Download de presentatie
1
Impulsgeleiding Thema 5
2
Zenuwstelsel Stukje herhaling Indeling op twee manieren Bouw Functie
3
A C F I H G B E D K J M L A zenuwstelsel B centrale zenuwstelsel C perifere zenuwstelsel D hersenen E ruggenmerg F zenuwen G grote hersenen H kleine hersenen I hersenstam A zenuwstelsel J autonome zenuwstelsel K animale zenuwstelsel L orthosympatisch zenuwstelsel M parasympatische zenuwstelsel
4
Begrippen die je (nog) moet weten
Prikkel Receptor Impuls Effector Impulssterkte Conductor Impulsfrequentie Sensorisch neuron Bewuste reactie Schakelneuron Reflex Motorisch neuron Dendriet Synaps Axon
6
Impulsgeleiding Voortschuivende omgekeerde potentiaal langs het membraan van de uitloper en het cellichaam van een neuron
7
Na+ en K+ ook naast de plaats van het actiepotentiaal polariseert
Door positief worden vh membraan aantrekking negatieve ionen uit omgeving meer positieve ionen naar binnen Domino effect Ongemyeliniseerde uitloper Vnl autonome zenuwstelsel
8
Saltatoire impulsgeleiding Sprongsgewijs tussen insnoeringen
Cellen van Schwann Insnoering van Ranvier Na+ -poorten en K+ - poorten
9
Impulsoverdracht
10
Impuls overdracht Combi neurotransmitter en type receptoreiwit bepalen welke poriën voor ionen open gaan Receptoreiwit beïnvloed ion transport Direct: openen of sluiten van poriën (snel) Indirect: second messenger (langzamer) Binding bijv. hormoon aan receptoreiwit: binnen aan celmembraan ander stofje (second messenger) gevormd Second messenger activeert enzym voor reactie
11
Exciterende postsynaptische potentiaal (EPSP)
Opening poriën Na+ en K+ -ionen en leidt tot kleine depolarisatie in postsynaptische membraan Eén EPSP niet genoeg voor bereiken drempelwaarde meerdere tegelijk of vlak achter elkaar: summatie Optellen v.d. depolarisaties
13
Impulsoverdracht Inhiberende postsynaptische potentiaal (IPSP)
Opening poriën K+ /Cl - -ionen, maar niet voor Na+, leidt tot kleine hyperpolarisatie in het postsynaptische membraan Impuls veroorzaakt zowel IPSP als EPSP Summatie EPSP>IPSP: actiepotentiaal EPSP<IPSP: geen actiepotentiaal
15
Neuromodulatie Stoffen die de synthese, opslag, het vrijkomen, het bindingsvermogen of de afbraak van neurotransmitters beïnvloeden Positief Nabootsing werking neurotransmitter Vrijkomen neurotransmitter, zonder impuls Remming afbraak neurotransmitter Negatief Binding aan receptoreiwit Synthese, opslag of vrijkomen neurotransmitter remmen
16
Beïnvloeding synapsen
Stimulatie door stoffen die impulsoverdracht stimuleren Remming door stoffen die zich binden aan receptoreiwitten in de
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.