Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLeona van den Brink Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Het bbp als maatstaf van de economische activiteit
Hoofdstuk 20 Het bbp als maatstaf van de economische activiteit
2
Inhoud Nominaal en reëel bbp
De link tussen nominaal en reëel bbp: de bbp-deflator 2.1 De bbp-deflator 2.2 De hoeveelheidsindex van het bbp Van niveau naar groei 3.1 Absolute en relatieve toename 3.2 Groeivoet en indexcijfers met basis 100 3.3 Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei Groeicijfers als bril op wereld en geschiedenis De outputkloof en conjunctuur Inflatie en nominale groei Groei van het bbp en welvaart
3
1. Nominaal en reëel bbp Veranderingen in bbp
Hoeveelheden: bepalen welvaart Prijzen: best buiten beschouwing laten Vb. economie met appelen en peren Bbp tegen lopende prijzen of nominaal bbp Prijs- en hoeveelheidsveranderingen Geldende prijzen in ‘lopende jaar’ 2017 Algemeen Reëel bbp Hoeveelheidsveranderingen Prijzen in bepaald basisjaar 2017
4
Tabel 20.1: evolutie van het bbp in een fictieve economie
hoeveelheden prijzen bbp lopende prijzen van appelen peren appelen peren prijzen 2017 2017 10 5 10 15 175 175 2018 12 6 10 15 210 210 2019 12 6 12 18 252 210
5
1. Nominaal en reëel bbp Praktijk Opmerkingen Reëel bbp
Algemeen Prijzen van basisjaar zijn ‘wegingscoëfficiënten’ Reëel bbp in 2017 met basisjaar 2017 = bbp van 2017 tegen lopende prijzen Praktijk Constante prijzen kunnen te ver in de tijd liggen Methode van kettingprijzen Opmerkingen Alle aggregaten kunnen berekend worden tegen prijzen uit basisjaar Vergelijken van welvaart tussen landen
6
Tabel 20.2: het bbp van Belgie in lopende en in constante prijzen (miljard euro) en de bbp-deflator van 2000 tot 2018 reëel bbp in ketting prijzen, jaar bbp in lopende prijzen bbp-deflator referentiejaar 2010 (1) (2) (1)/(2) maal 100 2000 258,2 311,5 82,9 2005 311,5 340,8 91,4 2008 354,1 363,8 97,3 2009 348,8 355,5 98,1 2010 365,1 365,1 100,0 2011 379,1 371,7 102,0 2015 410,4 383,7 106,9 2016 421,7 388,3 108,6 2017 434,8 393,7 110,4 2018 449,8 400,0 112,4 Bron: ameco database – Europese Commissie (update ). Noot: de cijfers voor 2016, 2017 en 2018 zijn prognoses.
7
2. De link tussen nominaal en reëel bbp: de bbp-deflator
2.1 De bbp-deflator 2.2 De hoeveelheidsindex van het bbp
8
2.1 De bbp-deflator Nominaal en reëel bbp verschillen enkel in de prijzen die we gebruiken om hoeveelheden op te tellen Prijsevolutie tussen basis- en lopende periode Prijsindex of bbp-deflator Bbp-deflator Pt Qt: volume-indicator Yt: nominaal bbp Prijsdeflator kan gebruikt worden om vanuit nominaal bbp het reëel bbp te berekenen (= defleren)
9
2.1 De bbp-deflator Interpretatie bbp-deflator:
Teller: gewogen gemiddelde van prijzen in jaar t Noemer: gewogen gemiddelde van prijzen in basisjaar Dus: gewogen gemiddelde van prijsveranderingen van alle individuele goederen Paasche-indices: gewichten in bbp-deflator evolueren mee met jaar waarin index berekend wordt Laspeyres-indices: gewichten in basisjaar gebruiken:
10
2.1 De bbp-deflator Laspeyres-index met hoeveelheden uit basisjaar als gewichten: Consumptieprijsindex (CPI) Maandelijkse veranderingen in kosten van levensonderhoud door kostprijs van vastgelegde korf goederen en diensten te meten
11
2. De link tussen nominaal en reëel bbp: de bbp-deflator
2.1 De bbp-deflator 2.2 De hoeveelheidsindex van het bbp
12
2.2 De hoeveelheidsindex van het bbp
Onderscheid tussen Paasche- en Laspeyres-indices laat toe hoeveelheidsindex van bbp te interpreteren Nominaal bbp in indexvorm Product van Paasche-prijsindex Pt en hoeveelheidsindex Qt Hoeveelheidsindex is dus zelf een Laspeyres-index
13
3. Van niveau naar groei 3.1 Absolute en relatieve toename 3.2 Groeivoet en indexcijfers met basis Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei
14
3.1 Absolute en relatieve toename
In praktijk wordt zelden naar niveau van bbp verwezen Evolutie van bbp Absolute verschillen Relatieve verschillen, in verhouding tot bepaald beginniveau = jaarlijks groeicijfer In procent of peruun Reële groei Nominale groei
15
Tabel 20.3: niveau, toename en groei van het reëel wereld-bbp (miljard $) en het reëel Belgisch bbp (miljard €) van 2007 tot 2018. reëel wereld-bbp in kettingprijzen, referentiejaar 2010 reëel bbp België in kettingprijzen, referentiejaar 2010 niveau toename index niveau toename index jaar in miljard $ in miljard $ in % 2007=100 in miljard $ in miljard $ in % 2007=100 (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) 2007 62 831,1 100,0 361,1 100,0 2008 63 989,6 1 158,5 1,8 101,8 363,8 2,7 0,7 100,7 2009 62 901,5 -1 088,2 -1,7 100,1 355,5 -8,3 -2,3 98,7 2010 65 651,4 2 750,0 4,4 104,5 365,1 9,6 2,7 101,1 2011 67 685,6 2 034,2 3,1 107,7 371,7 6,6 1,8 102,9 2012 69 340,7 1 655,1 2,4 110,4 372,2 0,5 0,1 103,1 2013 71 058,9 1 718,2 2,5 113,1 371,9 -0,2 -0,1 103,0 2014 72 970,1 1 911,2 2,7 116,1 378,1 6,1 1,7 104,7 2015 74 888,8 1 918,7 2,6 119,2 383,7 5,7 1,5 106,3 2016 77 210,4 2 321,6 3,1 122,9 388,3 4,6 1,2 107,5 2017 79 835,5 2 625,2 3,4 127,1 393,7 5,4 1,4 109,0 2018 82 709,6 2 874,1 3,6 131,6 400,0 6,3 1,6 110,8 Bron: voor wereld: World Development Indicators (geraadpleegd op ) en IMF World Economic Outlook (januari 2017); voor België: AMECO database – Europese Commissie (update ). Noot: zijn prognoses.
16
3. Van niveau naar groei 3.1 Absolute en relatieve toename 3.2 Groeivoet en indexcijfers met basis Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei
17
3.2 Groeivoet en indexcijfers met basis 100
Groeivoeten kunnen ook anders geschreven worden Verhouding is indexcijfer met basis 100 Handig om groei over langere periode samen te vatten in een cijfer (Procent)punten Toename in procentpunt is enkel gelijk aan %-groei als we van basisjaar met index = 100 vertrekken
18
3. Van niveau naar groei 3.1 Absolute en relatieve toename 3.2 Groeivoet en indexcijfers met basis Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei
19
3.3 Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei
Groeiproces in continue vorm g is ogenblikkelijke groeivoet die geldt op elk moment (‘instantaneous growth’) Relatieve verandering Logaritmeren g verschijnt als rico van rechte die uitdrukt ten opzichte van tijdsverloop intercept is logaritme van startwaarde
20
3.3 Waarom logaritmes zo handig zijn bij groei
Bbp per capita in België van 1948 tot 2015 Regressie Rico rechte is geschatte gemiddelde jaarlijkse groeivoet: 1,53% (=trendgroei) Continue groei op lange termijn kan enkel verklaard worden vanuit toenames in productiviteit
21
Figuur 20.1a: het bbp per capita in België van 1846 tot 2018
22
Figuur 20.1b: het bbp per capita in Belgie van 1846 tot 2018
Bron: Maddison, A. (2003). The World Economy: Historical Statistics ( ); AMECO online – Europese Commissie ( ). Noot: de cijfers voor 2016, 2017 en 2018 zijn prognoses.
23
4 Groeicijfers als bril op wereld en geschiedenis
Groeicijfers kunnen sterk verschillen Vb. verwoestende wereldoorlogen Onderbenutte productiemogelijkheden: fabrieken en tewerkstelling Jaarlijkse groeivoet interbellum: 0,17% Vb. inhaalbeweging tot halverwege jaren 1970 Gouden jaren : groeivoet 4,1% Vb. eerste oliecrisis 1973 Vb. zware recessie in 2009 Van groot belang Niet-lineair karakter van exponentieel groeiproces Perioden nodig om grootheid te verdubbelen Bv. groeivoet van 3,5% van bbp/capita leidt tot welvaartsverdubbeling in 20 jaar
24
4 Groeicijfers als bril op wereld en geschiedenis
Vb. China: ‘double digit’-groei : gemiddelde jaarlijkse groeivoet 9%, met uitschieters boven 10% Leidt tot welvaartsverdubbeling in 7 jaar Synchroniciteit tussen Belgische en mondiale conjunctuurverloop Recessie Minstens twee kwartalen negatieve groei België in 1975, 1981, 1993 en 2009 Verschil tussen groei in ‘gouden jaren’ en periode na 1973 Macro-economisch beleid kan verschil maken Vb. eind 2011: strikte toepassing Europese begrotingsregels leidde tot ‘self-inflicted recession’ in 2012 en 2013
25
Tabel 20.4: groei van het bbp per capita voor subperiodes 1846-2018
West- België Europa VS China India Brazilië Rusland Wereld 1,6 1,7 1,7 1,4 0,3 0,8 1,0 1,6 0,2 0,2 1,4 -0,5 -0,8 1,1 4,9 3,4 4,0 2,5 2,8 1,4 3,7 3,3 2,9 2,2 4,3 1,7 4,0 2,0 3,4 3,3 2,8 4,1 3,6 2,9 3,2 0,8 4,0 3,2 2,9 2,1 2,0 2,3 5,6 3,0 1,0 -1,3 1,6 1,6 1,6 1,6 9,0 6,2 2,5 7,9 3,3 2009 -3,0 -4,6 -4,3 8,7 6,9 -1,3 -6,2 -1,9 0,3 0,4 0,8 7,3 5,8 0,2 0,5 Bron: The Maddison-project (2013); AMECO database – Europese Commissie (update ); World Development Indicators (geraadpleegd op ); eigen berekeningen. Noot: de cijfers voor zijn prognoses. Van de lege cellen in de tabel ontbreken de nodige gegevens.
26
Figuur 20.2: reële groei in België en de wereld 1967-2018
groei bbp (in %) 7 6 5 4 wereld 3 2 België 1 -1 -2 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 Bron: AMECO database – Europese Commissie (update ), World Development Indicators en IMF World Economic Outlook (januari 2017). Noot: de cijfers voor 2016, 2017 en 2018 zijn prognoses.
27
5. De outputkloof en conjunctuur
Outputkloof (= feitelijk – potentieel bbp) < 0: groei is trager dan langetermijngemiddelde (hoogconjunctuur) > 0: groei is sneller dan langetermijngemiddelde (laagconjunctuur) Potentieel bbp berekenen via Regressie om langetermijngroeivoet te berekenen Productiefunctie Definitie recessie obv. outputkloof ≠ negatieve reële groei Feitelijke groei kan boven/onder trendgroei liggen, terwijl outputkloof negatief/positief is Curve van potentieel bbp is geen rechte Structurele factoren Schommelt minder Recessie 2009: ook langetermijngroei aangetast?
28
Figuur 20.3: de outputkloof als afwijking van het trend-bbp in België
logaritme van bbp outputkloof (in %) log trend-bbp (linkeras) log feitelijk bbp (linkeras) outputkloof in % van het potentieel bbp (rechteras) België Bron: Ameco database – Europese Commissie (update ).
29
6. Inflatie en nominale groei
Relatie tussen nominale groei, reële groei en inflatie Groeicijfers Van groot praktisch belang Wel benaderingsfout Vb. nominale groei 3,5% en inflatie 2% => Reële groei 1,5% en benaderingsfout van 0,03 procentpunt
30
Figuur 20.4: nominale groei, reële groei en inflatie in België 1961-2018
Bron: Ameco database – Europese Commissie (update ). Noot: de cijfers voor 2016, 2017 en 2018 zijn prognoses.
31
Figuur 20.5: inflatie in België, Japan en China van 1961-2015 (in %)
Bron: AMECO database – Europese Commissie (update ) en World Development Indicators (geraadpleegd op ).
32
7. Groei van het bbp en welvaart
Bbp is meest gebruikte maatstaf om Welvaart tussen landen te vergelijken Welvaartsevolutie te bestuderen Correcties nodig: koopkrachtpariteiten (ppp) Bruto nationaal inkomen per capita in ppp-dollars Afschrijvingen Koopkrachtverschillen Internationale inkomenstransfers Omvang bevolking Bni is evenmin een ‘perfecte’ maatstaf Bepaalde goederen buiten beschouwing Zwartwerk Slechts een aspect Duurzaamheid?
33
7. Groei van het bbp en welvaart
Alternatieve indicatoren in opmars Behalve arbeid en kapitaal ook ‘natuurlijk’ kapitaal Duurzaamheid Negatieve externaliteiten Voorbeelden Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) ‘Beyond GDP’-aanpak Rapport Federaal Planbureau Human Development Index (HDI) Bbp per capita in koopkrachtpariteit Levensverwachting bij geboorte Scholingsniveau
34
Tabel 20.5: bruto nationaal inkomen als welvaartsindicator vergeleken met de Human Development Index
bruto nationaal inkomen per Human Development Index 2014 capita in 2014 (2011-ppp-$) Qatar 1 1 Noorwegen Koeweit 2 2 Australië Liechtenstein 3 3 Zwitserland Singapore 4 4 Denemarken Brunei 5 5 Nederland Noorwegen 6 6 Duitsland Ver. Arab. Emiraten 7 7 Ierland Luxemburg 8 8 VS Zwitserland 9 9 Canada Hong Kong 10 10 Nieuw-Zeeland VS 11 … … … Zweden 13 … Nederland 14 … Denemarken 15 … … 19 Luxemburg Canada 20 … België 21 21 België Ierland 22 … … 31 Brunei Nieuw-Zeeland 32 32 Qatar … … … 41 Ver. Arab. Emiraten … 48 Koeweit … … … 67 Cuba Cuba 114 … Bron: hdr.undp.org/en/data (geraadpleegd op ). … 176 Congo Congo 187 …
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.