Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHidde Veenstra Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
HET ROMEINSE LEGER Caesar in Gallië
2
De LEGERHERVORMINGEN VAN Marius (107-100 V.c.)
Staand beroepsleger Toegankelijk voor alle Romeinse burgers Vast loon : soldij (salaris) Pensioen (stuk grond) na 20/25 jaar dienst Gevolg : goed getraind gedisciplineerd leger
3
INDELING VAN HET LEGER 1 leger = meerdere legioenen
1 legioen (6000 > 4800) = 10 cohorten
4
INDELING VAN HET LEGER 1 cohort (600 > 480) = 3 manipels
5
INDELING VAN HET LEGER 1 manipel (200 > 160) = 2 centuriae
1 centuria (100 > 80) = 10 contubernia 1 contubernium = 10 > 8 milites contubernales De contubernales sliepen in één tent.
6
INDELING VAN HET LEGER De legioenen werden geholpen door hulptroepen (Auxilia) De auxilia bestonden uit soldaten van andere nationaliteiten (Numidiërs, Kretenzers, enz...) Zij leverden contingenten ruiterij en lichtbewapenden (boogschutters, slingeraars)
7
BESTUUR VAN EEN LEGER Aan het hoofd van een leger staat een IMPERATOR
Een imperator beschikt over het IMPERIUM, d.w.z. – de hoogste rechterlijke macht, de beschikking over leven en dood van de burgers. - het opperbevel van een leger
8
BESTUUR VAN EEN LEGER De enige magistraten “cum imperio” zijn de consuls, de praetoren en magistraten die van de senaat het imperium “pro consule” of “pro praetore” gekregen hebben, de zgn. proconsuls en propraetoren, die in naam van de senaat een buitenlandse provincie besturen.
9
BESTUUR VAN EEN LEGER De commandant van een legioen is een LEGATUS. Hij bestuurt zijn legioen in naam van de imperator. De legatus wordt bijgestaan door krijgstribunen, tribuni militum De “tribuni militum a populo” zijn jonge onervaren Romeinen, die in het leger hun politieke carrière beginnen. De “tribuni militum rufuli” zijn ervaren officieren, aangeduid door de imperator.
10
HET BESTUUR VAN HET LEGER
Iedere centuria wordt aangevoerd door een CENTURIO. (60) De centuriones vormen de ruggengraat van het legioen. Onder de centuriones bestaat een duidelijk afgebakende hiërarchie. De hoogste in rang is de primus pilus of primipilus , de centurio van de 1ste centuria van de 1ste cohorte. Onderaan de hiërarchie van de legerleiding staat de “optio” .
11
HET BESTUUR VAN HET LEGER
Ieder legioen wordt ook vergezeld van een quaestor, die instaat voor de financies (boekhouder) en een praefectus castrorum (kampoverste), die instaat voor de bouw van het kamp.
12
DE LEGIONARIUS Ook spottend de “mulus marianus” genoemd, de muilezel van Marius, omdat hij een persoonlijke bagage van 35 à 44 kg moest meeslepen. Een soldaat mét bagage (impedimenta) noemt men een miles impeditus, een soldaat zonder bagage een miles expeditus.
13
DE LEGIONARIUS
14
DE LEGIONARIUS Uitrusting Kledij : Bescherming Tunica
Pallium (soldatenmantel Caliga (sandaal) Bescherming Lorica (maliënkolder) Galea (helm) Scutum (schild)
15
DE LEGIONARIUS Uitrusting Wapens Bagage 2 werpsperen (pilum)
Zwaard (gladius) Dolk (pugio) Bagage eet-gamel keteltje Sikkel Mand Pikhouweel Plaggensteker Dubbelgepunt staketsel (2) schop
16
DE LEGIONARIUS
17
DE CENTURIO Herkenbaar aan : Dwarse helmkam Wijnstok Scheenplaten
18
DE OPTIO Herkenbaar aan : Overlangse helmkam
19
HET LEGERKAMP Het leger overnacht steeds in een kamp (castra).
Vaak blijft een kamp weken, maanden en zelfs jaren bestaan. Dikwijls groeien ze uit tot steden. Soms worden ze opgetrokken voor slechts enkele dagen. Een winterkamp noemen we hiberna.
20
HET LEGERKAMP De bouw van een kamp is de bevoegheid van de Praefectus castrorum. Hij laat het terrein opmeten en duidt aan waar de legioenen hun tenten kunnen opspannen. Elk kamp wordt aangelegd volgens hetzelfde damboordpatroon. Bij aankomst verzamelen de soldaten materiaal (agger) voor de wal (vallum).
21
HET LEGERKAMP
22
HET LEGERKAMP Met vallum duiden we de wal aan rond het kamp of de wal mét de gracht ervoor (fossa) en de houten palissade op de wal.
23
HET LEGERKAMP 2 hoofdstraten doorkruisten het kamp :
Van Noord naar Zuid de Cardo Maximus of Via Principalis Van Oost naar West de Decumanus Maximus of Via Praetoria Bij de kruising van deze wegen stond de veldheerstent, het praetorium. De hoofdpoort wordt Porta Praetoria genoemd, de achterste poort de Porta Decumana, de andere poorten de Porta Dextra en Porta Sinistra
24
HET LEGERKAMP
25
HET LEGERKAMP
26
HET LEGERKAMP
27
HET LEGERKAMP
28
HET LEGERKAMP
29
DE KENTEKENS (SIGNA) Ieder manipel, iedere cohorte en elk legioen heeft een eigen teken of standaard. Deze tekens dienen, samen met de tuba om bevelen door de geven. Ieder signum heeft een religieuze betekenis. De signa worden gedragen door signiferi. Zij moeten hun teken met hun leven verdedigen.
30
DE KENTEKENS (SIGNA) Het teken van een legioen is een adelaar (aquila). Het wordt gedragen door de aquilifer. Ieder legioen heeft ook een vaandel. Het wordt gedragen door de vexilarius. Ook ieder cohorte en elk manipel hebben een signum, gedragen door een signifer.
31
DE KENTEKENS (SIGNA)
32
DE KENTEKENS (SIGNA)
33
HET LEGER OP MARS Het Romeinse leger op mars noemen we een AGMEN (colonne). Marscolonne : verkenners voorop Voorhoede : hulptroepen (ruiterij) Legioenen in volgorde De tros (impedimenta) tussen de legioenen in. Achterhoede : hulptroepen Tros of impedimenta Op lastdieren en karren Alle kampbenodigdheden (tenten, belegeringstuigen...) Dagmarsen Impeditus : 20 à 30 km per dag Expeditus : 50 à 80 km per dag
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.