Schaalvoordelen & internationale handel

Presentatie over: "Schaalvoordelen & internationale handel"— Transcript van de presentatie:

1 Schaalvoordelen & internationale handel
specialisatie :  produceren op grotere schaal  lagere productiekosten  lagere prijs

2 Schaalvoordelen & internationale handel
In de eerste plaats relevant voor handel IL-IL : handel met verschillende landen in verschillende goederen (CA); handel met vergelijkbare landen in vergelijkbare goederen (schaalvoordelen) Waarom schaalvoordelen niet relevant voor handel IL-OL ?

3 Schaalvoordelen & internationale handel
schaalvoordelen bij handel in verschillende goederen (= handel IL-OL) ruilvoeteffecten; ‘locked in ‘ specialisatie  wederzijds voordeel ?

4 Schaalvoordelen bij handen # goederen

5 Schaalvoordelen bij handel # goederen

6 Schaalvoordelen bij handel in vergelijkbare goederen
ruilvoeteffecten beperkt specialisatie (relatief) onbelangrijk  Handel IL- IL

7 Schaalvoordelen bij handel in vergelijkbare goederen
consumenten : zoveel mogelijk variëteit; producenten : produceren op zo groot mogelijke schaal;  internationale handel : meer variëteiten geproduceerd op een grotere schaal (goedkoper)

8 Schaalvoordelen bij handel in vergelijkbare goederen
Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur  imperfecte concurrentie  nieuwe handelstheorie (internationale handel bij imperfecte concurrentie)

9 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (monopolistische concurrentie)
Aanbod : dalende gemiddelde kosten

10 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (monopolistische concurrentie)
Vraagzijde : variëteitsvoorkeur (CES-nutsfunctie)

11 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur : bepaling evenwicht)
Bedrijven & vraag per variëteit identiek  twee relaties tussen p & n (winstmaximalisatie + vrije intrede op LT : evenwicht monopolistische concurrentie)  marktevenwicht bepalen (aantal variëteiten & prijs per variëteit)

12 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (monopolistische concurrentie)
1. “Break even” op LT

13 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (monopolistische concurrentie)
2. Winstmaximalisatie

14 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (monopolistische concurrentie)
2. Winstmaximalisatie (vervolg)

15 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (grafisch)

16 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur :
Stijging productieschaal ? PP-relatie onafhankelijk van de productieschaal; CC-relatie : rotatie in wijzerszin

17 Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur (grafisch)

18 CA & schaalvoordelen verzoenbaar ?
2 landen, 2 productiefactoren, 2 goederen (homogeen -X-, gedifferentieerd-M-) CA (factorbeschikbaarheidsvoordeel) : X ruilen tegen M (inter-industriehandel); schaalvoordeel & variëteitsvoorkeur : M ruilen tegen M (# varianten : intra-industriehandel) ; specialisatie : X en M volgens HO-theorema M (specifieke varianten onbepaald);

19 CA & schaalvoordelen verzoenbaar ?
aandeel inter- & industriehandel afhankelijk van # in factorbeschikbaarheden Effect op factorvergoedingen (lonen) : inter-industriehandel asymmetrisch ; intra-industriehandel symmetrisch  verschillen in maatschappelijke steun & consensus rond handelsliberalisering ?

20 Concurrentie-effect van internationale handel
Markten afgeschermd, binnenlands monopolie  prijs > gemiddelde kost internationale handel : intrede buitenlandse ondernemingen  marktverstoring kleiner & positief welvaartseffect

21 Concurrentie-effecten van internationale handel
2 ondernemingen, monopolist in eigen land (resp. A en B) omzet onderneming A in land A : 1000 e à € 10 uitbreiding omzet : land A : 100 e à prijs € 9.9 land B : 100 e à € 9  intreden in markt B ?

22 Concurrentie-effecten van internationale handel
“Reciprocal dumping” internationale handel : monopolisten gaan elkaars markt betreden  concurrentie-effect

23 Concurrentie-effect internationale handel : grafische voorstelling

24 Empirisch onderzoek internationale handel
Maatstaven : comparatief voordeel; intra-industriehandel Analyse : geldigheid handelstheorieën (Leontiefparadox) determinanten internationale handel (gravitatievergelijkingen)

25 Empirisch maatstaven comparatief voordeel
1. Netto-export 2. “Revealed Comparative Advantage” (Balassa-index) voor sector i in land j :

26

27 Empirisch maatstaven intra-industriehandel
Problemen : Definitie industrie ? Aggregatieprobleem (IIH geheel > som IIH delen) correctie voor handelsbalansonevenwicht (neerwaarts effect op index IIH)

28 Empirische maatstaven intra-industriehandel : Grubel-Lloyd index

29 Grubel-Lloydindex : aggregatieprobleem

30 Grubel-Lloydindex : aggregatieprobleem

31 Grubel-Lloydindex : aggregatieprobleem

32 Grubel-Lloydindex : correctie handelsbalansonevenwicht

33 Empirische analyse internationale handel
Leontief paradox : I/O decompositie internationale handel  VS exporten (1947) arbeidsintensiever dan importsubstituten

34 Leontiefparadox : hypothesen
Meetfouten; voorkeur VS-consumenten kapitaalintensieve goederen; handelsbeleid; factorintensiteitsomkeringen; > 2 productiefactoren (K, L aggregatie te grof); arbeid VS # arbeid rest vd wereld

35 Determinanten internationale handel
gravitatiemodellen : meest succesvol model verklaring IH handel; “ad hoc” initieel : IIH nu : consistent met verschillende determinanten IH