Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Roekeloos gehoorzamen
Roekeloos gehoorzamen
2
Spreuken 3:5 Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
3
Genesis 3 4 Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. 5 Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. 6 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. 7 Toen werden de ogen van beiden geopend…..
4
Genesis 16 1 Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2 ‘Luister, ‘zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in
5
Genesis 20 ‘Wat heb ik u misdaan dat u mij en mijn rijk schuldig hebt laten worden aan zo’n zwaar vergrijp? U hebt mij op een wel heel ongepaste manier behandeld. 10 Met welke bedoeling hebt u dit gedaan?’ 11 Abraham antwoordde: ‘Ik dacht: Misschien heeft men in deze streken geen ontzag voor God en zullen ze me doden om mijn vrouw. 12 Bovendien, ze is werkelijk mijn zuster: ze is de dochter van mijn vader.
6
Genesis Nu luisterde Rebekka mee, toen Izak tot zijn zoon Ezau sprak. Ezau ging het veld in om een stuk wild te jagen en dat mee te brengen. 6 Toen zei Rebekka tegen Jakob, haar zoon: Zie, ik heb je vader tegen Ezau, je broer, horen zeggen: 7 Breng me een stuk wild en maak een smakelijk gerecht voor me klaar om op te eten; dan zal ik je voor het aangezicht van de HEERE zegenen, vóór mijn dood. 8 Nu dan, mijn zoon, luister naar mijn stem, naar wat ik je gebied.
7
Genesis 27 6 Dus bleef Isaak in Gerar wonen. 7 Toen de inwoners van die stad hem vragen stelden over zijn vrouw, zei hij dat ze zijn zuster was. Hij durfde niet te zeggen dat ze zijn vrouw was, want hij dacht: Ze zouden me hier weleens kunnen vermoorden om Rebekka, omdat ze zo mooi is. 8 Maar toen hij daar al geruime tijd woonde, zag Abimelech, de koning van de Filistijnen, tot zijn verbazing vanuit zijn venster hoe Isaak Rebekka aan het liefkozen was.
8
Genesis Toen werd Jakob erg bevreesd en het benauwde hem. Hij verdeelde de mensen die bij hem waren, het kleinvee, de runderen en de kamelen in twee kampen, 8 want hij dacht: Als Ezau bij het ene kamp aankomt en het verslaat, dan kan het overgebleven kamp ontkomen.
9
1 Samuel En Samuel zei: Wat hebt u gedaan? Toen zei Saul: Omdat ik zag dat het volk zich begon te verspreiden, bij mij vandaan, en omdat ú niet op de vastgestelde tijd kwam, en de Filistijnen in Michmas verzameld zijn, 12 zei ik bij mijzelf: Nu zullen de Filistijnen op mij afkomen in Gilgal, en ik heb niet getracht het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen. Daarom heb ik mijzelf gedwongen om het brandoffer te brengen.
10
1 Samuel 16 6 En het gebeurde, toen zij kwamen, dat hij Eliab zag en dacht: Deze is vast en zeker voor de HEERE Zijn gezalfde. 7 Maar de HEERE zei tegen Samuel: Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen.
11
1 Samuel 27 1 Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Er is voor mij niets beters te doen dan met spoed te ontkomen naar het land van de Filistijnen. Dan zal Saul zijn hoop omtrent mij opgeven om mij nog langer te zoeken in heel het gebied van Israël, en zo zal ik uit zijn hand ontkomen. 2 Toen stond David op en hij en de zeshonderd mannen die bij hem waren, gingen de grens over naar Achis, de zoon van Maoch, de koning van Gath.
12
Mattheus Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken. 20 Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest;
13
Lukas Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, 19 en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. 20 Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?”
14
Wat leren we hieruit? Het denken ‘bij onszelf’ speelt vooral 1. Angstig/bang zijn
15
Wat leren we hieruit? Het denken ‘bij onszelf’ speelt vooral 1. Angstig/bang zijn 2. Onze ‘zinnen’ ergens op hebben gezet
16
Wat leren we hieruit? Het denken ‘bij onszelf’ speelt vooral 1. Angstig/bang zijn 2. Onze ‘zinnen’ ergens op hebben gezet “Dan wordt onze ziel de inspiratiebron (leunen) voor ons logisch denken en daarmee de grootste blokkade voor ons vertrouwen op God”
17
“Onze ziel kan beweegredenen hebben waar onze geest niets van af weet”
“Onze ziel kan beweegredenen hebben waar onze geest niets van af weet”
19
Het ultieme medicijn
20
Het ultieme medicijn ”Doe uw wil in mij”
Het ultieme medicijn ”Doe uw wil in mij”
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.