Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdErna Smets Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
29/01/14
2
Intro Theorie Kennisvragen maken
3
Reclamedoel (kennis-gevoel-gedrag) Pretesting Posttesting
4
Het effectconcept (gebruik) Het probleemconcept Het associatieconcept (imago of gevoel) Het explicatieconcept (eigenschappen) Het vergelijkingsconcept Een concept moet: opvallen, boeien, overtuigen herrinerd worden en bij de doelgroep en het product passen.
5
Advertentieopbouw Een advertentie kan uit verschillende onderdelen bestaan, te weten: Eerst is er een kopzin die de aandacht trekt en de lading dekt. Hierna volgt meestal een tekstblok. Consumenten nemen weinig tijd om reclameboodschappen te lezen. Daar moet bij het reclamemaken rekening mee worden gehouden. Een goed tekstblok heeft als kenmerken: ◦ spreektaal; ◦ korte zinnen in telegramstijl; ◦ persoonlijke gerichtheid; ◦ korte alinea's; ◦ origineel; ◦ actieve vorm in plaats van de lijdende vorm; ◦ humor; ◦ actueel; ◦ geen negatieve woorden, wel positieve woorden. Daarnaast worden in advertenties vaak opvallende illustraties gebruikt, waarbij het onderschrift hieraan nog iets extra's toevoegt. Een advertentie sluit vaak af met een zogenoemde pay- off. Dit is een korte kreet of zin waarin de advertentie wordt samengevat. Ten slotte wordt vaak een bon toegevoegd om de lezer tot actie aan te zetten. Op de bon moet altijd de naam en het adres worden vermeld. Vaak wordt een antwoordnummer gebruikt zodat er voor het opsturen geen postzegel nodig is. Dit verhoogt de respons. In deze advertentie zijn alle onderdelen goed terug te vinden
6
Actiereclame (kopen) Themareclame (lange termijn) Institutionele reclame (positieve houding) Collectieve reclame (dezelfde tak, verschillende bedrijven) Cooperationele reclame (dezelfde bedrijfskolom, opeenvolgende fasen) Combinatiereclame (verschillende bedrijfstakken) Vergelijkende reclame Misleidende (sluikreclame) Point of purchase reclame Ideële reclame
7
Bij de keuze van het medium spelen vier zaken een rol: Het bereik (de hele bevolking) De dekking (de doelgroep) Het communicatievermogen De kosten (reclame rond het journaal)
8
Wetgeving (vergelijkende reclame is, als het objectief is, niet verboden. Het is echter wel verboden als er concurrende merknamen worden gekleineerd) De stichting reclame code
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.