Download de presentatie
GepubliceerdMaarten Koster Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Thomas Soetewey, Peter Van den Ende
2
Edward Drinker Cope Amerikaans paleontoloog, ichtyoloog en geoloog
Ontdekte min nieuwe soorten Redacteur van American Naturalist Slecht zakenman Hartelijk ↔ruziemaker & rokkenjager Bone Wars (Cope vs Othniel Charles March)
3
Definitie De Wet van Cope
= “organismen in een evolutionaire lijn hebben de neiging toe te nemen in grootte” (directionele selectie) The origin of the fittest (1887) The primary Factors of Organic Evolution (1896)
4
Nadelen Toenemende ontwikkelingstijd Toenemende vraag naar voedsel
Vatbaar voor extinctie Lagere fecunditeit
5
Voordelen Verdedeging tegen predatie Toenemend predatie succes Groter voedselbereik Groter ‘mating success’ en grotere competitie Toenemende levensduur
6
Voordelen Verdedeging tegen predatie Toenemend predatie succes
Groter voedselbereik Groter ‘mating success’ en grotere competitie Toenemende levensduur Toenemende intelligentie Toenemende inertie Resistentie tegen variërende omgeving Voordelen > Nadelen
7
Kingsolver en Pfenning
Analyse van 39 soorten (planten, insecten, vogels) uit 42 studies Effecten van grootte op fitness 1) Natuurlijke variatie van kwantitatieve kenmerken 2) Metingen van fitness 3) Schatten van selectie verschillen of gradiënten Kenmerken opgesplitst A) Overall size B) Other morphological traits Selectie gradiënten geplot voor A en B t.o.v. 1) ‘Overall fitness’ 2) key ‘fitness’ criteria Survival Fecundity Mating success
8
Grootte en fitness Toename in grootte resulteerd in toenemende overleving, fecunditeit en ‘mating success’ Terwijl de effecten van andere morfologische kenmerken neutraal zijn
9
Grootte en fitness Positief effect over de 3 fitness criteria en alle taxonomische groepen Taxonomische bias en methodologie waarschijnlijk geen artefact (≠ Gould)
10
Bias ? Planten, vogels, insecten Minder significant
Slechts 1 fitness component werd geanalyseerd tegenselectie ‘Publication bias’ Positieve selectie omdat kleinere individuen fundamenteel ongezond kunnen zijn en sneller sterven.
11
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk)
12
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk) Massa extincties
13
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk) Massa extincties Morfologische beperkingen
14
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk) Massa extincties Morfologische beperkingen Niche overlap (vb: Predator competitie)
15
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk) Massa extincties Morfologische beperkingen Niche overlap Evolutionaire klok
16
Eindeloze trends naar het gigantisme
Waarom groeien soorten niet tot in het oneindige? Tegenselectie door toenemende ontwikkelingstijd (uitzonderlijk) Massa extincties Morfologische beperkingen Niche overlap Evolutionaire klok Divergentie en speciatie ?
17
Cope’s rule as psychological artefact
Gould trekt wet van Cope in twijfel Men heeft de neiging de meest opmerkelijke gevallen uit een alg. pool te pikken → verdraaien behoorlijk wet. onderzoek Onze overtuiging geldigheid Cope’s rule = psycholog. artefact --> uitpikken lijnen die toename in grootte vertonen, omdat we allen weten dat ‘bigger is beter’. Vb doordringend en betreurenswaardige bias mens. redenering = neiging te focussen op extremen die intrigeren, i.v.p. volledige range van variatie -- > diep en hardnekkige bias
18
Cope’s rule as psychological artefact
Goede test = gewoonte te zoeken naar verwachte verlaten = alle lijnen in grote clades met excellente data over grote geol. Intervallen Jablonski gebruikte deze aanpak in de meestomvattende dataset ooit verzameld om Cope’s wet te testen. de regel faalde ! Jablonski bestudeerde 191 bivalve en gastropode lijnen (1 086 soorten) over 16 milj. jaar van het Laat-Krijt. Besluit Jablonski: veel indiv. lijnen vertonen toename in grootte, maar evenveel afname Gould: alle data in rekening gebracht ≠ ondersteuning Cope’s wet
19
Macroevolutionaire trends bij de dinosaurussen
Hone et. al Fylogenetische onafhankelijke analyse van de gehele groep Vergelijken van de snelheid van toename in grootte van de dino-fauna als een geheel met de snelheid van toename in grootte van verschillende fylogenetische lijnen. ‘Among lineage’?? en ‘within lineage’ selectie Carnotaurus
20
Macroevolutionaire trends bij de dinosaurussen
Dino’s vormen een ideale groep voor deze analyse 1) Sommige soorten kolosaal 2) Omvat zowel toename als afname in grootte (vogels) 3) Regeerden 165 miljoen jaar 4) fylogenetische superboom (272 genera) 5) Groot aantal fossielen
21
ideaal= vergelijken voorouders met afstammelingen
Maar! Fossielen bestand incompleet fylogenetisch onafhankelijke vergelijkingen tussen verwante taxa van verschillende ouderdom, m.b.v. Superboom (272 genera) later taxon > vroeger taxon = Cope’s regel nulhypothese = 50% van vergelijkingen vertonen toename in grootte 50% van vergelijkingen vertonen afname in grootte Naarmate de tijd toeneemt tussen vergelijkingen, neemt de kracht van de nulhypothese af Dus! Minstens 10 milj. J. tussen iedere vergelijking ‘Adult body length’ (m) → Lengte latere soort-Lengte jongere soort = Lengteverschil
22
Welke soorten vergelijken we met elkaar?
Geen soorten aan de wortel van de dino-superboom Soorten met een gelijkaardige lichaamsbouw A) Locomotie B) Dieet Dus! Niet-fylogenetische vergelijkingen binnen één clade Brachiosaurus Spinosaurus
24
Welke soorten vergelijken we met elkaar?
25
Welke soorten vergelijken we met elkaar?
Microraptor Dromaeosaurus
26
Deinonychus Velociraptor
27
Wat levert een non-fylogenetische analyse ons op ?
Een schatting van de toename in grootte van de fauna in het algemeen, welke je kan vergelijken met elke vergelijking tussen soorten van een clade. Algemene trend vaststellen die mogelijk ook geld voor de kleinste soort in iedere vergelijking.
28
Resultaten: latere taxa gemiddeld 25.7% langer
Grootteveranderingen
29
Grootteveranderingen voorspeld door afmeting vroeg taxon
---> stabiel equilibrium rond 7.8 m (niet-significant) Grootteveanderingen: - onafh. van gemiddelde grootte taxa - onafh. van gemiddelde leeftijd taxa Trage trend naar grotere afmetingen
30
Discusie Trend naar toenemende lichaamsgrootte!! A) Zowel voor carnivoren als herbivoren B) Zowel voor quadrupoden als bipoden C) Vanaf verschillende start situaties D) Trend naar toenemende grootte bij sauropoden E) Trend in beide richtingen bij Teropoden F) Complexere dynamiek Vroegere taxon < 7,8 m → neemt toe in grootte Vroegere taxon > 7,8 m → neemt af in grootte
31
Besluit Cope’s Rule appears to be alive and well, but where do we go frome here? Volledige test = gemiddelde van multiple generaties in levende lijnen over kortere geologische tijdschalen Nog altijd veel twijfel onder paleontologen over waarheid Cope’s wet
32
Referenties Gould, S.J. (1997) Cope’s rule as psychological artefact. Nature 385, Hone,D.W.E. and Benton,M.J. (2005) The evolution of large size: how does Cope’s rule work? Trends in Ecology and Evolution 20, 4-6. Hone, D.W.E, Keesey, T.M., Pisani, D. & Purvis, A. ( 2005) Macroevolutionary trends in the Dinosauria: Cope’s rule. J.Evol. Bio. 18, Kingsolver, J.G. and Pfennig, D.W. ( 2004) Individual-level selection as a cause of cope’s rule of phyletic size increase. Evolution 58,
33
Bedankt voor Julie aandacht
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.