Uitvoeren Gewasbescherming

Presentatie over: "Uitvoeren Gewasbescherming"— Transcript van de presentatie:

1 Uitvoeren Gewasbescherming

2 Theorie Examen deel 1 Theorie Examen deel 2 Theorie: op basis van de tekst van hoofdstuk 1 t/m 10. Dit onderdeel wordt digitaal afgenomen via een landelijke toets, De toetsen zijn per sector verschillend Herkennen van ziekten, plagen en onkruiden. Per sector moeten er 80 items geleerd worden. Deze worden digitaal getoetst.

3 Praktijk Examen deel 3 Examen
Praktijk. Dit onderdeel wordt individueel en mondeling gedaan met behulp van een veldspuit, rugspuit of andere methode om chemische middelen toe te passen en aanwezige beschermende kleding in te zetten. Gewerkt wordt volgens een vastgesteld protocol. Elk examenonderdeel weegt even zwaar mee in het eindcijfer. Het gemiddelde van de 3 onderdelen is het eindcijfer. Elk onderdeel moet minimaal 5,5 zijn om te kunnen slagen.

4 Opdracht Theorie examen deel 2
Zoek en leer de voor jouw sector belangrijke ziekten en plagen op:

5 Voor de cursus uitvoeren gewasbescherming maak je een aantal opdrachten, deze lever je na elk hoofdstuk aan, en zo heb je aan het eind van de cursus een werkboek gemaakt over je bedrijf. Als je alle opdrachten hebt ingeleverd krijg je wel of niet groen licht om aan het theorie examen deel te nemen. Digitale opdrachten, bronnen en hulpmiddelen

6 Hoofdstuk 1 Onkruiden, ziekten en plagen

7 waarnemen Op het oog - Vangplaten, vallen, feromoonvallen, vangbakken
- Laboratoriumonderzoek - (aaltjes, schimmels, virussen, etc.)

8 waarnemen Gele vangbak Feroomval Plakval

9 Wekelijkse controle Oranje = Botrytis Groen = Luis Trips = Geel

10 Op meerder plaatsen zijn plagen of ziektes geconstateerd

11 - Minder kwaliteit product bij afleveren
onkruiden - Concurreren met het gewas: licht, standplaats, vocht, voedsel - Minder kwaliteit product bij afleveren - Giftig voor het vee - Verkeerveiligheid bij bestrating

12 Indeling onkruiden - Een en tweezaadlobbigen
- In veel eenzaadlobbige gewassen (gazons, grasland, granen) kun je tweezaadlobbige onkruiden goed bestrijden. - Wortelonkruiden, zaadonkruiden, onkruiden met uitlopers - Wortelonkruiden moet je bestrijden met middelen, die ook de wortels doden: systemische middelen. - Voorjaarskiemers/herfstkiemers/jaarrondkiemers

13 Onkruiden

14 Verspreiding - Door zaad - Met werktuigen, gereedschappen - Compost
- Bedrijfshygiëne belangrijk!

15 insecten - Volledige metamorfose: Ei, larve, pop, volwassen.
Kevers, vlinders, vliegen en muggen - Onvolledige metamorfose: Ei, larve, volwassen sprinkhanen

16

17 Schade door insecten -Gewone vreterij (kevers, rupsen)
- Directe schade -Gewone vreterij (kevers, rupsen) Mineren(mineervliegen) Zuigschade (bladluizen, wantsen) Boren (spintkevers, hourupsen, boktorren) Galvorming (galmuggen) Spint Trips - Indirecte schade -Virusoverdracht: bladluis en witte vlieg) Honingdauw (zwartschimmels)

18 aaltjes Bekende vertegenwoordigers: -Wortellesieaaltjes -Bladaaltjes
-Cystenaaltjes - Wortelknobbelaaltjes -Wortellesieaaltjes - Groeivertraging, opbrengstderving

19 Andere schadelijke organismen:
- Slakken - Mollen - Muizen - Vogels (kraaien, spreeuwen) - Engerlingen

20 schimmels - Parasiet of sparofiet
Parasiet: leeft van levend materiaal, roest, meeldauw ect Saprofiet: leeft van dood materiaal Paddenstoelen, bodemschimmels - Vormen schimmelpluis of mycelium - Voortplanting door sporen

21 Schade door schimmels - Aantasting blad (meeldauw, roesten)
- Vaatverstoppingen (verwerkingsziekte, iepziekte)

22 Bacterieziektes - Verslijming, verrotting, verstopping, vaatbundels
- Woekering en tumoren - Bacteriën: - Eencellig - Houden van een vochtige en warme ongeving

23 Virussen - Bestaan uit eiwitdeeltjes, die de stofwisseling van mens, plant en dier verstoren - Verschijnselen: - Dwerggroei - Chlorose (verbelking) - Mozaiek - Bont - Vervorming blad

24 Overdracht virus - Vegetatieve vermeerdering
- Stekken, enten, bollen, knollen ect - Schuren van planten - Door insecten - Bladluizen, witte vlieg - Door menselijk handelen: - Oogstmesjes, gereedschap, kleding

25 Fysiologische afwijkingen
- Veroorzaakt door afwijkende groeiomstandigheden - Klimaat, temteratuur, R.V. - Droogte, doorwas, rand bij sla - Zoutschade - Slemp - Dichtslaan van de grond, korstvorming - Neusrot in paprika

26 Opdracht hoofdstuk 1 Maak de vragen die in het werkboek staan achter elk alinea, en bespreek ze daarna in groepjes.

27 Nog vragen?

28 Lees de opdracht van hoofdstuk 1 blz 28 goed door en maak deze
Lees de opdracht van hoofdstuk 1 blz 28 goed door en maak deze. Deze opdracht moet de volgende les ingeleverd worden en is onderdeel van je logboek, wat weer bevraagt wordt met het praktijk examen.