Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Personen met verward gedrag
8 april 2019
2
ERVARINGEN? Verward gedrag
3
Mogelijke Oorzaken Lichamelijke oorzaak (Diabetes bijvoorbeeld)
Psychoses (Schizofrenie) Persoonlijkheidsstoornissen Dementie Verslavingsziektes / middelengebruik Autisme LVB Stemmingsstoornissen PTSS Mogelijke Oorzaken
4
Persoonlijkheidsstoornissen
5
Persoonlijkheidsstoornissen zijn de meest voorkomende psychische aandoeningen. Kenmerkend is een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen dat duidelijk afwijkt van wat gebruikelijk is in de omgeving van de persoon met een persoonlijkheidsstoornis. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis kunnen hun gedrag vaak moeilijk aanpassen aan wisselende omstandigheden. Daardoor ontstaan grote en steeds terugkerende problemen in relaties, werk en het sociale leven. Het lukt ze niet om flexibel om te gaan met wat er in het dagelijks leven gebeurt. Het beleven en uiten van gevoelens is vaak verstoord, zij hebben bijvoorbeeld sterk wisselende of te intense emoties. Hierbij komt dat ze vaak problemen hebben bij het beheersen van hun eigen impulsen. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis ervaren moeilijkheden in contact met anderen en lopen vaak vast op verschillende terreinen van hun leven.
6
Cluster A Cluster B Cluster C Cluster A: vreemd, bizar en excentriek
Cluster B: overmatig dramatisch, emotioneel, labiel Cluster C: nerveus of angstig, vermijdend
7
Cluster B persoonlijkheidsstoornissen
‘Dramatisch cluster’ Grillig, dramatisch, emotioneel en onvoorspelbaar gedrag staat centraal. Borderline persoonlijkheidsstoornis Antisociale persoonlijkheidsstoornis Narcistische persoonlijkheidsstoornis Theatrale persoonlijkheidsstoornis
8
Diagnostiek Interactionele kenmerken
Cluster-B-persoonlijkheden zijn vaak bepalend in contact, of controlerend of overdreven aangepast. Cluster-B is vaak voelbaar. In hoeverre is de betrokkene mild? (Voel ik me vrij om te vragen wat ik wil?). Is al in de eerste minuten voelbaar. Aanpassingsproblemen op meerdere gebieden Relationeel Arbeidsbetrekkingen Sociaal-maatschappelijk
9
Borderline Persoonlijkheidsstoornis
Woedende reactie als hulpverlener te laat komt of afspraak moet verschuiven. Komt voort uit verlatingsangst die vaak moeilijk zichtbaar is onder alle woede. Verlaten worden betekent dat ze volkomen slecht zijn en niets waard. Dat is onverdraaglijk. Dit gevoel moet daarom op de ander geprojecteerd worden in de vorm van woedende reacties of op henzelf door bijvoorbeeld te automutileren. Ervaringen?
10
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Verwoede pogingen om feitelijke of vermeende verlating te voorkomen. Een patroon van instabiele en intense interpersoonlijke relaties gekenmerkt door afwisselingen tussen extreem idealiseren en devalueren. Een identiteitsstoornis: een duidelijken persisterend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel. Impulsiviteit op ten minste twee gebieden, die de betrokkene in beginsel zelf kunnen schaden (geld verkwisten, seks, middelengebruik, roekeloos rijgedrag of eetbuien). Recidiverende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie. Affectlabiliteit als gevolg van een duidelijke reactiviteit van de stemming (bijvoorbeeld episoden van intense somberheid, prikkelbaarheid of angst, meestal enkele uren durend en slechts zelden langer dan een paar dagen). Chronisch gevoel van leegte. Inadequate, intense woede of moeite kwaadheid te beheersen (bijvoorbeeld frequente driftbuien, aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen). Voorbijgaande, aan stress gerelateerde paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve symptomen.
11
Benadering 1. Actief zijn: vertrouwen geven dat je betrokken en geïnteresseerd blijft 2. Verantwoordelijkheid tonen en de patiënt motiveren om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag 3. Tegelijk authentiek zijn als wel professioneel blijven: jezelf zijn in het contact maar tevens weten waar professionele grenzen liggen en deze respecteren en bewaken 4. Steunen en perspectief bieden: borderline patiënten kunnen verbetering verwachten wanneer zij een actieve rol gaan aannemen. Daarbij kunnen ze rekenen op steun van de hulpverlener. 5. Bedachtzaam zijn; verdraag de hevige emoties van de patiënt en blijf reflecteren op zijn gevoelens door een houding van “niet weten” aan te nemen. 6. Flexibel en pragmatisch handelen: reageren op wat de patiënt oproept en nodig heeft. BPS / Aandachtspunten m.b.t. verpleegkundige zorg: Patiënten met borderline zijn sensitief en onzeker over hun identiteit en daardoor gevoelig voor wat anderen tegen hen zeggen of hoe anderen over hen denken. Ze hebben weinig basisvertrouwen en hebben tijdens hun ontwikkeling onvoldoende geleerd stabiele relaties aan te gaan. Nieuwe contacten maken hen onzeker en angstig. Om deze gevoelens van onveiligheid de baas te worden hanteert de patiënt onbewust een aantal ‘coping’-strategieën, die niet altijd even adequaat zijn.. De patiënt kan daardoor een groter appél gaan doen op de omgeving door bijvoorbeeld afhankelijk gedrag te vertonen. Er kan een toename zijn van suïcidale uitingen, gevoelens van vervreemding en angst, en de emoties kunnen sterk wisselen. In extremere mate kan de patiënt zelfs (impulsief) grensoverschrijdend gedrag vertonen, zoals verbale agressie, automutilatie of drankmisbruik. Een andere manier van de patiënt om de onzekerheid de baas te worden is tegenstrijdige gevoelens te splitsen/te scheiden. Hij denkt zwart/wit, in goed en slecht, en dit kan tot gevolg hebben dat verpleegkundigen tegen elkaar worden uitgespeeld. Daarnaast hebben patiënten met BPS doorgaans een sterke behoefte aan bevestiging en erkenning van hun klachten. Dit kan leiden tot zeer intens contact tussen patiënten hulpverlener waarbij de patiënt zeer gehecht raakt aan die hulpverlener en soms overmatige gevoelens van betrokkenheid en verantwoordelijkheid ontstaan bij hulpverleners. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de verpleegkundigen te weinig afstand nemen en de patiënt zelf geen verantwoordelijkheid meer hoeft te dragen voor de problemen. Dit kan leiden tot fricties en conflicten, met als gevolg dat de behandeling stagneert of in het ergste geval wordt afgebroken. Het werken met patiënten met BPS is complex. Het vinden van een adequate balans in contact (afstand versus nabijheid) in houding en benadering van de patiënt vraagt veel van een verpleegkundige. Hij/zij dient te beschikken over kennis van het ziektebeeld, communicatieve vaardigheden, reflectievermogen, flexibiliteit en standvastigheid. Hij/zij dient alert te zijn op hoe de contacten met de patiënt verlopen en wat dat met u doet als persoon. Het aangaan en onderhouden van een professionele werkrelatie met de patiënt is een belangrijke pijler in de behandeling.
12
Wat is een psychose?
13
Psychotische ervaringen https://www. psychosenet
14
Weetjes Iedereen kan een psychose krijgen.
Vooral jongvolwassenen zijn vatbaar. Een beginnende psychose kán vanzelf overgaan. Een psychose verandert de blik op de werkelijkheid. Hoe eerder de psychose overgaat, hoe groter de kans dat er geen nieuwe komt en de schade beperkt blijft. Bron: GGZ-nieuws, verkregen op 2 september van:
15
Psychose is een toestand waarbij de cliënt het normale contact met de – door zijn omgeving ervaren – werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is. Wat is het?
16
Voortekenen van een psychose
Voordat de psychose (duidelijk) aanwezig is, zijn er vaak al bepaalde klachten. Dit zijn vaak aspecifieke klachten, zoals: verminderde concentratie, moeite hebben met denken, terugtrekken, overgevoelig zijn, minder vrijetijdsbesteding, minder interesse. Voordat een psychose zich manifesteert, kan er sprake zijn van: lichte achterdocht, af en toe een stem horen, en/of af en toe iets zien wat er niet is (schaduw of lichtflits) Het hebben van deze aspecifieke klachten leidt niet altijd tot een psychose
17
schizofrenie Positieve symptomen
Wanen: Overtuigingen of gedachten die niet overeenkomen met de werkelijkheid, waarbij de persoon zelf in het middelpunt staat. Hallucinaties: Bij hallucinaties ervaart iemand dingen die er niet zijn, zoals stemmen, kleuren of geuren. Iemand ziet of hoort dingen die er in de werkelijkheid niet zijn. Verward denken: Gedachtegangen zijn totaal niet logisch meer. Iemand begint aan één stuk door te praten of reageert helemaal niet goed op vragen. Zo'n persoon is niet ontvankelijk voor sturing in gedachten. Er is geen touw aan vast te knopen. Negatieve symptomen Verwaarlozing van zichzelf, werk en sociale contacten Weinig energie en vlakke emoties Weinig concentratie en onbegrijpelijk voor de omgeving. schizofrenie Wellicht de bekendste psychotische stoornis. Waan: Bijvoorbeeld iemand met een paranoïde waan denkt dat hij continu wordt gevolgd. Iemand met een betrekkingswaan denk dat alle nieuwsberichten speciaal voor hem bedoeld zijn.
18
Het beloop verschilt sterk
In de meeste gevallen kunnen 4 stadia onderscheiden worden: Premorbide fase De uitbraak Een actieve fase Een late fase Het beloop verschilt sterk Een enkele, relatief kortdurende psychotische episode behoort tot de mogelijke beloopsvormen, maar ook een chronische psychose gedurende de rest van het leven is mogelijk. Bij een aanzienlijk deel van de patiënten wordt deze fase gekenmerkt door discrete cognitieve stoornissen en vooral door relatief lichte sociale beperkingen. Ernstige positief psychotische symptomen in de vorm van wanen en hallucinaties ontstaan bij mannen meestal tussen het 18e en 25e jaar, bij vrouwen gemiddeld later, rond het 30e jaar. Het actieve beloop van de ziekte wordt meestal gekenmerkt door meerdere uitbraken van psychotische episoden, gedurende de eerste jaren frequenter, gedurende latere jaren minder frequent. Soms tussen episoden restloos, maar vaker is er sprake van restverschijnselen (beperkingen van het cognitieve en vooral sociale functioneren). Na jaren tot meerdere decennia worden de psychotische episoden in het algemeen minder ernstig en minder frequent, waarbij vaak ook enige verbetering optreedt in het maatschappelijk en sociaal functioneren. Behandeling hallucinaties en wanen: antipsychotische medicatie Remmingen, inactiviteit en cognitieve en sociale beperkingen zijn deels te compenseren door resocialiserende en gedragstherapeutische behandeling en begeleiding.
19
Gevoeligheid + … Stressor(-en) Soms door: Hormonen Medicatie
Kwetsbaarheid/ gevoeligheid Stressor(-en) Soms door: Hormonen Medicatie Stofwisseling Trauma Life-events Drugs/alcohol Overvraging Slaapgebrek …..
20
Bejegening Afstand/nabijheid Orde scheppen in de chaos
Niet meegaan in de psychose maar wel begrip tonen Zorg inschakelen, vergeet de omgeving niet! Rekening houden met onvoorspelbaarheid en on- invoelbaarheid Bejegening
21
Bejegening Wees eerlijk en open Creëer zoveel mogelijk rust.
Neem de leiding en wees duidelijk (niet te veel vragen en keuzes). Bied ruimte om te praten en te ventileren. Geef iemand ook fysiek de ruimte. Ga niet in discussie en neem waar nodig afstand. Zorg goed voor jezelf. Bejegening
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.