De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen"— Transcript van de presentatie:

1 Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen
Hoofdstuk 9 Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen

2 Soorten kosten (Totale) Constante kosten (Totale) Variabele kosten
Deze (totale) constante kosten veranderen niet als je meer of minder producten ga maken. Als je 0 producten produceert heb je de huurkosten evengoed allemaal, maar als je producten produceert heb je ze ook! 0 producten -> €1.000 producten -> €1.000 Deze (totale) variabele kosten veranderen WEL als je meer of minder producten ga maken. Als je niets kookt, hoef je ook niets in te kopen. Kook je een heleboel, dan moet je ook veel inkopen. 0 producten -> €0 producten -> € (als de kosten €1,- p/product zijn)

3 Oefenopgave 1 Je gaat nu via de PowerPoint oefenopgave 1 doornemen.

4 Oefenopgave 1 A De totale constante kosten zijn: € 20.000
De variabele kosten per product zijn: € 1,50 Oefenopgave 1 A Constante kosten: Veranderen niet als de productie veranderd. Ofwel het totaal bedrag is overal hetzelfde! Producten Totale constante kosten Constante kosten per product Totale variabele kosten Variabele kosten per product 1 10 100 1.000 10.000 € / 1 = € /10 = € 2.000 Constante kosten: Het totaal bedrag is hetzelfde, maar is dat dan ook hetzelfde per product? Nee! € /100 = € 200 € /1.000 = € 20 €20.000/10.000= € 2

5 Oefenopgave 1 A De totale constante kosten zijn: € 20.000
De variabele kosten per product zijn: € 1,50 Oefenopgave 1 A Variabele kosten per product: Veranderen niet als de productie veranderd. Ofwel het totaal bedrag is overal hetzelfde! Producten Totale constante kosten Constante kosten per product Totale variabele kosten Variabele kosten per product 1 10 100 1.000 10.000 € / 1 = € 1,50 * 1 = € 1,50 € 1,50 € /10 = € 2.000 € 1,50 * 10 = € 15,00 € 1,50 Variabele kosten: Het bedrage per product is hetzelfde, maar is dat dan ook voor het totaalbedrag het geval? Nee! € /100 = € 200 € 1,50 * 100 = € 150,00 € 1,50 € /1.000 = € 20 € 1,50 * = € 1.500,00 € 1,50 €20.000/10.000= € 2 € 1,50 * = € ,00 € 1,50

6 OEFENOPGAVE 1B Bestudeer de ingevulde tabel van opgave 1A nog eens goed voor je hier antwoord op gaat geven. Als de productie stijgt, dan zullen de totale constante kosten dalen/stijgen/gelijk blijven. Als de productie stijgt, dan zullen de constante kosten per product dalen/stijgen/gelijk blijven. Als de productie stijgt, dan zullen de totale variabele kosten dalen/stijgen/gelijk blijven. Als de productie stijgt, dan zullen de variabele kosten per product dalen/stijgen/gelijk blijven.

7 Constante kosten De (totale) constante kosten blijven gelijk als ik meer ga maken. De constante kosten per product dalen als je meer gaat maken! Voorbeeld constante kosten: Rente Huur Loon Verzekering Internet, telefoon abonnement

8 Variabele kosten De (totale) variabel kosten veranderen als je meer gaat maken. De variabele kosten per eenheid blijven gelijk als je meer gaat maken.

9 Oefenopgave 2 Ga nu naar oefenopgave 2 in je werkbladen

10 OEFENOPGAVE 2a Welke informatie weten we?
Productie = stuks Totale constante kosten = € Totale variabele kosten = € Gevraagd wordt de kostprijs voor 2011, die kunnen we uitrekenen door: Variabele kosten per product + constante kosten per product Dus: Wat zijn de variabele kosten per product? Wat zijn de constante kosten per product?

11 OEFENOPGAVE 2a Wat zijn de variabele kosten per product?
Welke informatie weten we? Productie = stuks Totale constante kosten = € Totale variabele kosten = € Wat zijn de variabele kosten per product? Totaal bij producten is € Per product is dat: € / = € 10 Wat zijn de constante kosten per product? Totaal bij producten is € Per product is dat: € / = € 13,33 Wat is dan de kostprijs? € 10 + € 13,33 = €23,33

12 OEFENOPGAVE 2B Wat zijn de variabele kosten per product?
Welke informatie weten we? Productie = stuks Totale constante kosten = € Variabele kosten per product = € 10 Wat zijn de variabele kosten per product? Deze blijven gelijk, dus zijn nog steeds €10 Wat zijn de constante kosten per product? Totaal bij producten is € Per product is dat: € / = € 6,67 Wat is dan de kostprijs? € 10 + € 6,67 = € 16,67

13 HUISWERK Werkbladen tot en met pagina 5 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2
Bij alle opgaven in het boek bij hoofdstuk 9 van M&O gelden de volgende regels: Constante/variabele kosten -> Hierbij gaat het om TOTALE kosten Constante/variabele kosten per …. -> Hierbij gaat het om per product.


Download ppt "Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen"

Verwante presentaties


Ads door Google