Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Dali sturing en PEHA sturing
PTI Kortrijk Benoit & Hauspie Dali sturing en PEHA sturing
2
Algemeen overzicht van de opstelling.
3
Gebruiksaanwijzing DALI BASIC
4
PTI Kortrijk Benoit & Hauspie 1. Aansluitschema Dali
5
2. Algemeen Het DALI BASIC apparaat is een multifunctioneel controleapparaat waarmee comfortabele en voordelige lichtregelsystemen ontworpen kunnen worden. Met dit apparaat kunnen zowel lichtregelingen (daglicht-, aanwezigheidsafhankelijk) als lichtsturingen gerealiseerd worden.
6
Met het BASIC apparaat kunnen vier armaturengroepen naar keuze gevormd worden en elke groep kan in meerdere lichtscènes met een individuele dimstand opgenomen worden. In totaal zijn er vier scènes mogelijk.
7
Het bedienen en programmeren van de installatie kan gebeuren met vijf standaard pulsdrukkers of toetsen, die voor netspanning geschikt zijn. Er is geen separaat programmeerapparaat nodig
8
Er is één centrale pulsdrukker nodig waarmee de installatie in en uitgeschakeld en de armaturen gedimd kunnen worden. Vier pulsdrukkers worden gebruikt om de groepen en scènes te programmeren en te bedienen.
9
Centrale toets Toetsen 1,2,3 en 4: Groepen en scènes
10
3. Opstart van het paneel.
11
Opstart van het paneel.
12
4. Terug naar fabrieksinstellingen.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de controller en wacht tot de LED “ON” (groen) uit gaat. Hou de resetknop en op hetzelfde moment herstellen we de stroomvoorziening. Laat de resetknop los zodra de “STORING” LED (rood) uitgaat.
13
Terug naar fabrieksinstellingen.
14
5. Ingebruikname van installatie.
De totale verlichtingsinstallatie kan met de centrale toets bediend worden zonder dat er nog geprogrammeerd is. Met een kortstondige druk op deze toets kunnen alle aangesloten DALI apparaten in- en uitgeschakeld worden. Als de toets langer gedrukt wordt dan kunnen de aangesloten lampen meer of minder gedimd worden.
15
Ingebruikname van de installatie.
16
6. Reset. Hierbij duwen we met een kleine schroevendraaier op de resetknop bovenaan de module totdat alle lampen naar dim stand overgaan.
17
Reset.
18
7. Aansluittest. Hiermee kan getest worden of de toetsen 1t/m 4 op de juiste wijze bedraad zijn. Deze test wordt als volgt uitgevoerd: Druk eerst de resettoets van het DALI BASIC apparaat even in, alle aangesloten lampen schakelen daarbij naar de minimale dimstand.
19
7. Aansluittest. Hiermee kan getest worden of de toetsen 1t/m 4 op de juiste wijze bedraad zijn. Als daarna toets 1 ingedrukt wordt knippert de verlichting één keer, bij het drukken van toets 2 twee keer enz. De toetsen moeten hierbij wel zo lang ingedrukt blijven totdat de lampen het overeenkomstige aantal keren geknipperd hebben. Bij het drukken van de centrale toets wordt deze test afgesloten.
20
Aansluittest van de drukknoppen.
21
8. Groepenindeling. De groepenindeling is door een toetscode vergrendeld, zodat niet per ongeluk de groepenindeling veranderd kan worden. De vergrendeling wordt als volgt opgeheven:
22
8. Groepenindeling. De centrale toets, toets 1 en toets 2 gelijktijdig drukken en ca. 5 sec. gedrukt houden totdat de totale installatie gaat knipperen. Daarna worden de toetsen loslaten. Binnen de 10 seconden moet de centrale toets opnieuw ingedrukt worden en ca. 5 sec. ingedrukt houden totdat de lampen na het knipperen in de laagste dimstand blijven branden. De centrale toets mag weer worden losgelaten.
23
Toetscode om te ontgrendelen.
24
8. Groepenindeling. De lampen gaan nu in willekeurige volgorde knipperen, doordat de BASIC controller naar aangesloten DALI apparaten gaat zoeken en zodra er één gevonden is de hierbij behorende lamp laat knipperen - dit kan enige seconden duren. Deze knipperende lamp kan dan aan één van de groepen 1-4 toebedeeld worden door één van de toetsen 1-4 te drukken. Met toets 1 wordt groep 1 vastgelegd en met toets 2, groep 2 enz. Dit gaat als volgt:
25
8. Groepenindeling. De lamp die knippert wordt via een druk op toets 1 toebedeeld aan groep1 (andere toets en groep kan ook). Met een druk op de centrale toets wordt deze keuze gefixeerd. Een volgende lamp gaat knipperen en wordt via een druk op toets 2 toebedeeld aan groep 2 (kan in dit geval ook groep 1 zijn door een druk op toets 1, of een andere toets en groep). De overige lampen worden op dezelfde manier vastgelegd.
26
8. Groepenindeling. Het is uiteraard bij deze groepenindeling mogelijk om meerdere lampen in één groep op te nemen. Een lamp die reeds is ingedeeld gaat hierbij met maximale helderheid branden terwijl de lamp die toebedeeld wordt blijft knipperen en de overige lampen minimaal gedimd zijn. De toewijzing kan door het drukken van een andere toets 1-4 zolang veranderd worden tot de gewenste groepenindeling is gevonden, pas bij een druk op de centrale toets wordt de keuze vastgelegd. Zodra alle lampen ingedeeld zijn is dit te herkennen doordat alle lampen gelijktijdig één keer knipperen.
27
Groepenindeling.
28
9. Groepentest. Onmiddellijk na de groepenindeling kan vastgesteld worden of de indeling juist is: Druk toets 1 en alle lampen die in groep 1 zitten gaan nu maximaal branden. Druk toets 2 en alle lampen die in groep 2 zitten gaan nu maximaal branden. Enz. Druk op de centrale toets om de groepentest te beëindigen. Het kan wel enige seconde duren.
29
Groepentest.
30
10. Scène - indeling. Groepsgewijs worden de lampen in een scène opgenomen waarbij de lampen afhankelijk van deze scène gedimd kunnen zijn.
31
10. Scène - indeling. Voorbeeld scène 1: Met een druk op drukknop op I1 zal: Lamp 1 ongeveer op 50% werken. Lamp 2 op 100% werken. Lamp 3 ongeveer op 50% werken. Hoe?: Druk op I1 + C om de lamp te dimmen tot 50%. Lamp 2 is OK. Druk op I3 + C om de lamp te dimmen tot 50% Achter deze stappen druk je op I1 tot de lamp knippert. Dat wil zeggen dat de programmatie een feit is.
32
Voorbeeld scène 1.
33
10. Scène - indeling. Voorbeeld scène 2: Met een druk op drukknop op I1 zal: Lamp 1 uit. Lamp 2 op 100% werken. Lamp 3 op 100% werken. Hoe?: Druk op I1 + C om de lamp te dimmen tot 0%. Lamp 2 is OK. Lamp 3 is OK. Achter deze stappen druk je op I2 tot de lamp knippert. Dat wil zeggen dat de programmatie een feit is.
34
Voorbeeld scène 2.
35
10. Scène - indeling. Voorbeeld scène 3: Met een druk op drukknop op I3 zal: Lamp 1 uit. Lamp 2 uit. Lamp 3 op 100% werken. Hoe?: Druk op I1 + C om de lamp te dimmen tot 0%. Druk op I2 + C om de lamp te dimmen tot 0%. Lamp 3 is OK. Achter deze stappen druk je op I3 tot de lamp knippert. Dat wil zeggen dat de programmatie een feit is.
36
Voorbeeld scène 3.
37
10. Scène - indeling. Voorbeeld scène 4: Met een druk op drukknop op I4 zal: Lamp 1 op 100% werken. Lamp 2 op 100% werken. Lamp 3 op 100% werken. Hoe?: Lamp 1 is OK. Lamp 2 is OK. Lamp 3 is OK. Achter deze stappen druk je op I4 tot de lamp knippert. Dat wil zeggen dat de programmatie een feit is.
38
Voorbeeld scène 4.
39
11. Test van de sferen. Een lichtscène kan gekozen worden als de overeenkomstige toets (toets 1 is scène 1, toets 2 is scène 2, enz.) kortstondig gedrukt wordt en de lampen van de scène in de juiste dimstand gaan branden.
40
Testen van de instellingen.
41
Gebruiksaanwijzing PHC analoge module
42
PTI Kortrijk Benoit & Hauspie Aansluitschema Peha
43
Algemeen overzicht van de PHC module.
44
1. Ingebruikname van installatie.
Op deze module kunnen we 5 drukknoppen aansluiten. Met drukknop 1 kan men de schakeling inschakelen en uitschakelen. Wanneer we langer duwen kunnen we ook gaan dimmen.
45
Ingebruikname van de module.
46
De module is beveiligd met een ‘wachtwoord’
De module is beveiligd met een ‘wachtwoord’. Wanneer je drukknop 0, 1 en 2 samen gaat indrukken gedurende enkele seconden wordt de installatie gedeblokkeerd. Vanaf dan is het mogelijk om instellingen te veranderen.
47
3. Programmeren. Aan de hand van ‘switch’ kan men verschillende instellingen gaan doen.
48
3. Programmeren. De verschillende functies van de inputs zijn.
49
Programmatie PEHA drukknop I2.
50
Programmatie PEHA drukknop I3.
51
Test programmatie.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.