De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Latijn en Grieks Wie volgde bijscholing bij DL/GH? taalverwerving

Verwante presentaties


Presentatie over: "Latijn en Grieks Wie volgde bijscholing bij DL/GH? taalverwerving"— Transcript van de presentatie:

1 Latijn en Grieks Wie volgde bijscholing bij DL/GH? taalverwerving
lectuur onderzoekscompetenties Wie volgde bijscholing bij DL/GH? Dietske Lehembre mei – juni 2013

2 Taalverwerving begrippen Woordenschat Morfologie syntaxis
Dietske Lehembre mei – juni 2013

3 Begrippen Kennis LP 1ste graad noodzakelijk Betekenis gebruikte termen
Lijst verplichte minimumterminologie Dietske Lehembre mei – juni 2013

4 gebruikte (nieuwe) verplichte termen:
grondwoord signaalwoord verwijswoord zinsdeel zinsdeelstuk

5 Woordenschat Latijn: ca. 1000 woorden / Grieks ca. 800 leenwoorden
aanleren i.f.v. lectuur woordsamenstelling – stammen = systematisch trainen Dietske Lehembre mei – juni 2013

6 Morfologie - Latijn Conjunctief MAAR geen omschreven vormen
Infinitief perf. A/P en fut. A DUS geen inf.fut. P Part.fut. Gerundium – gerundivum Verkorte vormen: Verkorting perfstam Verkorting –erunt tot -ere Dietske Lehembre mei – juni 2013

7 Morfologie - Grieks Dietske Lehembre mei – juni 2013

8 Morfologie - Grieks Leerstof die niet meer tot het leerplan behoort:
Conj. perf. Opt. perf. Opt. fut. Athetatische aorist Participia bij werkwoorden van gemoedsaandoening ALLEEN bij lectuur Dietske Lehembre mei – juni 2013

9 Taalverwerving begrippen Woordenschat Morfologie syntaxis
Dietske Lehembre mei – juni 2013

10 uitgaande van valentiegrammatica
pluere (0) ambulare (1) OND laudare (2) LV inicere (3) VW

11 Zinsmodel Dietske Lehembre mei – juni 2013

12 Hoe vaak komt dit zinsdeel voor bij dit gezegde in deze betekenis?
100 % Doe de ‘DOEN-test’ 0 % bepaling voorwerp G. Hellemans & D. Lehembre 12

13 G. Hellemans & D. Lehembre
Hoe onderscheid maken tussen een voorwerp en een bepaling? De ‘doen’-test. Jan at een broodje. Jan at en deed dat een broodje Jan kocht een slaatje en ging eten in het park. Jan kocht en deed dat een slaatje, ging eten en deed dat in het park Jan eet ‘s middags om één uur. Jan eet en doet dat ‘s middags om één uur. G. Hellemans & D. Lehembre 13

14 Zinsmodel Dietske Lehembre mei – juni 2013

15 Zinsdelen en zinsdeelstukken
horen bij een gezegde gezegde Ond. LV MV voorwerp BWB BVG zinsdeelstukken horen bij een kern Voorwerp BVB Kern Dietske Lehembre mei – juni 2013

16 VORM FUNCTIE ROL vorm – functie - rol abl.m.enk. Infzin/a + i BWB Ond.
Ut + ind. pr A 2de pers. Enk. FUNCTIE BWB Ond. ROL middel Vgl. Dietske Lehembre mei – juni 2013

17 tekst1 gebruikte (nieuwe) verplichte termen: (morfologische) vorm
(syntactische) functie 3 dimensies (semantische) rol tekst1 Marcus et Claudius in eadem urbe vivunt et easdem res amant. nom. vz. + abl. A.ind.pr. acc. A.ind.pr. ond. BWB gezegde LV gezegde plaats vorm functie rol Pedagogische begeleiding Klassieke talen - C. Mercken Bron zin: Pegasus 1

18 Waarbij leren we de rol aan?
Bij BWB’s (dezelfde als in het vorige leerplan) Bij BVB’s: Bezitter Geheel Ondgen. Vwgen. Bij enkele voorwerpen: Bezitter (datief) Vergelijking/ongelijkheid (vroegere 2de lid van vergelijking) voor/nadeel, middel, wijze, scheiding, tijdstip, oorzaak, HP doel, gevolg, reden, tijd, voorwaarde, toegeving, vergelijking, Dietske Lehembre

19 Wanneer vragen we de rol?
Als die vraag de leerling helpt voor tekstbegrip: Zelden bij voorzetselgroepen Vaak bij de genoemde voorwerpen omdat de betekenis daar heel specifiek is. Als vraag tijdens lectuur als de leerling een vertaling geeft die wijst op een verkeerde interpretatie van de rol of een gebrek aan aandacht daarvoor Dietske Lehembre mei – juni 2013

20 tekst1 Geen focus op grammaticale grensgevallen
Nos / Brindisii / apud Flaccum / dies XIII / fuimus (Cic., Ep. ad fam., 14, 4, 2)

21 Wezenlijke veranderingen
VROEGER NU Prefixdatief Voorwerp Handelend voorwerp BWB met de rol handelende persoon BWB met de rol oorzaak/middel 2de lid van vergelijking Voorwerp met de rol vergelijking/ongelijkheid Datief van bezit Voorwerp met de rol bezitter Epexegetische bijzin (bij een subst.) BVB consul bij bv consul creatur (noodzakelijke) BVG Hoofdzin = zin zonder bijzinnen Hoofdzin = de hele zin (Nederlands uitbreiding: rompzin zin zonder bijzinnen) Dietske Lehembre mei – juni 2013

22 tekst1

23 Functies van het participium
VOORBEELD FUNCTIE Amatus est. NWD + HWW= gezegde Numquam cadentia sidera vidi. BVB Plato scribens mortuus est. (niet-noodz.) BVG Deo iuvante, vincam. Gezegde van de LA/LG Victis clementiam praebuit. Zelfst. (functies van een subst.) Dietske Lehembre mei – juni 2013

24 Alleen voor het Griekse participium
VOORBEELD FUNCTIE pau'sai levgousa Noodz. BVG (bij fasewerkwoorden) e]laqon hJma'" ajpodravnte" (bij lanqavnw, tugcavnw) ejpei; h]kouse Ku'ron ejn Kilikiva/ o]nta Gezegde (van de LV-zin bij verba declarandi en sentiendi) Dietske Lehembre mei – juni 2013

25 Cupidus legendae historiae
nd-vormen Gerundium = subst. Functies van een subst. In bibendo laeti fiunt. Gerundivum = adj. BVB Cupidus legendae historiae NWD (+ kww = NWG) Nunc est bibendum. Dietske Lehembre mei – juni 2013

26 Syntactische vragen Verdeel de hoofdzin in zinsdelen en benoem de syntactische functie van elk zinsdeel. (i.p.v. de gebruikelijke vraag: Verantwoord de naamval’) Duid het onderwerp, elke tweede en eventueel derde noodzakelijke aanvulling aan. Onderstreep elke BWB en bepaal de vorm en de rol. Zie servicedeel! Dietske Lehembre mei – juni 2013


Download ppt "Latijn en Grieks Wie volgde bijscholing bij DL/GH? taalverwerving"

Verwante presentaties


Ads door Google