Download de presentatie
1
ADHD groep 3 bijeenkomsten
Programma eerste bijeenkomst: 1.Uitleg doel van de groep 2.Kennismaking 3.Groepsregels 4. Wat is ADHD? -PAUZE 5. Hoe ziet ADHD er bij mij uit? 6.Bijkomstige problemen bij ADHD 7. Denk-opdracht voor 2de bijeenkomst
2
Doel van de groep: Meer leren over ADHD
Meer leren over hoe ADHD er bij jou uitziet Leren van elkaar en tips uitwisselen
3
Kennismaking Voorbeelden van wat jullie van elkaar willen weten
kunnen zijn: Leeftijd Hobby Schoolvorm Woon/leefsituatie etc. Hoe lang weet je al dat je ADHD hebt? Ben je het met de diagnose eens? Medicatiegebruik en werking.
4
groepsregels geheimhouding buiten de groep
elkaar respecteren in gedrag en mening aardig tegen elkaar doen elkaar steunen/helpen …….. ………
5
A: D: H: Wat is ADHD? attention(1) deficit
hyperactivity(2)/impulsivity(3) disorder 5
6
Aandachtstekortstoornis (1) met hyperactiviteit (2) en impulsiviteit (3)
6
7
3 hoofdkenmerken van ADHD (1,2 en 3)
Aandachtstekort (1) Hyperactiviteit(2) 1. Moeite met letten op details, slordigheidfouten 2. Moeite te focussen op taak 3. Lijkt niet te luisteren als aangesproken (dromerig/staren) 4. Moeite opdrachten uit te voeren (af te ronden) 5. Moeite met organiseren/plannen 6. Afkeer van taken waarbij concentratie nodig is (o.a. schoolwerk) 7. Vaak spullen kwijt 8. Afgeleid door omgeving 9. Vergeetachtig bij bezigheden Beweegt veel met handen en voeten, kan niet goed stilzitten Staat vaak op waar dat niet mag Rent vaak rond ed Kan niet rustig spelen is vaak "in de weer" of "draaft maar door" 6. praat vaak aan een stuk door Impulsiviteit(3) flapuit Moeite met op beurt wachten Bemoeit zich vaak met anderen (storend) 7
8
“Alle Dagen Heel Druk “ 1.ADHD van het gecombineerde type
2.ADHD van het overwegend hyperactief/impulsieve type 3.ADHD van het overwegend onoplettende type (ADD) “Alle Dagen Heel Druk “
9
Minimaal 6 van de 9 symptomen nodig voor de diagnose ADHD
van kenmerk 1 en kenmerk 2 en 3 samen
10
B. Enkele van de symptomen moeten voor 7de jaar aanwezig
C. Enkele symptomen moeten aanwezig zijn om in ieder geval 2 gebieden (bv. school, thuis, werk) D. Symptomen moeten echt voor problemen zorgen, je beperken in je functioneren E. Symptomen horen niet bij andere stoornis 10
11
2de bijeenkomst Programma:
1.Korte herhaling vorige keer over ADHD, nog vragen? 2.Uitleg over oorzaken ADHD, werking hersenen en medicatie -PAUZE 3.Navragen nadenk-opdracht 4.Tips en strategieën bedenken met elkaar 5.Voor- en nadelen en beroemde ADHD-ers 6. Vragen bedenken voor ervaringsdeskundige volgende x 7. Nadenkopdracht
12
Oorzaken AD(H)D Erfelijke aanleg (50-80% bij eeneiige tweelingen)
Kinderen van ouders met ADHD krijgen het in de helft van de gevallen ook. Broertjes en zusjes hebben drie tot vijf en neefjes en nichtjes twee keer zoveel kans. Neurobiologische stoornis (hersenen werken anders). Veel genen spelen een rol in het ontstaan van ADHD. Deze genen hangen samen met o.a. de dopamine-stofwisseling in de hersenen. Er is ook uit onderzoek gebleken dat bij de geboorte de van de hersenen van mensen met AD(H)D kleiner zijn, na het 20ste jaar is dat meestal bijgetrokken tot normaal (gaat langzamer). Risicofactoren: roken of drinken tijdens zwangerschap, hoge bloeddruk tijdens zwangerschap, vroeggeboorte en laag geboortegewicht.
13
Let op: ADHD heeft niets te maken met je intelligentie!
ADHD krijg je niet door een verkeerde opvoeding (een chaotische thuissituatie kan je klachten wel verergeren)
14
Werking hersenen (3 gedeeltes van je hersenen: achter, midden, voor)
Achter,Stap 1: je neemt informatie waar (ziet,hoort, voelt, ruikt, proeft) Midden,Stap 2: je verwerkt de informatie (filtert alle informatie, alle prikkels, helpt ordenen) Voor,Stap 3: Je reageert op de informatie, door een reactie, door je gedrag te ‘managen’ (geven instructies waar wel op te letten, waar niet op, wat te doen of niet te doen).
15
1. achterste, 2. midden, 3. voorste (=frontale) hersengedeeltes
16
Hersenen als elektriciteitscentrale
Door verbindingen (zenuwbanen) tussen de hersengebieden (1,2 en 3) worden signalen doorgegeven. De zenuwbanen bestaan uit zenuwcellen die zenuwcellen geven informatie aan elkaar door via boodschapperstofjes (transportstoffen of neurotransmitters genoemd).
18
Hersenen met ADHD Neurotransmitters zijn dus de stoffen die boodschappen doorgeven van de ene naar de andere zenuwcel. Bij AD(H)D ers loopt er iets fout met de productie van 2 stofjes (Dopamine en Noradrealine). Vermoeden is dat dit tekort gevolgen geeft voor het voorste deel van de hersenen die verantwoordelijk voor zijn het plannen organiseren (dus de combinatie van stap 2 en 3 van de werking van de hersenen gaat daardoor lastig, het filteren van de informatie en je gedrag sturen/richten)
19
De ontdekking van medicijnen voor ADHD
De naam ADHD bestaat sinds 1987 Daarvoor bestond het gedrag wel al, met andere namen: - Minimal Brain Damage/Dysfuntioning - Hyperkinetisch syndroom, - Inhibitiezwaktesyndroom In 1937 probeerde Dr. Bradley amfetamine medicijnen bij kinderen, nadat de kinderen een lumbaalpunctie hadden ondergaan (dan wordt via de ruggenmerg hersenvocht afgetapt). Idee: door de medicijnen wordt sneller nieuw hersenvocht aangemaakt, om hoofdpijn na de punctie tegen te gaan. Het werkte niet, maar…kinderen vroeger daarna wel aan de dokter of ze de ‘rekenpillen’ weer mochten! Vanaf dat moment zijn medicijnen met amfetaminen gebruikt voor kinderen met hyperactiviteit of concentratieproblemen. In de jaren 50 is methylfenidaat ontdekt (= synthetisch amfetamine, genaamd….Ritalin)
20
soorten medicatie en hun werking
(Stimulantia, met methylfenidaat): Ritalin (±4 uur) Concerta (± 12 uur) Equasym (± 9 uur) Medikinet (±7 uur)
21
Non-stimulantia Strattera (vaste werking, na opbouwfase bloedspiegel)
22
Verloop ADHD Er is lang gedacht dat je over ADHD heen groeide met het ouders wordt. Dat blijkt niet zo te zijn. Slechts bij één op de drie verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal. Van elke drie behandelde adolescenten met ADHD blijft de diagnose bij één persoon ook na het 18e jaar bestaan; bij de overige adolescenten blijven de klachten in een iets mildere maar nog altijd hinderlijke vorm bestaan. Meer kans op verslaving, relatie- en opleidingsproblemen, meer kan op criminele ontwikkeling bij niet behandelen.
23
Tips/strategieën per hoofdkenmerk:
Aandachtstekort Hyperactiviteit Impulsiviteit
24
Nadelen
25
Voordelen (pluspunten)
26
Beroemde ADHD-ers En wie nog meer………….?
27
Nadenk-opdracht Kun je nog andere voor- en nadelen bedenken?
Vragen voor ervaringsdeskundige
28
3de bijeenkomst Nog voor-en nadelen bedacht?
Kennismaking ervaringsdeskundige Vragen aan de ervaringsdeskundige En als tijd: - DVD - oplossingsmethode Evaluatie en hoe nu verder Gebruik je ADHD positief!
29
Probleemoplossing a.Wat is je probleem? Beschrijf kort de situatie.
b. Hoe vormt de situatie, zoals hij nu is, een probleem voor jou? c. Hoe zou je het liefst willen dat het is? d. Eerdere/mogelijke oplossingen: e. Heeft de situatie, zoals het nu is, ook voordelen? f. Wil je veranderen: maak een plan (op basis van je bedachte oplossingen. Wil je (nog) niet veranderen, breng dan ik kaart wat de voor- en nadelen zijn van zo doorgaan door het voor-nadelen schema in te vullen.
30
De balans opmaken Vul dit schema in en beslis daarna opnieuw of je wil veranderen. Zo ja, maak een plan van aanpak voor de komende week. En….evalueer je plan van aanpak na een week! Doel:……………………………………………………………………………………………………………………… VOORDELEN NADELEN Hoe pak ik de situatie nu aan? Hoe zou ik het doen als ik voor veranderen zou kiezen?
31
Veel succes in de toekomst!
Maar gebruik van je kwaliteiten!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.