De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wapens.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wapens."— Transcript van de presentatie:

1 Wapens

2 Soorten jacht Drijfjacht Bersjacht (kogelwapen wordt geladen gedragen)
Loerjacht Verdelging Grootwildjacht Bosjacht

3 1 inch= 25,4 mm

4 Buks vs hagel 1 kogel 10gr/schot Getrokken/gedraaide loop
850m/s bij exit Tot 300m Convergeert op 75m 3000bar à 4000bar Grofwild 300 hagels 28 à 36gr/schot Gladde loop 350 à 400m/s bij exit Tot 40m (weidelijk) Convergeert op 35m 500bar Kleinwild, waterwild, ander wild

5 Loop/lopen Voorhout of lade Slot of baskuul Kolf
35m

6 Loop H G A B C D E F I A. Patroonkamer Ruimer geboord dan loop
Dikkere wand, om meer weerstand te bieden Kamerlengte (staat op buitenkant loop) is minstens even groot als afgevuurd ontvouwd patroon (staat op verpakking en meestal op patroon zelf) kal. 10 – 12 3 ½ ” kal. 12 – 20 3 ” (magnum) kal. 12 – 16 – 20 2 ¾ “ kal. 12 – 16 – 20 2 ½ ” Druk Normale druk: 500 bar Uitzonderlijke druk: 650 bar Normale proef 950 bar Versterkte proef 1200 bar Enkel deze zijn toegelaten in de jact B. Overgangsconus Vergemakkelijkt doorgang van de samengeperste hagelkolom en de prop vanuit de huls naar de loop, zonder dat de druk te snel afneemt C. Ziel (kaliber) Binnendiameter van de ziel bepaalt het kaliber kal. 12 CIP-norm 18,2 van 18,6 mm tot 18,1 mm (Engels) kal. 16 CIP-norm 16,8 van 16,9 mm tot 16,7 mm kal. 20 CIP-norm 15,7 van 15,9 mm tot 15,6 mm (Duits) Hoe groter de diameter van de ziel, hoe kleiner de terugslag Enkel kalibers 12 – (14) – 16 – 20 zijn toegelaten in Vlaanderen

7 Loop Geen choke Verbeterde choke “Glockenchoke” Skeet-choke Full-choke
Wurgboring Progressieve vernauwing aan de loopmond gaande van 0,0mm (no choke) tot ± 1,0mm (full-choke) Houdt de hagellading, na het verlaten van de loop, langer bijeen (verhoogt dodelijke werking op langere afstand) Om de trefzekerheid te meten wordt op een schijf van 75cm doorsnede geschoten vanop 35 meter Choke Vernauwing Browning Beretta Trefkorrels Trefzekerheid Opmerking Geen 0,00mm *** °°°°° 3 40% à 45% Cilindrische choke 1/8 à 1/10 0,10mm (niets) (niets) 3 à 4 50% Verbeterde choke 1/4 0,25mm **- °°°° 4 55% 1/2 0,50mm ** °°° 5 60% 3/4 0,75mm *- °° 6 65% 4/4 1,00mm * ° 7 70% Dubbelloopsgeweren kunnen 2 verschillende chokes combineren, waarbij de 2e loop een sterkere choke heeft Superposé  bovenste loop heeft sterkste choke Juxtaposé  linkse loop heeft sterkste choke Chokes worden gekozen afhankelijk van het wild: Bosjacht (schieten tot max 15 à 20 m) 1e loop: Cilindrische choke, verbeterde cilindrische, of skeet 2e loop: 1/4 of 1/2 choke Open veld of waterwildjacht (schieten tot 35 m) 1e loop: 1/4 of 1/2 choke 2e loop: 3/4 of 4/4 choke (full) Hagel vliegt níet sneller

8 Loop F. Loopmond N.a. G. Viziering Richtmiddel
Bestaat uit A. bies - superposé: bovenop de lopen - juxtaposé: tussen de lopen B. korrel: op de bies aan de loopmond C. keep: komt niet voor bij geweren die uitsluitend hagel verschieten H. Uitwerper of uittrekker Uitwerpers (ejectors): Uitwerpmechanisme om lege hulzen uit lopen te verwijderen , bij het breken van het wapen; Werkt enkel voor afgevuurde hulzen Uitduwers of uittrekkers: Mechanisme die hulzen enkele milimeters naar achteren uit de kamer duwt zodat je eraan kan met de vingers, bij het breken van het wapen I. Loophaken Soorten Geweerriemhaak: niet altijd aanwezig Voorhouthaak Scharnierhaak: haakt de loop in het slot. Hierop draait het geweer open Vergrendelhaak Scharnier- en vergrendelhaak is aanwezig per lopen. Bij dubbelloopgeweren zijn er 2

9 Voorhout Functies Steunen van het hand bij het richten van het wapen
Bijeenhouden van het wapen bij het openen. Beperkt de hoek waarin het wapen kan openen Bevat het uittrek- of ejectorenmechanisme Opspannen van het slagstuk (hanen) bij hamerless kippende geweren xx Bij meest voorkomende automatisch repeterende wapens bevinden de patronen zich in een buisvormige lade in het voorhout Bij pumpgun wordt het geweer geladen door een met de hand verschuifbaar voorhout Bij een geweer is dit een apart stuk, gescheiden van de kolf. Bij een buks vormen voorhout en kolf één geheel

10 Slot, Baskuul, of Sluitstuk
Trekker Veiligheid Opspan- of afvuur-mechanisme Vergrendeling Opspan- of afvuur-mechanisme Opspannen gebeurt bij het openen van het geweer Hammerless = inwendige hanen Er zijn 3 manieren om een geweer onklaar te maken Niet meer kunnen afschieten Hamers niet meer kunnen opspannen Voorhout eraf nemen Trekkermechanisme Vrijmaken van de haan Trekkerweerstand bedraagt 1,6kg à 2,0kg (= 1/2 gewicht wapen) Indien geen 2e trekker, trekkerweerstand van 2e schot is ook zwaarder Indien 2e trekker aanwezig, is die zwaarder (meer weerstand) om automatisch afgaan bij de terugstoot van het eerste schot Veiligheidsmechanisme Niet te vertrouwen Bevindt zich gewoonlijk op de kolfhals Vergrendeling Sluit de loop/lopen af Ontsluiting gebeurt dmv de sleutel op de kolfhals Vergredenlings- of sluitings-mechanismen Loophaak Pen Greener Kersten Purdey

11 Kolf Lopen schieten, de kolf treft A. Balans
Zwaartepunt bevindt zich tussen de handen, ter hoogte van het scharnier, dus voor de trekbeugel Balans kan aangepast worden door afmetingen (kolf, lopen) en uitboren/verzwaren van de kolf B. Zool of kolfplaat C. Lengte 35 cm à 38 cm Te korte kolf: Te weinig mikspoor waardoor het schot te laag afkomt Te hoog aan de schouder bij snel schouderen Hevige terugstoot Kan verlengd worden met een kolfkap in rubber, leder, hoorn… Te lange kolf: Te veel mikspoor waardoor het schot te hoog afkomt D. Helling op de Neus E. Helling op de Hiel Helling Hellingshoek: hoek van de loop t.o.v. de zool E. Schranking Zijdelingse afbuiging van de kolf t.o.v. de aslijn (van de loop/lopen) Bij rechts-ogigen, naar rechts, bij links-ogigen, naar links Tussen 4mm en 20mm A B C D E E

12 Hagel Huls en sluiting (Case; n.a.) Karton of plastic
Onderaan afgesloten met patroonvoet, of bodemkap (brass head), die voorzien is van een uitstekende rand, die dient als steun als de patroon in de kamer zit. Dit laat toe de patroon terug uit de kamer te verwijderen 2 soorten sluiting, die opengaan bij het afschieten Rolsluiting: meer spreiding, verliest aan populariteit Stersluiting De lengte van de opengevouwen huls staat op de huls en de verpakking mag niet langer zijn dan de kamer (kortere patronen mogen wel) Lengte kal. 10 – 12 3 ½ ” 89mm kal. 12 – 20 3 ” 76mm (magnum) kal. 12 – 16 – 20 2 ¾ “ 70mm kal. 12 – 16 – 20 2 ½ ” 65mm meestal 67mm - 2 ¼ ” 55mm Prop (wad) Gasdichte afsluiting tussen kruit en hagellading Voorkomt drukverlies Voorkomt smelten van hagelkorrels bij ontsteking van lading (trosvorming) Schokdemper door samendrukbaarheid (ruwe papiervezel, samengeperste kurk, piepschuim…) Bestaat ook in bekervorm, om aanraking met loopwand te verminderen (afremming) waardoor beter schotbeeld Houdt loopwand proper(der) Enkel deze zijn toegelaten in de jacht

13 Hagel Kruitlading Ca. 2gr voor kal. 12
Offensief bij lichte hagelladingen (Frans, Italiaans)  Kracht Progressief bij zware hagellading (Engels)  Comfort Hagellading (1/2) Bolvormige korrels van ~gelijke grootte Vierkante korrels: dispersante voor grotere spreiding door verhoogde luchtweerstand Voor kal. 12 tussen 28gr en 36gr Hageldikte wordt aangeduid met FN nummering Verschilt weinig van Belgische of van Italiaanse, of van Engelse nummering Spreiding: Totale diameter van de hagelbundel Is in functie van: Dikte: Hoe groter de dikte de hagelkorrels, hoe minder spreiding Prop: Zowel de vorm (omsluiting van hagelkorrels geeft minder spreiding) als materiaal (vilten prop geeft meer spreiding dan plastic prop) Choke: Hoe meer choke, hoe minder spreiding Materiaal: Staalhagel geeft minder spreiding Kaliber Is in functie van afstand tot de loopmond 50m  5m 100m  15m Wordt gemeten met de cirkel van warsee, en hiermee meet men de effectieve choke (zie choke: trefkorrels en trefzekerheid) Schot op 35m 2 concentrische cirkels met respectievelijke diameters van 75cm en 37,5cm Dekking: Verdeling van de hagelkorrels op doel, FN # 9 8 7 6 5 4 2 00 Ø mm 2,2 2,4 2,6 2,8 3 3,4 3,8 4,1

14 Hagel Hagellading (2/2) Druk ±500 bar Draagvermogen
Snelheid hagel bij verlaten van loop: 350 à 400m/s Snelheid hagel op 40 m na loop: 200m/s Maximaal wanneer geschoten wordt op 25° à 30° Draagwijdte = hageldikte (in mm) x , i.e. veilige afstand (!) Veilige afstand (!) varieert dus tussen 200m en 400m Dodelijke werking Schokwerking op zenuwstelsel door afgeven van kinetische energie Ekin = mv²/2 [Joule] Rechtstreeks: hersenen, halswervels, ruggenmerg Onrechtstreeks: beenderen, schouder, ribben, wervels Weidelijkheid Beschieten van wild mag tot op 40m om te zorgen dat er nog genoeg kinetische energie overgezet wordt Gladloopkogelpatroon Brenneke Idem als hagelpatroon, maar een zware, loden kogel in plaats van hagel Mag voor drijfjacht Mag niet voor bers- en loerjacht Kan gebruikt worden in combinatie met paradox choke (choke die bedrading heeft die kogel een rotatie geeft) Gewicht: Kal. 12: 30gr Kal. 20: 24gr Snelheid: 450m/s Nauwkeurig tot op 50m

15 Alternatieve hagel Lood (verboden)
Lage smelttemperatuur  Gemakkelijk te fabriceren Grote dichtheid  Elke korrel is relatief zwaar, én grote massa in 1 patroon geven een hoger kinetisch vermogen Gemakkelijk vervormbaar  Geeft gemakkelijk energie af; weinig ricochet; minder kans op tandbeschadeging bij eten,… Algemeen verspreid  Goedkoop Giftig  Grondelende eenden nemen lood op ipv kiezels Tin Gemakkelijk vervormbaar Niet giftig Zeer lage dichtheid Klein productie Bismut Grote dichtheid Duur Versplintert Staal Goedkoop Niet gemakkelijk vervormbaar Weinig spreiding (meer randhagel (ongevallen), meer misschieting) Tungsten of wolfram Lage smelttemperatuur Beter dan hagel (indien gemengd met zachter materiaal) Niet gemakkelijk vervormbaar, zeer hard Heel duur

16 Loop D A B C A. Patroonkamer Ruimer geboord dan loop
Dikkere wand, om meer weerstand te bieden Kamer geeft geen mogelijkheid tot vergissen van patroon Heeft een kamerrand, die de kogel tegenhoudt B. Overgangsconus Aanzetconus Houdt de messing huls tegen Zorgt voor hermetischen gasafsluiting naar achter x D. Viziering Bij dubbelbuksen heeft de keep een heel brede insnijding zodat er een ruim gezichtsveld blijft (vluchtkeep), daar er met dubbelbuksen overwegend op lopend wild geschoten wordt x. Choke Geen

17 Loop X. Velden ondiep Y. Trekken diep C. Ziel Cilindrisch
Velden en trekken om de kogel een rotatie om zijn lengteas te geven Stabiliseert de kogel, en verhoogt de precisie Hierdoor 2 diameters die gelijk blijven over de ganse lengte van de loop Velddiameter (X) Groef- of trekdiameter (Y) Spoedlengte of spoed Lengte van de trek waarbij een volledige omwenteling gemaakt wordt Afhankelijk van patroon, kaliber, projectiel en vertreksnelheid Tussen 8” en 35” (±18cm tot ±90cm) In eenzelfde kaliber heeft een zwaardere kogel een kortere spoed Polygoonloop vs “trek-en veldloop” Betere gasdischte afsluiting Minder weerstand (snellere kogel) Minder slijtage (langere levensduur) Gemakkelijker te poetsen Eenvoudiger te vervaardigen

18 Grendelhuis, of Sluitstuk
Opspan- of afvuur-mechanisme Slagpin, slagpinveer,... 3000 à 4000 bar Trekkermechanisme Enkele trekker zonder versneller (jachttrekker) Kleine vrije loop (eerste weerstand) Trekkerdruk: 1 à 2kg Goed voor drijfjacht (mét voortrekker af te raden) Enkele trekker met voorspanner (Franse Stecher) Opspannen mechanisme: trekker naar voren duwen Afvuren schot: trekker overhalen trekkerdruk: ±0 à 200gr (kan afgesteld worden) Dubbel trekker met voorspanner (Duitse Stecher) Opspannen mechanisme: achterste trekker trekkerdruk: 1 à 2kg Afvuren schot: voorste trekker trekkerdruk: ±0 à 200gr (kan afgesteld worden) Kan ook afgevuurd worden door enkel voorste trekker over te halen (grotere trekkerdruk) Veiligheidsmechanisme Niet te vertrouwen Bevindt zich gewoonlijk op de kolfhals Trekkerveiligheid vs slagstukveiligheid Trekkerveiligheid: schuif of drukknop die belet dat de trekker of trekkerstang kan bewegen Slagstukveiligheid: Blokeert trekker en slagstuk en slagpin Vergrendeling Vergrendelingsnokken zorgen voor hermetische afsluiting langs achteren Noodventiel: indien per accident toch gas naar achter stroomt bij het afvuren (bv slagpin doorboort slaghoedje), worden de gassen zijwaarts afgevoerd Afvuren schot Opspannen mechanisme

19 Patroon Huls Kogel 1. Randhuls 2. Groefhuls 3. Gordelhuls Schouder
Huls wordt in kamer gedragen doordat rand tegen kamerrand steunt Huls wordt verwijderd uit kamer via hulsuitdrukker of uitwerper Dubbellopen Huls wordt in kamer gedragen doordat hulsschouder tegen overgangsconus zit Huls wordt verwijderd uit kamer via hulsuittrekker via groef Halfautomatisch of grendel Ook randloze huls genoemd Huls wordt in kamer gedragen door zowel de gordel die tegen kamerrand steunt als de hulsschouder die tegen overgangsconus zit Huls wordt verwijderd uit kamer via hulsuittrekker via groef Zwaardere kalibers (magnum) Leeg Kruit Functie: Gasdichte afsluiting bij afvuren kogel Kruitlading bijeenhouden De kogel te positioneren vòòr de velden en trekken Randhuls patronen  randvuurpatronen (ontsteken bij slag van hamer op rand), die gevaarlijk zijn Groef Met prop Zonder prop Prop Normaal geen prop Soms toch een prop zodat kruitlading steeds contact heeft met slaghoedje, ook als huls niet volledig gevuld is met lading Slaghoedje

20 Patroon Kogel of projectiel Samenstelling Deelmantel:
Zachte loden kern omgeven door hardere messing (zink en koper) mantel die toch nog redelijk zacht is Aanpassing aan trekken en velden, maar toch stijf genoeg is om schroeflijnige vorm te volgen Diameter Ligt tussen diameter trekken en velden Kan net ietsje groter zijn de diameter trekken (waarom) Wordt paddestoelvormig bij inslag op wild (door zachtheid mantel), wat overzetting van kinetische energie bevordert Uitschot moet behoorlijk zijn om zweetspoor te geven, om dier dat niet onmiddellijk sterft op te sporen en af te maken Volmantel (verboden voor jacht): Zachte loden kern omgeven door volledige hardere metalen mantel Stuikt minder op bij inslag op wild (door hardheid mantel), zonder kinetische energie over te zetten Miniem uitschot H mantel 2 delen: Voorste deel zacht: vervorming Achterste deel hard: doordringing in wildlichaam

21 Patroon Kogel of projectiel Kaliber Europa
Kogeldiameter (mm) x hulslengte (mm); bv 7 x 64 “R” betekent dat de huls een rand heeft; bv 7 x 64 R “R” Enkel bij kippende lopen US & UK Kogeldiameter (inch); bv .243 Soms fantasiebenaming achter: bv .243 Win (staat voor Winchester; H&H is Holland&Holland) Soms toevoeging van datum van ingebruikname amerikaans leger; bv (staat voor 1906) Soms toevoeging van de massa van de kruitlading; bv (staat voor 30 grains; 100 grains = 6,48gr) Diameters zijn benaderingen, en geven diameter van trekken aan (niet van velden) Uitzondering: kaliber 8 heeft verschillende diameters (daar benadering) hoewel ze zelfde diameteraanduiding hebben, nl. 8. De hulslengtes kunnen wel verschillen 8,07mm gewone 8mm 8,20mm S-patroon “S” wordt toegevoegd, soms zwart of rood slaghoedje, en karteling in de kogel “S” heeft dus een zwaardere poederlading (Superlading) 8 x 57 Infanteriepatronen “I” of “J” wordt toegevoegd, enkel bij 8 x 57 patronen Op de loop van een buks staat niet het kaliber vermeld maar de patroon die met het wapen verschoten wordt“ Bv. er staat niet .224, maar er staat .22 of .22 Hornet of .220 Swift of .222 Rem of .224 Weath of 5,6 of… Beperkt aantal kalibers, maar 1500 à 2000 patronen

22 Patroon Kogel of projectiel (2/2) Druk
Tussen ±3000 bar en ±4000 bar (magnum patronen) Draagvermogen (snelheid) Snelheid kogel bij verlaten van loop: tussen 600 à 700m/s en 1200m/s Snelheid hagel op 100 m na loop: 100m/s trager, i.e. tussen 600m/s à 1100m/s Maximaal wanneer geschoten wordt op 25° à 30° Draagwijdte Zwaardere projectielen verliezen minder gemakkelijk snelheid, en draaft dus verder Kan tot 2km gaan Dodelijke werking Schokwerking op zenuwstelsel door afgeven van kinetische energie Ekin = mv²/2 [Joule] Rechtstreeks: hersenen, halswervels, ruggenmerg Onrechtstreeks: beenderen, schouder, ribben, wervels Beschadiging van vitale organen (hart, longen, lever, milt) Dier sterft op 100m van aanschotplaats (varkens kunnen uitzondering zijn) Bloedverlies Weidelijkheid Ree: Voorwaarde: 980 Joule trefenergie op 100m  5,6mm kogel Ander grofwild Voorwaarde: 2200 Joule trefenergie op 100m  6,5 mm kogel Tot 300 meter (te confirmeren)

23 Kogelbalistiek Kogelbaan
Afbuiging naar beneden onder invloed van de zwaartekracht Afremming onder invloed van de luchtweerstand OAR: Optimale AfstandsRegeling GEE: Günstigste Einschiess Entfernung MRD: Most Recommended Distance i.e. Afstellen (inschieten) van de buks met een bepaald projectiel om afwijking t.o.v. de vizierlijn te beperken over een gegeven afstand bv nooit meer dan 4 cm afwijking op alles t.e.m. 200m Korrel Keep Richtmiddelen (viziering) Open vizier Keep en korrel, waarbij men de gestreken korrel moet schieten (bovenkant keep en bovenkant korrel zijn gealigneerd) In onbruik want ook moet scherp stellen op 3 objecten (keep, korrel, en doel) en dit is onmogelijk Afstelling op 100m Uitzondering: Dubbelbuks op 50m of 80m Richtkijker Optische kenmerken Vaste of regelbare vergroting 8 x 21 8: vergroting, vergrotingsfactor tussen 1,5x en 12x; voor bers-en loerjacht tussen 4x en 6x 21; diameter van voorste lens (in mm), of objectieflens. Hoe groter, hoe helderder Oogpunt: waar snijden lichtbundels zich achter de kijker (±8cm) Gezichtsveld: bv 100m (gezichtsveld) op 1000m (afstand) Reticules (kruisdraden) Montage Dure kijkers worden waardeloos als montage niet goed is Afregeling Inschieten vraagt minimum 3 schoten Zelfde munitie gebruiken als bij jagen


Download ppt "Wapens."

Verwante presentaties


Ads door Google