Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGerarda Jacobs Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Geschiedenis van het sociaal werk College 3
Sociale zorg in de tijd van 4xR: renaissance, reformatie, revolutie en republiek Samenstelling: Maarten van der Linde College 3: Gesch. Sociaal Werk:
2
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Vernieuwingen vanaf 1500 De invloed van de renaissance vanuit Italië: Aandacht voor de individuele mens. Ontdekking van ontplooiings-mogelijkheden, door opvoeding en scholing. Er gaat een kritische geest waaien. Mensen zijn zelf verantwoordelijk. Begin van ontdekkingen-tijdperk. Nieuwe opvoedingsidealen. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
3
Vanaf 1500 wordt de armenzorg individueler en strenger
Dat is een gevolg van het nieuwe denken van de burgers dat de mens meer verantwoordelijkheid toedeelt voor zijn eigen leven en welzijn. Die nieuwe ideeën worden gevoed door denkers en geestelijk leiders als Erasmus, Luther, Calvijn, Vives en Coornhert. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
4
Renaissance inspireert tot geloofsvernieuwing, wetenschap en kunst
Erasmus ± 1500 Grondlegger van het christelijk humanisme: pleit voor tolerantie, onderwijs, opvoeding, discipline. Hij blijft katholiek. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
5
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
“Het ei dat Erasmus heeft gelegd, wordt door Maarten Luther uitgebroed.” Maarten Luther ± 1525: wil de kerk hervormen (reformeren). Loopt uit op breuk met de paus. De ‘reformatie’ van Luther is het begin van de protestants-christelijke kerken, los van de Roomse Kerk. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
6
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Johannes Calvijn, ± 1550, kreeg in Nederland een forse aanhang. Zijn strenge theologische inzichten vormen de basis voor de gereformeerde kerk in de Nederlandse Republiek College 3: Gesch. Sociaal Werk:
7
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Vernieuwer van de armenzorg ZIE CANON: De Spanjaard Vives woonde omstr in Vlaanderen. Hij was kritisch op de kerkelijke armenzorg en stelde voor dat het stadsbestuur de regie zou overnemen. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
8
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Humanisering van het straffen ZIE CANON: Coornhert (omstr. 1550) zag niets in wrede straffen zoals handen afhakken. Hij vond dat boeven opgevoed moesten worden. Dat kon het beste door ze te laten werken in een rasphuis of spinhuis. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
9
Het rasphuis in Amsterdam, omstr. 1600
College 3: Gesch. Sociaal Werk:
10
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
De armenzorg gaat veranderen als gevolg van: Beeldenstorm (1566) - Opstand tegen Spanje (1568) – Oorlog tot Nederland wordt republiek (1588) – Einde macht kerk van Rome in de Noordelijke Nederlanden College 3: Gesch. Sociaal Werk:
11
Bloei na opstand tegen Spanje
Gouden Eeuw. Nederlandse Republiek wordt economische wereldmacht. Stedelijke burgerij en regenten geven de toon aan. Culturele bloei. Veel sociale instellingen. Sociale zorg wordt strenger: armen moeten werken. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
12
Rijk en arm in de republiek; veel instellingen voor (karige) armenzorg
De Amstelhof 1681 voor oude mannen en vrouwen; 2009 Hermitage Museum College 3: Gesch. Sociaal Werk:
13
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Multiconfessionele armenzorg vanaf 1600 ZIE CANON: Vóór 1600 alleen rk armenzorg en gasthuizen Omstreeks door overheid gesloten of overgenomen; Gereformeerde kerk (met haar diaconie) wordt bevoorrecht; Rooms-katholieken, joden, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten worden gediscrimineerd, maar ook gedoogd; d.w.z. getolereerd: niet vervolgd of gedood. Alle zes stromingen hebben eigen armenzorg en andere sociale voorzieningen. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
14
Lutherse, gereformeerde, en joodse armenzorg naast elkaar
Luthers weeshuis A’dam College 3: Gesch. Sociaal Werk:
15
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
In alle steden worden hofjes gebouwd, waar arme ouderen of weduwen gratis mogen wonen. College 3: Gesch. Sociaal Werk:
16
Veel hofjes bestaat nog steeds: het lijken wel kleine paradijsjes.
College 3: Gesch. Sociaal Werk:
17
Hofjes in hartje binnenstad; nu vaak bewoond door studenten
College 3: Gesch. Sociaal Werk:
18
Nederlandse armenzorg 1600-1750: Uniek in Europa
Vier verklaringen: Middeleeuwse liefdadige erfenis Meer en gevarieerde instellingen als gevolg van religieuze verdeeldheid; ook concurreerde men met elkaar! Kleinschaligheid: vooral stedelijke instellingen, korte lijnen, goed toezicht Bloei van de liefdadigheid mogelijk door economische bloei van de Republiek College 3: Gesch. Sociaal Werk:
19
Armenzorg: onzichtbare armen - de regenten breed in beeld
Zelfgenoeg- zaamheid en verstarring liggen op de loer. Is er dan niet iets Structureels aan armoede te doen? College 3: Gesch. Sociaal Werk:
20
College 3: Gesch. Sociaal Werk: 1500-1780
Einde college 3 College 3: Gesch. Sociaal Werk: 20
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.