Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)

Presentatie over: "Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)"— Transcript van de presentatie:

1 Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Je vindt de bijwoordelijke bepaling (bwb) door te vragen: wanneer? waar…? (mee, door, in, enz.) hoe…? (lang, groot, ver, enz.) wel en niet zijn altijd bwb Wat je overhoudt, is bwb (als je tenminste goed ontleed hebt!!) In een zin kunnen veel bijwoordelijke bepalingen staan!!

2 voorbeelden Hij heeft haar toen zien lopen. toen is bwb (wanneer?).
Hij wilde niet, dat zij hem zou zien. niet is bwb (altijd). Let op! toen is een voegwoord in de zin: Toen hij haar zag lopen, scheen de zon! bwb: toen = op dat moment voegwoord: toen = op het moment dat…

3 bwb = al na een kwartier, helemaal
Al na een kwartier had zij het eerste hoofdstuk helemaal gelezen. bwb = al na een kwartier, helemaal antwoord uitleg

4 Al na een kwartier had zij het eerste hoofdstuk helemaal gelezen.
al na een kwartier is bwb (wanneer?). helemaal is bwb (hoe ver?).

5 bwb = in een vragende zin, altijd en vooraan
Staat in een vragende zin de persoonsvorm altijd vooraan? bwb = in een vragende zin, altijd en vooraan antwoord uitleg

6 Staat in een vragende zin de persoonsvorm altijd vooraan?
in een vragende zin is bwb (waarin?). altijd is bwb (wanneer?). vooraan is bwb (waar?).

7 bwb = eens, even, achter je
Doe die deur eens even achter je dicht! bwb = eens, even, achter je antwoord uitleg

8 Doe die deur eens even achter je dicht!
eens is bwb (wanneer?). even is bwb (hoe snel?). achter je is bwb (waar?).

9 Had jij dit antwoord van haar verwacht?
bwb = van haar antwoord uitleg

10 Had jij dit antwoord van haar verwacht?
van haar is bwb (waarvan? = van wie?).

11 Daar wordt op de deur geklopt!
bwb = daar, op de deur antwoord uitleg

12 Daar wordt op de deur geklopt!
daar is bwb (waar?). op de deur is bwb (waarop?).

13 Hadden ze me dat maar iets eerder verteld!
bwb = maar, iets eerder antwoord uitleg

14 Hadden ze me dat maar iets eerder verteld!
maar is bwb (rest). iets eerder is bwb (wanneer?).

15 bwb = als je het mij vraagt
Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde. bwb = als je het mij vraagt antwoord uitleg

16 Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde.
Als je het mij vraagt is bwb (wanneer?).

17 Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
bwb = pas en eronder antwoord uitleg

18 Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
In de eerste zin staat geen bwb. (toen is een voegwoord en hoef je niet te benoemen) In de tweede zin is pas bwb (rest). eronder is in de derde zin bwb (waar?).

19 bwb = als je zonder bewijs zegt, zonder bewijs en -
Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan. bwb = als je zonder bewijs zegt, zonder bewijs en - antwoord uitleg

20 Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan.
Als je zonder bewijs zegt is bwb (wanneer?). zonder bewijs is in de tweede zin bwb (hoe?). In de derde zin staat geen bwb.

21 In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is.
bwb = in de vakantie, vaak, naar het buitenland en omdat het weer daar warmer is, daar antwoord uitleg

22 In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is.
zin 1: in de vakantie (wanneer?) vaak (hoeveel?) zin 2: naar het buitenland (waarheen?) omdat het weer daar warmer is (waarom?) zin 3: daar is bwb (waar?).

23 Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt.
bwb = de hele vakantie, in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt en volgens het KNMI, hier, ook antwoord uitleg

24 Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt.
zin 1: de hele vakantie (hoe lang?) in Nederland (waar?) omdat volgens het KNMI … wordt (waarom?) zin 2: volgens het KNMI (rest) hier (waar?) ook (rest)

25 bwb = daar en alleen maar, dronken, achter het stuur
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. bwb = daar en alleen maar, dronken, achter het stuur antwoord uitleg

26 Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. zin 1: daar (waar?) zin 2: als je daar je … verliezen (wanneer?) alleen maar (rest) dronken (hoe?) achter het stuur (waar?)

27 bwb = blindelings, ervan en daarover
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben. bwb = blindelings, ervan en daarover antwoord uitleg

28 Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben.
zin 1: ervan (waarvan?) blindelings (hoe?) zin 2: geen bwb zin 3: daarover (waarover?)

29 Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden.
bwb = niet en wel antwoord uitleg

30 Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden.
zin 1: geen bwb zin 2: niet (altijd) zin 3: wel (altijd)

31 Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch.
geen bwb antwoord uitleg

32 Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch.
Er zijn geen bwb, want je houdt niets over.

33 Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
bwb = van wie antwoord uitleg

34 Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
van wie is bwb (waarvan? = van wie?).

35 Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
bwb = dan, samen antwoord uitleg

36 Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
dan is bwb (wanneer?). samen is bwb (hoe?).

37 einde