dan ben je ook niet verantwoordelijk voor die handeling. Met ‘vrije wil’ bedoelen we het soort controle over je eigen gedrag dat vereist is voor verantwoordelijkheid. Begrip B Een handeling uit vrije wil is een handeling waarin tot uitdrukking komt wat de handelende persoon zelf belangrijk vindt. Om een vrije wil te hebben, moet je een individu zijn met een eigen mening over wat belangrijk voor je is en wat niet. Met ‘vrije wil’ bedoelen we dus het vermogen om op basis van je eigen mening beslissingen te nemen.
2
Overzicht hoofdstuk 3 (schema 3. 1). Psychische gegevenheden zoals
Overzicht hoofdstuk 3 (schema 3.1) Psychische gegevenheden zoals verlangens en behoeften 1e positie Hume, Haidt, Gray Handelen optelsom van psychische gegevenheden Psyche is ongestructureerd Geen zelf dus geen zelfverwerkelijking
3
de onvrijwillige verslaafde
De menselijke psyche is een bundel van gedachten, verlangens, emoties etc. waarin geen zelf voorkomt dat de boel stuurt. Onze doelen worden bepaald door onze verlangens en emoties (the passions) (Het sterkste verlangen bepaalt wat we doen (geeft de doorslag)) Ons denken (reason) bepaalt niet de doelen maar alleen de middelen (Het denken bepaalt hoe we het doen) Je handelt uit vrije wil als je (zonder externe dwang) je sterkste verlangen volgt Probleem: de onvrijwillige verslaafde
4
Overzicht hoofdstuk 3 (schema 3. 1). Psychische gegevenheden zoals
Overzicht hoofdstuk 3 (schema 3.1) Psychische gegevenheden zoals verlangens en behoeften 1e positie Hume, Haidt, Gray Handelen optelsom van psychische gegevenheden Psyche is ongestructureerd Geen zelf dus geen zelfverwerkelijking Handelen optelsom van psychische gegevenheden Psyche is gestructureerd door karakter (Mill) of 1e en 2e orde verlangens (Frankfurt) Wel zelf dus ook zelfverwerkelijking 2e positie Mill, Frankfurt Handelen geen optelsom van psychische gegevenheden Behalve psychische gegevenheden ook nog keuze (Sartre) of interpretatie (Taylor) Wel zelf dus ook zelfverwerkelijking (maar pas op bij Sartre) 3e positie Sartre, Taylor
5
Karakter Karakter is een natuurlijk iets: aangeboren kenmerken groeien en ontwikkelen zich onder invloed van culturele factoren Karakter wordt gevormd door die verlangens die bepalen waar je gelukkig van wordt Karakter is daarom bij alle mensen anders (individueel groeiproces) Als we voor zoveel mogelijk geluk willen zorgen, moeten we verschillen in karakter zoveel mogelijk de ruimte geven (liberalisme) Zelfverwerkelijking is individuele ontplooiing karakter
6
in de zin dat je maatschappelijk minder vrij bent om te doen wat je wilt, dan om te denken wat je wilt Eindtermen Mill 51. De kandidaten kunnen beargumenteren waarom volgens Mill handelingen minder vrij zijn dan opvattingen en daarbij aangeven welke eisen Mill stelt aan zowel de vrijheid van handelen als de vrijheid van denken. - Intro pagina 154
7
Eindtermen Mill 51. De kandidaten kunnen beargumenteren waarom volgens Mill handelingen minder vrij zijn dan opvattingen en daarbij aangeven welke eisen Mill stelt aan zowel de vrijheid van handelen als de vrijheid van denken. Schadebeginsel (fysieke schade) Denken / zeggen / doen: steeds grotere mogelijkheid om schade toe te brengen
8
Eindtermen Mill [Mill betoogt dat het ontwikkelen van je eigen individualiteit het grootste goed is(pag. 155) Maar dat betekent niet dat een mens niet ook in een maatschappij opgroeit waar al gebruiken en gewoonten gelden. Toch moet een mens zelfstandig over deze gebruiken nadenken.] 52. De kandidaten kunnen drie redenen geven waarom Mill betoogt dat men actief betrokken moet zijn op de vorming van het eigen karakter en waarom dit volgens hem een noodzakelijk bestanddeel van welzijn is. Pagina 156, 1/3 van onder: “Niemand ontkent … tot pagina 157 “…versterking daarvan”
9
Eindtermen Mill 52. De kandidaten kunnen drie redenen geven waarom Mill betoogt dat men actief betrokken moet zijn op de vorming van het eigen karakter en waarom dit volgens hem een noodzakelijk bestanddeel van welzijn is. De ervaring uit het verleden kan te beperkt zijn of verkeerd uitgelegd - voorbeeld: tabak is niet ongezond De ervaring of gewoonte geldt alleen voor gewone karakters en jouw karakter kan bijzonder zijn – voorbeeld: homosexualiteit Je kunt je “mentale en morele krachten” (je karakter) alleen ontwikkelen door zelf na te denken en zelf keuzes te maken (Wie alleen anderen volgt krijgt een slap karakter) Noodzakelijk bestanddeel: 157: “Als de redenen… daarvan”.
10
Dus Tradities en gebruiken uit het verleden kunnen: Onwaar Ontoepasbaar Verslappend zijn Welzijn bestaat in de ontplooiing van eigen gevoelens en karakter en dat vereist dat je ook handelt in overeenstemming met je gevoelens en karakter, ook als dat niet overeenstemt met wat anderen denken en willen.
11
Eindtermen Mill 53. De kandidaten kunnen uitleggen waarom volgens Mill de mens eerder te vergelijken is met een boom dan met een robot. - Pagina 157 “Stel dat het mogelijk zou zijn…” tot pagina 158 “…zwak en werkeloos blijven”
12
Eindtermen Mill 53. De kandidaten kunnen uitleggen waarom volgens Mill de mens eerder te vergelijken is met een boom dan met een robot. Mens moet zich vrij kunnen ontwikkelen, in plaats van voorgegeven regels “blind en mechanisch” te volgen
13
Eindtermen Mill 53. De kandidaten kunnen uitleggen waarom volgens Mill de mens eerder te vergelijken is met een boom dan met een robot. Mens moet zich vrij kunnen ontwikkelen, in plaats van voorgegeven regels “blind en mechanisch” te volgen Mens heeft ook begeerten en hartstochten, die even belangrijk zijn als ons verstand
14
Eindtermen Mill 54. De kandidaten kunnen het verschil aangeven tussen Mills visie op individualiteit en die van het calvinisme. Zij kunnen daarbij aangeven waarom Mill de visie van het calvinisme niet vindt overeenstemmen met het christelijk geloof. - Pagina 159 “Tegenwoordig leeft iedereen…” tot pagina 161 “…John Knox missen”
15
Eindtermen Mill 54. De kandidaten kunnen het verschil aangeven tussen Mills visie op individualiteit en die van het calvinisme. Zij kunnen daarbij aangeven waarom Mill de visie van het calvinisme niet vindt overeenstemmen met het christelijk geloof. Calvijn: Alle eigenschappen die niet nodig zijn om Gods wil te volgen kunnen we beter missen Mill: ontplooiïng van eigen, individuele vermogens Calvijn onchristelijk: Christendom gelooft dat wij zijn geschapen door een goede God: zo’n God heeft ons onze vermogens niet voor niets gegeven en wilt dat we ze ontwikkelen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.