De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Positief omgaan met pubers!

Verwante presentaties


Presentatie over: "Positief omgaan met pubers!"— Transcript van de presentatie:

1 Positief omgaan met pubers!

2 I. Puberteit, wat is dat…?

3

4 Allerlei veranderingen
Lichamelijk Verstandelijk Sociaal en emotioneel

5 Lichamelijke veranderingen
Bij jongens Een bonkige puber De spierkracht wordt groter De stem wordt lager Schaamhaar en penis gaan groeien Eerste zaadlozing

6 Lichamelijke veranderingen
Bij meisjes De lengtegroei De borstvorming De bekkenveranderingen Groei van het schaamhaar De eerste menstruatie

7 Gevolgen van al die veranderingen
Lichaam wordt als vreemd en onwennig ervaren Onzeker over hun nieuwe uiterlijk Vergelijken zich voortdurend met leeftijdsgenoten Beginnen te beseffen dat ze seksuele behoeften hebben en die oproepen bij anderen.

8 Gevolgen van seksuele rijping
Hormonen zijn helemaal in de war Stemmingswisselingen Wisselende eetlust Slapeloosheid Zweten Puistjes

9 Verstandelijke ontwikkeling
Abstract denken Ze moeten niet meer alles beleefd hebben om er over te kunnen denken. Morele ontwikkeling Nadenken over wat goed en slecht is. Op zoek naar wat hijzelf van de dingen vindt. Zwart-wit denken Kritisch Naar zichzelf en naar anderen. Hij heeft hoge idealen.

10 Sociaal-emotionele ontwikkeling
Wie ben ik? Ze zijn volop bezig een eigen identiteit te ontwikkelen Wat wil ik? Wat kan ik? Wat vind ik?

11 Sociaal-emotionele ontwikkeling
Leeftijdsgenoten zijn belangrijk - Kunnen zich beter inleven - Pubers willen ergens bij horen - Dit geeft hen meer zelfvertrouwen

12 Sociaal-emotionele ontwikkeling
Op zoek naar zelfstandigheid Los komen van de ouders Streven naar onafhankelijkheid Zelf beslissingen willen nemen

13 Experimenteren te pas en te onpas een eigen mening geven
Ander taalgebruik: “shit”, “cool”, “vet”… Geen huiswerk meer maken Verschillende kleren, kapsels, muzieksoorten uitproberen Spijbelen met leeftijdsgenootjes Roken, drinken, drugs gebruiken

14 Gevoelens van pubers Onzekerheid/schaamte over uiterlijk, het presteren op school, het voldoen aan verwachtingen van de ouders en van zichzelf Depressiviteit: met zichzelf in de knoop Eenzaamheid

15 II. Dé puber bestaat niet!

16 Bart is 16 en bouwt graag hutten in het bos
Leen is 11 jaar wanneer ze vraagt om naar Rock werchter te mogen gaan. Ze begrijpt niet dat het van haar ouders niet mag want iedereen gaat toch! Tim 19j denkt alleen maar aan uitgaan. De dag begint voor hem pas ‘s avonds Bea 17 jaar zit steeds met haar neus in de boeken Bart is 16 en bouwt graag hutten in het bos Joris zit is 15 en brengt het hele weekend achter zijn computer door.

17 Enkele vraagjes

18 Hoe zelfstandig is uw puber op het gebied van kleren kopen?
Eén van de ouders koopt de kleren. U gaat samen op pad en uw zoon/dochter mag zelf kleren uitzoeken Uw zoon/dochter krijgt geld mee en koopt de kleren zelf

19 Hoe zelfstandig is uw puber op het gebied van huiswerk maken?
We maken hier de hele tijd ruzie over. U moet uw kind verschillende keren per dag stimuleren of controleren Laat ik aan zoon/dochter over en dat gaat vrijwel altijd goed

20 Uw zoon/dochter wil: Bepalen wanneer hij/zij de eigen kamer opruimt
In het week-end na 24 uur thuiskomen Zonder ouders op vakantie

21 Hoeveel avonden van de week is uw zoon/dochter thuis
Hij/zij blijft bijna iedere avond thuis Hij/zij gaat enkel in het weekend weg Hij/zij is bijna nooit thuis.

22 Taken van pubers

23 Zoeken naar hun nieuwe plaats binnen het gezin (los komen, eigen plaats bepalen binnen relaties in gezin en familie) Onderwijs (kennis, vaardigheden, attitudes, keuzes maken en uitoefenen) Invullen van vrije tijd (zinvolle vrijetijdsbesteding) Omgaan met autoriteiten en instanties (gezag aanvaarden, regels en codes respecteren)

24 Zorg dragen voor gezondheid en uiterlijk (hygiëne, voeding, vermijden overdreven risico’s)
Sociale contacten uitbouwen en onderhouden (vertrouwen geven en nemen, elkaar wederzijds accepteren,…) Vorm geven aan intimiteit en seksualiteit (mogelijkheden en wensen ontdekken in relaties)

25 III. Opvoeden van pubers

26 “Ouders zijn belangrijker dan ooit in de opvoeding van hun kind”
21ste eeuw: gigantische mogelijkheden, keuzes, gadgets…overvallen de jongeren Weinig vaste sleutelfiguren in buitenwereld Weinig of geen ‘zekerheden’ meer Ouders=rots in de branding voor hun kinderen Gezin=beste plek voor opvoeding van kinderen!

27 Waar gaat het om? Dat jongeren veilig en gezond opgroeien
Plezier hebben in hun jeugd Talenten ontwikkelen Een steentje bijdragen aan de samenleving Goed voorbereid zijn op de toekomst

28 Zodat ze als volwassen:
Zich hechten aan andere mensen en duurzame relaties uitbouwen Sociaal gedrag ontwikkelen (geen schade aan anderen, aan zichzelf) Deelnemen aan het arbeidsproces (studie, beroep aanleren, werken voor henzelf, gezin) Waarden/vaardigheden doorgeven aan hun kinderen

29 een hele opgave! Hun leefwereld wordt ruimer
Er verandert van alles zowel voor de jongeren als voor zijn ouders Ouders blijven waarden en normen meegeven Ouders worden bevraagd en krijgen kritiek Voorbeeldgedrag; in de spiegel kijken De invloed van leeftijdsgenoten, vrienden en de media is groter dan de invloed van de ouders

30 IV. Aan de slag

31 Opvoeden = = wat wil mijn kind en wat wil ik = aandacht geven
= loslaten en vasthouden = wat wil mijn kind en wat wil ik = aandacht geven = doe het op je eigen manier = een evenwicht vinden tussen STEUNEN – STUREN en STIMULEREN

32 Steunen Positieve betrokkenheid Aandacht geven aan je kind
Interesse tonen in datgene waar het mee bezig is.

33 Steunen Je kind aanmoedigen: Geduldig zijn Begrip tonen
Je kind belonen voor wat het goed doet Niet alles vanzelfsprekend vinden

34 Sturen Grenzen stellen Duidelijke regels : wat mag wel en wat niet?
Onderhandelen met de puber Consequent optreden

35 sturen Monitoring toezicht houden: Met wie? Waar? Hoe? Hoelang?
Wanneer?

36 Controle versus autonomie
sturen Controle versus autonomie

37 autonomie Controle Vroeger 100% Leeftijd Puberteit

38 Nu: een realistisch beeld
autonomie Controle Nu: een realistisch beeld 100% Leeftijd Puberteit

39 Sturen = ook omgaan met experimenteergedrag

40 Veel gedrag hoort bij de zoektocht van de puber naar zichzelf en gaat weer voorbij.
Het zonder meer verbieden van iets werkt niet. Praat open over deze onderwerpen met je puber. Vanuit je eigen ervaring grenzen stellen aan experimenteer gedrag. Er mogen geen brokken gemaakt worden.

41 Stimuleren Problemen oplossen: Onderhandelen: geven en nemen
Dagelijkse problemen bespreekbaar maken en aanpakken stimuleren om zelf naar oplossingen te zoeken,

42 Waar begin je eerst aan? Onmogelijk om alles tegelijktijdig aan te pakken. Onderscheid maken tussen lastige en belangrijke problemen

43 Belangrijke problemen
= lastig voor het kind en kunnen de ontwikkeling belemmeren = de meeste ouders vinden van dit probleem dat het belangrijk is

44 Lastige problemen = vervelend en een last voor de ouders
= over wat lastig is verschillen ouders nogal eens van mening = zorgen voor discussies = soms waardevol voor de ontwikkeling van de kinderen = kunnen belangrijke problemen worden

45 Het probleem is: ZEER BELANGRIJK WEINIG BELANGRIJK ZEER LASTIG A-PROBLEEM C-PROBLEEM WEINIG LASTIG B-PROBLEEM D-PROBLEEM

46 Stel jezelf enkele vragen:
Over welk soort probleem gaat het? Hoe dringend is het probleem? Wie is eigenaar van het probleem? OPGELET: Problemen kunnen verschuiven !

47 Te luide muziek, kleren niet opruimen,…
Het probleem is: ZEER BELANGRIJK WEINIG BELANGRIJK ZEER LASTIG A-PROBLEEM= roken, schulden maken,… C-PROBLEEM= Te luide muziek, kleren niet opruimen,… WEINIG LASTIG B-PROBLEEM= spijbelen, boeken niet vinden,… D-PROBLEEM= rommelige kamer, doelloos televisie kijken,… Ook een keuze naar dringendheid! !

48 beslissen en eisen stellen praten en advies geven (niet preken!)
Het probleem is: ZEER BELANGRIJK WEINIG BELANGRIJK ZEER LASTIG A-PROBLEEM= beslissen en eisen stellen C-PROBLEEM= Onderhandelen WEINIG LASTIG B-PROBLEEM= D-PROBLEEM= praten en advies geven (niet preken!)

49 V. Belang van praten met elkaar.

50 Verschillende vormen van communicatie
Tijdens dagelijkse huis-, tuin- en keukensituaties, samen dingen doen Open communiceren (interesse, betrokkenheid) Actief communiceren Niet enkel over problemen praten Openstaan voor moeilijke thema’s

51 Aandacht geven, andere mening accepteren, belangstelling tonen
Leefwereld jongere is anders dan leefwereld ouders (verschillende behoeften, interesses, …) Communiceren is niet enkel overtuigen Jongeren hebben het recht om hun eigen fouten te maken (zorgen voor beveiliging)

52 Ook discussies zijn belangrijk
Discussie is geen ruzie Vertrouwen is een voorwaarde Leg de nadruk op gelijkenissen, niet op de verschillen

53 Leren omgaan met verschillende meningen
Iedereen heeft een mening Ieders mening is gelijkwaardig Een discussie is geen beslissing

54 Wat met conflicten? Tips voor ouders

55 Nemen even wat afstand en denk na.
(over jezelf, kinderen, grenzen en het naleven ervan) Gun jezelf een beetje tijd: neem geen impulsieve beslissingen (stel je antwoord en je reactie even uit…) Gun ook de jongere even tijd Probeer de pap niet met de lepel in de keel te duwen (zelfstandigheid!) Hou het gesprek/het contact op gang Blijven ‘opvoeden’!

56 VI. Als praten niet meer lukt!

57 Het negatief proces Dagelijkse discussie over niets
Discussies die tot niets leiden Iedere dag opnieuw met goede moed beginnen maar het mislukt weeral.

58 Negatieve afloop + restfrustratie
Opstart neutrale vraag, opmerking, eis of verzoek. Dit wordt negatief waargenomen en geeft een een neen, scheldwoord, afwijzing of een antwoord waarin een negatieve emotie fel doorklinkt Negatieve reactie Het negatief proces woordenwisseling, verhitte discussie, er wordt niet geluisterd, schreeuwen om andere te overtreffen Kickboksen Geen winnaars of verliezers! “de rekening blijft open staan. De bui blijft in de lucht hangen en barst snel terug los of….. communicatie stopt. Negatieve afloop + restfrustratie

59 Belangrijk om te blijven regisseren !
Het is aan de ouder om uit de boksring te stappen.

60 Tot slot Geef je kind en jezelf regelmatig een schouderklopje.
Basis van het opvoeden blijft: aandacht, liefde en belangstelling Heb vertrouwen in uzelf als opvoeder en in uw kind Heb vertrouwen in “de bagage” die u in alle voorgaande jaren aan uw kind heeft mee gegeven De puberteit is een nieuwe fase. Een fase waarin je anders leert omgaan met je kind. Een fase van je kind leren loslaten.

61 Succes!


Download ppt "Positief omgaan met pubers!"

Verwante presentaties


Ads door Google