Download de presentatie
1
Acute Neurologie bij Kinderen
O.F. Brouwer
2
Programma Casus 1: het kind met een stuip
Casus 2: het kind met een val op het hoofd Casus 3: het kind met hoofdpijn
3
Casus 1 Dirkje Boersma, 2 jaar
De moeder van Dirkje belt om uur de praktijk: haar dochter was op de bank in slaap gevallen, lag nu met alle ledematen te schokken en reageerde niet op aanspreken. Vanmorgen was ze alleen wat hoesterig en verkouden. Hoe wordt in uw praktijk een dergelijk verzoek afgehandeld?
4
Casus 1 U besluit om het spreekuur te onderbreken en een visite te maken. Dirkje is bij u bekend als een gezonde peuter die weinig ziek is en die geen medicatie gebruikt. Zij is het tweede kind uit het gezin. Context gezin: stevige mensen, geen onnodige hulpvragers. Wat is uw eerste diagnostische overweging?
5
Casus 1 Eerste gedachten: Koortsconvulsie Infectie
Eerste manifestatie epilepsie Anders
6
Casus 1 Aangekomen bij de familie Boersma, zit moeder (geheel overstuur) op de bank met Dirkje slap en niet aanspreekbaar op schoot. Welke aanvullende informatie acht u nu van belang en waarom?
7
Casus 1 Moeder vertelt dat zij Dirkje opeens wit zag wegtrekken en dat zij schokkerige bewegingen maakte, haast ritmisch; na zo’n 5 minuten werd zij slap en draaide met de ogen. Moeder heeft direct de huisarts gebeld via het spoednummer. Vanochtend was ze nog prima in orde. Ze heeft iets dergelijks niet eerder gehad, in de famile komen geen koortsstuipen of epilepsie Waar zult u bij het lichamelijk onderzoek op letten?
8
Casus 1 Lichamelijk onderzoek:
Temperatuur 39 °C, pols 120/min, goede perifere circulatie Bij fors prikkelen wel reageren, ze lijkt haar moeder te herkennen, beweegt symmetrisch Geen meningeale prikkeling Keel iets rood, enkele voortgeleide rhonchi Geen petechiën Wat is uw beleid? Welke criteria hanteert u voor verwijzing?
9
Casus 1 Verwijsbeleid (eerste) koortsconvulsie: altijd verwijzen, tenzij: Typische koortsconvulsie (< 15 minuten, symmetrisch, 1x per koortsperiode) Na de aanval tekenen van herstel
10
Casus 1 U stelt de diagnose typische koortsconvulsie en besluit haar thuis te laten. U bespreekt een aantal dingen met moeder. Welke instructies geeft u moeder? Hoe groot schat u de kans op een recidief? Hoe groot schat u de kans dat het meisje later epilepsie krijgt?
11
Casus 1 Instructies: observeren, bellen bij recidief, diazepam rectiole 0,5 mg/kg zo nodig Recidiefkans: 30% Kans op epilepsie: 2.4% (populatie 1.4%) hoger bij risicofactoren atypische koortsconvulsie neurologische afwijkingen epilepsie in familie
12
Koortsconvulsies Literatuursuggestie:
Sadleir LG, Scheffer IE. Febrile seizures. BMJ 2007;334:
13
Casus 2 Jaap Hiemstra, 4 jaar
De onderwijzeres van Jaap belt naar de praktijk: Jaap is zojuist uit het klimrek gevallen en op zijn hoofd terecht gekomen; hij is even “weggeweest”, is nu wat suf en vraagt telkens wat er gebeurd is; kan de huisarts direct langskomen? Hoe wordt in uw praktijk een dergelijk verzoek afgehandeld?
14
Casus 2 Na ruggespraak met de assistente vraagt u haar uit te leggen dat Jaap het beste even op de praktijk beoordeeld kan worden, men kan nu direct komen. Wat is uw eerste diagnostische overweging?
15
Casus 2 Eerste gedachten: Commotio cerebri Anders
16
Casus 2 Jaap komt samen met de onderwijzeres op uw spreekuur; hij ziet bleek maar er is wel contact. Hij is wat angstig en afwerend. Welke aanvullende informatie wilt u graag van de onderwijzeres hebben?
17
Anamnese Toedracht ongeval (snelheid, hoogte)
Duur bewusteloosheid (getuige) Amnesie (patiënt) Hoofdpijn, braken Insult VG: stolling, neurochirurgie (drain)
18
Casus 2 Jaap is van een hoogte van ongeveer 1 meter gevallen, er lag iets beschermends op de grond. Hij is een paar seconden bewusteloos geweest, daarna begon hij te huilen. Hij heeft 1x gebraakt. Geleidelijk begint hij weer wat adequater te reageren en klaagt over pijn in zijn hoofd. Hij is verder gezond.
19
Casus 2 U overweegt een licht schedelhersenletsel (commotio cerebri). Waar zult u bij het lichamelijk onderzoek speciaal op letten?
20
Onderzoek Bewustzijn Pupillen Neurologisch onderzoek
Uitwendige verwondingen schedel / elders Fractuurtekenen Liquorlekkage
21
Casus 2 Bij onderzoek vindt u:
Intact bewustzijn, inprenting ongestoord Pupillen isocoor, +/+ Beweegt symmetrisch, VZR ↓ / ↓ Een kleine buil links frontaal, bij palpatie geen aanwijzingen voor fractuur Geen vocht uit oor / neus
22
Casus 2 U stelt nu de diagnose licht schedelhersenletsel. Wat is nu uw beleid? Wanneer overweegt u verwijzing?
23
Licht traumatisch hoofdhersenletsel
Criteria: GCS bij eerste onderzoek 13-15 Bewustzijnsverlies < 30 minuten Posttraumatische amnesie < 24 uur Richtlijn NVN, 2010
24
Spoedverwijzing kinderen met LTH (ambulance) naar ziekenhuis
GCS < 15 bij eerste onderzoek Focale neurologische uitval Verdenking schedel(basis)fractuur Posttraumatisch insult Hoogenergetisch trauma Richtlijn NVN, 2010
25
Reguliere verwijzing kinderen met LTH naar ziekenhuis
Periode van bewustzijnsverlies (ondanks maximaal herstel) Periode van amnesie Aanhoudende hoofdpijn Braken Verdenking niet-accidentele oorzaak Richtlijn NVN, 2010
26
Waar zijn we bang voor? Posttraumatische intracraniële complicatie:
Epiduraal hematoom Kindercontusie Liquorlekkage, meningitis Mishandeling: Shaken baby
29
Rol huisarts (1) Informatie van ouders over bewustzijn en gedrag levert meer op dan formeel neurologisch onderzoek Beoordeling van uitwendige letsels via de telefoon moeilijk Bij jonge kinderen (zeker < 2 jaar) is lichamelijk onderzoek aan te bevelen
30
Rol huisarts (2) Checklist voor doktersassistente
Frequent gebruik wekschema (zonder beoordeling patiënt) - voldoende betrouwbaar? Schriftelijke uitleg over trauma capitis en wekschema wenselijk
31
Casus 3 Titia van Houten, 12 jaar
Titia komt samen met haar moeder op uw spreekuur; zij had vandaag ineens flinke hoofdpijn. U kent Titia als een wat verlegen en schuchter meisje; in het verleden onderging zij een A+T wegens recidiverende KNO problemen. Zij is het oudste kind van het gezin, vader is vertegenwoordiger en vaak van huis; moeder werkt bij een uitzendbureau als intercedente. Welke aanvullende informatie wilt u hebben?
32
Casus 3 De hoofdpijn komt sinds een jaar regelmatig, treedt in aanvallen op, frequentie 2x per maand, duur wisselend van 2-8 uur. De pijn zit midfrontaal, is stekend en gaat gepaard met misselijkheid, soms braken. Geen foto- /fonofobie. Meestal zijn de klachten na enkele uren slapen verdwenen. In de familie komt geen migraine voor. Ze heeft soms paracetamol zetpil gebruikt zonder veel resultaat. Wat zijn nu uw diagnostische overwegingen?
33
DD hoofdpijnaanvallen
Migraine Spanningshoofdpijn (episodisch) Chronische sinusitis Cluster hoofdpijn Acute benigne hoofdpijn na lichamelijke inspanning Op grond van welke criteria overweegt u bij haar de diagnose migraine? Clusterhoofdpijn komt beneden de 10 jaar eigelijk niet voor, of het in deze D.D. thuis hoort is de vraag, als je het noemt dan zonder meer met vermelding van de obligate autonome symptomen
34
Herkenning migraine Kenmerken:
Aanvalsgewijs optreden, aanvallen kunnen kort duren (zelfs 30 minuten!), max. 2x per week Hoofdpijn hoeft niet strikt éénzijdig te zijn Vergezeld van misselijkheid, braken, fotofobie of fonofobie Tussen aanvallen geen klachten Familieanamnese Waar let u op bij het lichamelijk onderzoek?
35
Aandachtspunten onderzoek
Bloeddruk Meningeale prikkeling Funduscopie Neurologisch onderzoek tekenen van lateralisatie coördinatiestoornissen (top-top proef, koorddansersgang)
36
Casus 3 U vindt bij het lichamelijk onderzoek geen afwijkingen. U stelt de diagnose migraine (zonder aura) en overlegt met Titia en haar moeder over het verdere beleid. Welke suggesties voor behandeling doet u?
37
MIGRAINE Behandelingsstrategie
Algemeen: voorlichting, vermijding luxerende factoren, dagboek Aanvalsbehandeling Profylactische behandeling
38
MIGRAINE Niet-medicamenteuze aanpak
Informatie over migraine Voeding, medicatie, leefpatroon Laat kind bij aanval naar bed gaan om te slapen Instrueer leerkrachten, sportleiders Slaaphygiëne: na maanden pas effect lagere migraine frequentie & kortere duur Geef aan dat het van belang is dat het kind van school naar huis kan worden gebracht of kan worden gehaald zodat het thuis kan gaan slapen
39
MIGRAINE Aanvalsbehandeling
Anti-emeticum (domperidon) supp. Analgeticum (paracetamol; NSAID) suppositorium oraal (> 15 minuten na anti-emeticum) Triptanen neusspray, smelttablet
40
MIGRAINE Profylaxe Propranolol (1-4 mg/kg/dag in 2 doses)
(cave: astma) Flunarizine (Sibelium®) Pizotifeen (Sandomigran®) Na-valproaat Topiramaat
41
Migraine aura
42
DD migraine / spanningshoofdpijn
Uren Bonzend, kloppend Matig tot ernstig Toename bij geringe lichamelijke inspanning Misselijkheid en/of braken Foto- en/of fonofobie Spanningshoofdpijn Uren tot dagen Drukkend, klemmend Mild tot matig Geen toename bij lichamelijke inspanning Geen misselijkheid en braken Geen foto- en fonofobie, soms alleen fonofobie * met ‘gewone activiteiten’ worden activiteiten bedoeld als naar de WC gaan, trap lopen, kop thee zetten. ** naar bed gaan, op de bank liggen, terugkomen van school, sport of spelen, of beduidend minder functioneren waardoor een schooltoets slechter dan verwacht uitpakt. Als dit ook bij een gewone spanningshoofdpijn optreedt, dan moet men denken aan mengvormen van hoofdpijn, aan medicatieafhankelijke hoofdpijn of aan psychosociale problemen.
43
Alarmsymptomen bij kinderen met (chronische) hoofdpijn
Leeftijd < 6 jaar Progressief beloop Nachtelijke hoofdpijn Ochtendbraken Achterblijvende lengtegroei Focale neurologische afwijkingen Persoonlijkheidsveranderingen Achteruitgang schoolprestaties
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.