Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdKurt Brander Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Traceerbaarheid in de voedselketen
“Terug Naar De Oorsprong” Dr.ir. Mia Eeckhout Hogeschool Gent dept. BIOT april
2
Lange weg van oorsprong tot bord
De voedingsindustrie verwerkt plantaardige en dierlijke grondstoffen tot een ruim aanbod aan smakelijke en veilige voedingsmiddelen. In vele gevallen is de afgelegde weg van de primaire grondstof, of met andere woorden vanaf de grondstof, zeer lang. Dit is zeker het geval wanneer men de dierlijke producten, vlees, melk en eieren als voorbeeld neemt. Maar ook de voedingsindustrie heeft baat bij voldoende informatie. Zo wil zij in staat zijn om bij bepaalde “alarm” situaties het probleem zo vlug mogelijk af te bakenen en de oorzaak ervan te identificeren. Dit doet zij met het oog op het beperken van economsche schade in het geval de problemen aanleiding geven tot een recall van een verdacht productielot. Hoe nauwer de afbakening kan gebeuren, hoe kleiner de recall. Hoe vlugger en adequater de recall van de betreffende producten plaatsvindt, hoe minder het vertrouwen van de consument zal geschaad worden, hoe beperkter de negatieve uitstraling van het bedrijf of de keten. Traceerbaarheid Hogeschool Gent dept. BIOT april
3
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Wat wil de consument ? Veilig voedsel en geen voedselschandalen Weten waar het product vandaan komt Duurzame (verantwoorde) productie Weten en begrijpen met welke technologie iets geproduceerd wordt Toegankelijke informatie over product Duidelijke communicatie Deze grote afstand heeft tot gevolg dat de consument zich duidelijke vragen gaat stellen met betrekking tot de herkomst, de betrouwbaarheid en veiligheid van de producten. Tevens wil hij graag duidelijkheid omtrent de gebruikte productietechnieken, en of deze verantwoord en vooral duurzaam zijn. Mede door de voorbije voedselschandalen is de vraag naar informatie toegenomen. Tevens wil een consument zich veilig voelen. Dit houdt in dat hij vertrouwen wil hebben in de bedrijven die voedsel voortbrengen en in de instanties die de verschillende schakels in de productieketen controleren. Hogeschool Gent dept. BIOT april
4
De productieketen: zo sterk als haar zwakste schakel
Grondstofleveranciers Diervoederfabricanten Landbouwbedrijven Transport Slachthuizen, uitsnijderijen Vleeswarenindustrie Distributie De productieketen omvat verschillende schakels. Elke schakel binnen deze keten dient haar verantwoordelijkheid op te nemen en voldoende informatie ter beschikking te stellen en te houden voor de daaropvolgende schakels. Tevens is het noodzakelijk dat de bedrijven zelf in ketenverband leren samenwerken en dat er gerichte dialogen tussen de vertegenwoordigers van de verschillende schakels op gang gebracht worden, zodat men er toe komt om samen knelpunten op te sporen en op te lossen en samen te bepalen op welke manier een voedselveilige keten kan ingericht worden Hogeschool Gent dept. BIOT april
5
Ketencontrole: eerste vereiste voor voedselveiligheid
Wie controleert Overheid: FAVV Autocontrole Hoe wordt gecontroleerd Welke procedures Frekwentie van bvb. analyses Hoe efficiënt is de controle In de meeste landen is de controle op de productie, verwerking en verkoop van landbouwproducten gespreid over verschillende diensten zoals het ministerie van Landbouw en ministerie van Volksgezondheid. Tot voor kort vormde België daarop geen uitzondering. Het ministerie van Lanbouw controleerde het veevoeder, de landbowubedrijven en de veehandel. Het ministerie van Volksgezondheid nam over op het moment dat de dieren werden geslacht en zag toe op de verwerking en de distributie van vlees. Om de communicatiekloof tussen alle inspectiediensten te dichten en een gïntegreerde controle van de voedselketen te verzekeren, werd bij wet van 4 februari 2000 het Federaal Agentschap voor Veiligheid van de Voedselketen opgericht. Dit agentschap is bevoegd voor controle, keuring en onderzoek van voedingswaren en hun grondstoffen in allle stadia van de voedselketen, van de productiemethoden zelf, het vervoer, de verpakking, de in- en uitvoer. Hogeschool Gent dept. BIOT april
6
Traceer- en kwaliteitsbewakingssystemen
Sanitel: identificatie en registratiesysteem voor dieren Sanhymilk: identificatie en registratiesysteem voor de zuivelsector Beltrace: identificatie en registratiesysteem voor de vleessector Belfyt: identificatie en registratiesysteem voor plantaardige productie De traceer- en kwaliteitsbewakingssystemen in de dierlijke en plantaardige productie die worden beheerd door de overheid en die zijn ondergebracht inhet FAVV zijn Sanitel, Sanhymilk, beltrace en Belfyt. Daarnaast beheert de overheid monitoring en bewakingssystemen in de verschillende sectoren en in de verschillende schakels van de keten zoals CONSUM (contaminant surveillance system) opgezet om chemische contaminaties in de voedselketen op te sporen en te beheersen. Hogeschool Gent dept. BIOT april
7
Traceerbaarheid: noodzakelijke voorwaarde voor ketenbewaking
Traceerbaarheid = oorsprongsbepaling Doel: Verantwoordelijkheid bij de keten leggen Problemen in de keten efficiënt opsporen Efficiënte recalls organiseren Economische schade beperken Consumenten vertrouwen winnen Incidenten met verontreinigde grondstoffen in het recente verleden (citruspulp, diermeel, vet) hebben de noodzaak onderstreept om de naspeurbaarheid (traceerbaarheid) in de diervoedersector te verbeteren. In de praktijk bleek dat de bronnen van verontreinigingen en de verspreiding daarvan naar de afnemers, alsook daarmee naar de verdere keten niet voldoende snel en nauwkeurig konden worden opgespoord. Daardoor is de economische schade ten gevolge van dergelijke incidenten in termen van recalls en vernietiging van producten groot. Ook het consumenten vertrouwen wordt in dit geval veel sterker geschaad dan wanneer een betrouwbare en snelle traceerbaarheid van toepassing zou zijn. Verbetering van de fysieke en administratieve traceerbaarheid van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten is daarom noodzakelijk. Hogeschool Gent dept. BIOT april
8
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
België anno 1999 Januari 1999: probleem met kippen Maart 1999: onderzoek wijst op probleem met vet in voeder April 1999: kippen en broedeieren bevatten verhoogde dioxinegehaltes Mei 1999: Volksgezondheid laat alle kippen en eieren uit de rekken nemen Eind januari 1999, doen zich bij een veevoederbedrijf uit de streek van Roeselare problemen voor met kippen bestemd voor de productie van ééndagskuikens. Op 3 maart spreekt het bedrijf haar verzekeringsmaatschappij aan. Die stelt een veearts aan als expert. Deze expert doet tussen 3 en 19 maart 1999 een grondig onderzoek naar de oorzaak van de klachten. Hieruit blijkt dat het vet verwerkt in het veevoeder aan de basis zou liggen van de problemen. Op 18 maart zendt het bedrijf een staal van het veevoeder dat in januari geproduceerd werd door voor labo-onderzoek. De officiële analyseresultaten naar dioxine zijn gekend op 26 mei 1999: kippen en broedeieren in april 1999 bevatten hoge dioxinegehaltes. Op basis van deze nieuwe resultaten zullen alle pluimveehouderijen die mogelijk besmet voer kregen van de 9 veevoederbedrijven onder toezicht worden geplaatst en worden ze geblokkeerd. De consumptie van hun producten wordt zo voorkomen. Besmette producten worden opgespoord. Op 28 mei 1999 adviseert de Minister van Volksgezondheid om alle kippen en eieren uit de winkelrekken te nemen. Dezelfde dag wordt de Europese Unie officieel verwittigd. Hogeschool Gent dept. BIOT april
9
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
vervolg 28 mei officieel verwittigen van EU Juni 1999: afgeleide producten onder bewarend beslag Bewarend beslag op alle slachthuizen Lijst van alle bedrijven die voeder verbruikt hebben dat rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig is van de verdachte vetleverancier Alle dieren in bewarend beslag Verdere maatregelen worden op 2 juni 1999 genomen. In de groothandel worden verschillende afgeleide producten onder bewarend beslag geplaatst. De overheid legt een bewarend beslag op alle slachthuizen. Er komt een slachtverbod niet alleen op pluimvee maar ook op runderen en varkens. Men vermoedt namelijk dat ook rundvee- en varkensbedrijven mogelijk besmet voeder kregen. Het Ministerie van Landbouw stelt een lijst samen van alle bedrijven die voeder gebruikt hebben dat rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig is van de verdachte vetsmelter. Alle dieren in verdachte bedrijven worden tevens onder bewarend beslag geplaatst. Hogeschool Gent dept. BIOT april
10
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
vervolg 4 juni lijst van risicoproducten 2 juni verbod van EU op handel van verdacht Belgisch rund- en varkensvlees en afgeleiden 10 juni op basis van analysen groot deel van sector vrij Op 4 juni 1999 stelt Volksgezondheid een lijst op van risicoproducten. Indien de consument deze producten in huis heeft, moet hij/zij ze mijden. Deze producten moeten tevens uit de winkelrekken verdwijnen. In iedere provincie wordt bovendien een ruim aantal containerparken geopend waar consumenten en handelaars hun verdachte producten kunnen afleveren. Na inzameling worden die op een gepaste wijze vernietigd (verbrand op hoge temperatuur, zonder uitstoot van dioxine). Ook richt de federale overheid een callcenter in waar het publiek met al zijn vragen over dioxine terechtkan. Het Ministerie van Landbouw, het IVK en de Eetwareninspectie hebben eveneens telefoonnummers vrijgegeven waar de betrokkenen (landbouwsector, handelaars, consumenten, …) meer informatie kunnen bekomen. De Europese Commissie verbiedt diezelfde dag echter de handel in verdacht Belgisch runds- en varkensvlees en hun afgeleide producten. Deze maatregel gold reeds vanaf 2 juni 1999 voor kippen en eieren en hun afgeleide producten. Op 5 juni 1999 verschijnt nog een tweede lijst van verboden producten: varkens- en rundsvlees met een hoog vetgehalte en hun afgeleide producten. Vanaf 9 juni voor gevogelte en eieren en vanaf 10 juni 1999 voor varkens en runderen heeft de Belgische Regering met ruime marge alle landbouwbedrijven geïnventariseerd die veevoeder ontvangen hebben van bedrijven met toeleveringen van vet van de verdachte vetsmelter gedurende de verdachte periode. Vanaf 10 juni 1999 geeft België een groot deel van de varkens- en rundveesector vrij, voor zowel binnenlandse consumptie als export, en dit op basis van analyses die ook het Wetenschappelijk Comité van de Europese Commissie goedkeurt of als vaststaat dat de vleeswaren voor 100% afkomstig zijn van dieren gekweekt op landbouwbedrijven die zeker niet toegeleverd werden door het verdachte bedrijf. Varkens en runderen mogen opnieuw worden vervoerd en geslacht als ze afkomstig zijn van niet-"besmette" bedrijven. Hogeschool Gent dept. BIOT april
11
Omschrijving van het probleem
In juni heeft de overheid een zicht op het verloop van de besmetting: de vetsmelter leverde vet uit de gecontamineerde partij aan 9 mengvoederbedrijven, die op hun beurt op basis hiervan voeder maakten voor pluimvee-, varkens- en rundvee-bedrijven 6 % van de landbouwbedrijven blijken potentieel besmet te zijn De overheid heeft nu een volledig zicht over hoe de besmetting kon gebeuren: de vetsmelter leverde voeder aan 9 mengvoerbedrijven die hun producten dan weer voortverkochten aan zowat pluimvee-, varkens- en rundveebedrijven. Uit dit onderzoek blijkt nu dat op 18 en 19 januari bij de vetsmelterij die het veevoederbedrijf bevoorraadt, een opslagtank vervuild raakte met dioxine. Het is een eenmalig feit waarvan men de oorzaak poogt te achterhalen. De inhoud van deze tank werd verwerkt als dierlijk vet, dat op zijn beurt (tot 26 januari) geleverd wordt aan maximaal 9 veevoederbedrijven. Deze veevoederbedrijven gebruikten dit dierlijk vet tot eind januari als basisstof voor de productie van veevoeder Hogeschool Gent dept. BIOT april
12
Gevolgen dioxine-crisis
Economische kater Consumenten vertrouwen geschaad Nood aan een uitgebouwd traceerbaarheidssysteem Hogeschool Gent dept. BIOT april
13
Traceerbaarheid van dierlijke producten
De grondstof leveranciers Primaire producenten Handelaars Inport-export bedrijven Moeten voldoen aan de door de afnemer gestelde inkoopspecificaties en de gevraagde informatie ter beschikking stellen opdat de levering volledig identificeerbaar zou zijn. Hogeschool Gent dept. BIOT april
14
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
De grondstof-transporteur Is verantwoordelijk voor het transport van de grondstof naar het veevoerbedrijf Werkt volgens vastgelegde procedures overeengekomen met leverancier en klant Het veevoerbedrijf Ontvangt en controleert de grondstoffen Neemt monsters t.b.v. de controlerende instanties Hanteert een goede manier voor grondstofopslag en verwerking Hogeschool Gent dept. BIOT april
15
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Verwerking van de grondstoffen in eindproducten Distributie naar verschillende klanten Hogeschool Gent dept. BIOT april
16
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Datamanagement: uitgebreid systeem van gegevensverzameling Recallmanagement Binnen een kort tijdsbestek kunnen nagaan waar een probleempartij naartoe gegaan is Binnen een kort tijdsbestek kunnen nagaan welke voeders nog gemaakt zijn op basis van de in het verdachte product aanwezige grondstoffen bvb. vet Crisisdraaiboek: wat te doen bij “alarm” Hogeschool Gent dept. BIOT april
17
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Ontvangst grondstoffen Stroomafwaarts traceren ? Probleemproduct Opslag ! Doseren Probleemgrondstof …… Tracing en tracking in de diervoederindustrie houdt in dat men op elk ogenblik in staat is om binnen een zo kort mogelijke tijd zo nauwkeurig mogelijke informatie te verstrekken over de aard en de herkomst van de grondstoffen die gebruikt zijn bij de productie van een diervoer, de bestemming van het diervoer en het naspeuren van de diervoeders waarin dezelfde grondstoffen verwerkt werden. Het tracken van een product houdt in dat men dit product tijdens het doorlopen van het gehele traject kan volgen, zodat in elk stadium informatie over de toestand van dit product verkregen kan worden. Een goede tracking is een waardevol hulpmiddel in het geval naspeuring zich opdringt. ! Stroomopwaarts traceren Verladen en distributie Klanten Probleem in bedrijf Hogeschool Gent dept. BIOT april
18
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
De veekweker Herkomst van de dieren Herkomst van het voeder Verkoopgegevens van dieren of eindproducten Hogeschool Gent dept. BIOT april
19
Middelen ter ondersteuning
Certificering van alle schakels in de keten Grondstofleveranciers Transporteurs Producenten GMP-code = Good Manufacturing/ Managing Practices Certificering op basis van het bewijs dat aan de in de code vermelde richtlijnen voldaan is Met het oog op de integrale kwaliteitsbeheersing van de keten werd de GMP-code voor diervoeders vastgesteld. Door het onderschrijven van deze GMP-code verbindt de diervoederproducent zich er toe aan de gestelde voorwaarden te voldoen. De GMP-code voor de diervoedersector is ketengericht en omvat bijgevolg verschillende hoofdstukken per activiteit: grondstofopslag en –overslag, transport van voedermiddelen, voormengsels en diervoeders, diervoederproductie, .. Via de GMP-code tracht men tot een harmonisatie te komen op het vlak van autocontrole en traceerbaarheid binnen de volledige keten dus zowel van de grondstof naar de primaire producent, als van de diervoeders tot de consument. Vraag is hoe met het oog op de huidige problematiek tracing en tracking binnen de sector kan gïmplementeerd en verbeterd worden. Hogeschool Gent dept. BIOT april
20
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
De Belgische minimumeisen Iedere diervoerproducent is verplicht tot het registreren van een aantal gegevens met betrekking tot : Grondstoffen en leveranciers Eindproducten en klanten Iedere diervoerproducent is verplicht tot het nemen en bewaren van monsters van grondstoffen en eindproducten ….. Hogeschool Gent dept. BIOT april
21
Consumenten en traceerbaarheid
De consument moet zich veilig voelen Op maat gesneden en toegankelijke informatie liefst via het etiket Up-stream tracering zorgt voor transparantie in de keten Hogeschool Gent dept. BIOT april
22
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Eiproducten Vanaf 1 januari 2004 moet elk ei een stempel hebben waarop de herkomst staat vermeld. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de stempelplicht 1 januari 2001 in zou gaan. Het stempel geeft het houderijsysteem aan waar het ei is gelegd. Sectordirecteur Eieren Ben Dellaert van het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) is verbolgen dat de Europese landbouwraad ruim een week voor invoering heeft besloten tot uitstel. De EU-landbouwministers besloten tot uitstel omdat een compromis nodig was om alle lidstaten op één lijn te krijgen. De stempelplicht in Duitsland blijft van kracht. Vanaf 1 januari 2001 moeten de batterij-eieren die in Duitsland worden verkocht, voorzien zijn van een stempel. Voor scharrel- en volière-eieren geldt als ingangsdatum 1 april De eieren moeten worden gestempeld op het bedrijf waar ze zijn gelegd. Hogeschool Gent dept. BIOT april
23
Hogeschool Gent dept. BIOT 17 april
Het kwaliteitslabel: eveneens gebaseerd op traceerbaarheid Vb. controle-aktiviteiten voor biogranatie Het label kan enkel uitgereikt worden nadat het bedrijf ter plaatse gecontroleerd is door een door Biogarantie erkend Belgisch certifiëringsorganisme. Daarna wordt het bedrijf minstens 1 maal per jaar gecontroleerd en dit kan op elk ogenblik in de loop van het jaar uitgevoerd worden. Elk nieuw product mag slechts op de markt gebracht worden na schriftelijke bevestiging van het certifiëringsorganisme. De controle kan o.a. het volgende inhouden : - controle van de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven. Dit houdt o.a. alle gegevens over vruchtwisseling, bemesting, voeders en gewasbescherming in. - boekhoudkundige controle : controle van de aard en de herkomst van aangekochte producten,controle op de biologische herkomst van ingrediënten, controle op hoeveelhedenaangekochte ingrediënten en eindproducten, o.a. op basis van aan- en verkoopfakturen, aanbodslijsten, prijslijsten. -controle van de productiewijze : bepaling van de samenstelling van de produkten en van de percentages biologische ingrediënten, doorlichten van productieprocédé’s en gebruiktematerialen, controle verpakking en etikettering - bezoek aan percelen, productieruimtes en magazijnen - residu-analyses op bodem, ingrediënten en eindproducten Vb. Merituslabel Eén van de voornaamste pijlers van het Meritus-project (oorspronkelijk Europees kwaliteitsrundvlees) is de traceerbaarheid of identificatie van het dier, het karkas en het versneden vlees doorheen de hele productiekolom. Het feit dat alle gegevens over het rund en het vlees zonder hiaten kunnen nagetrokken worden van bij de boer tot in het winkelpunt en omgekeerd, is immers een fundamentele voorwaarde voor een sluitend controlesysteem. Hogeschool Gent dept. BIOT april
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.