Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSamuël Beckers Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Spelregelpresentatie voor clubscheidsrechters en CS+
Zaalhockey Spelregelpresentatie voor clubscheidsrechters en CS+ INTRODUCEER kort de presentatie: uitleg voor CS en CS+ om goed om te kunnen gaan met de spelregels.
2
Verschillen zaal- en veldhockey
Slaan pushen 5 meter 3 meter Liggend spelen Bal van de grond In het blok spelen Uitsluitend verschillen BENOEMEN; uitleg volgt later.
3
Nieuw dit zaalseizoen (1)
Geen bankwissel meer in de rust Geen gedoe en gesleep met tassen. Scheidsrechters blijven staan; wisselen niet van helft! Teams wisselen wel van helft Hoe wissel je ook alweer? Wisselen binnen 3 meter middenlijn en eigen teambank. Heb aandacht voor de juiste manier van wisselen Deze sheet geldt niet voor sommige wedstrijden in Midden Nederland en Zuid-Holland als teams 1x35 of 1x30 spelen. Daar wisselen de scheidsrechters halverwege van speelhelft bij een dood speelmoment. Teams en banken blijven op hun plek.
4
Nieuw dit zaalseizoen (2)
Spelhervatting na strafcorner mag met beschermende kleding genomen worden net als op het veld. Let op: Ook in de zaal geen selfpass bij spelhervatting als je nog beschermende kleding aanhebt van de strafcorner.
5
Lange corner Precies zoals op het veld, dus…
Per ongeluk = lange corner; opzet = … Loodlijnprincipe Bepalingen uitvoering gelijk aan het vrije slag Gebaar LEG UIT: [alle punten aflopen] NOTA BENE: keeper die bal laat afkaatsen is geen opzet = dus lange corner
6
Wat is slaan? Grote schuifbeweging (inzet vanaf meer dan 50 cm van de bal) OF Zwaaibeweging naar de bal ALGEMEEN: leg uit wat de slide zegt. NOTA BENE: leg uit dat een kapflats (aansnijden van de bal met korte stickbeweging) ALTIJD EEN SLAG is (en dus niet is toegestaan)! Ook een gewone flats is een slag en mag dus niet in de zaal!
7
Wat is liggend spelen? Languit Drie steunpunten op de grond
Wat wel mag: stick horizontaal op de grond leggen met beide handen vasthouden eerst vallen, dan liggen liggend spelende (vliegende) keeper (binnen cirkel)
8
Bal van de grond: wanneer fluiten we?
hinder tegenstander pass >= 10 cm geen voordeel Niet fluiten: pass < 10 cm zonder hinder opstuitende stop zonder hinder verdedigende stop in cirkel zonder hinder of gevaar over de achterlijn bal over de zijbalk zonder overtreding: inpush als voordeel geven beter is dan fluiten PUNT 1 (HINDER): leg uit dat iemand realistisch gezien bij de bal moet kunnen. Een stop met een stuitje met een tegenstander in de rug betekent in vrijwel alle gevallen dus dat we doorspelen. Staat men face-to-face dan zal er altijd gefloten worden.
9
Schot op doel: wegwerken
Bal over de grond op doel: mag niet (om)hoog worden weggewerkt, tenzij geen hinder of gevaar Bal boven de grond op doel: bal mag alle kanten op (ook hoog/hoger) weggewerkt bal moet daarbij uitstuiten, dus: a) meenemen uit de lucht mag niet, maar: b) onmiddellijke controle naar de grond is toegestaan gevaarlijk vervolg: strafcorner wegslaan = strafbal WEGGESLAGEN BAL: bal in de lucht met stick/lichaam wegslaan (verboden!), en bal op de vloer met te grote stickbeweging. Een veeg met de arm over de grond is toegestaan. Een hoge push op doel mag door een verdediger altijd met een (vrijwel) stille stick gestopt of afgekaatst worden, óók boven de schouder; een taxatiefout van een verdediger (bal zat boven het doelvlak) leidt tot een strafcorner. LEG UIT BIJ “b)”: bal moet meteen ‘dood’ zijn; een stuit betekent een fluitsignaal.
10
De keeper Standaardkeeper Vliegende keep afwijkend shirt
mag liggend spelen wanneer hij (geheel) en de bal in de cirkel zijn moet altijd een helm op hebben mag niet verder dan middenlijn (behalve om strafbal te nemen) Vliegende keep mag liggend spelen wanneer hij (geheel) + bal in cirkel MOET een helm op bij strafcorner en strafbal mag ZONDER HELM over het hele veld heeft de rechten van een standaardkeeper bij het stoppen van de bal
11
Wat is ‘in het blok spelen’?
De bal wordt zeer hard gespeeld Ontvangende stick ligt klaar en laat geen (pass)ruimte Bal wordt van nabij gespeeld (enkele meters) Op of nabij de handen van de ontvanger Ontvanger staat direct achter zijn stick: houdt zijn stick voor het lichaam (zijn/haar voeten) Roekeloosheid en/of opzet bij spelen bal Strafopbouw: fluiten, vermaning, groen, geel balk dicht met stick = afgesloten; andere weg balbezitter PUNT 3: leg uit dat dit geen mathematische oefening is, maar dat het gaat om hoezeer de gevaarzetting de speler van de bal aan te rekenen is. PUNT 4: leg uit dat wanneer de bal in de krul van de stick komt deze hoogstwaarschijnlijk bedoeld is als pass en er dus geen sprake is van een bloksituatie. PUNT 7: leg uit dat afhankelijk van de ernst van het incident (blessure) er stappen in de strafopbouw kunnen worden overgeslagen. PUNT 8: door een stick forceren (lopen/schoppen/duwen/etc) die haaks op de balk ligt mag óók niet.
12
Verkeerde wissel: wat is ‘verkeerd’?
team staat tijdens het lopende spel met minimaal één speler te veel in het veld team wisselt tijdens een strafcorner team wisselt buiten drie meter van de middenlijn OPNOEMEN PUNTEN
13
Verkeerde wissel: wanneer ingrijpen?
Minimale invloed: vermaning bij herhaling: aanvoerder Merkbare, directe invloed: strafcorner aanvoerder. PUNT 2: leg uit [A] …dat als de sc in de cirkel van je collega moet plaatsvinden en jij constateert dat er verkeerd werd gewisseld, jíj de tijd stilzet (én de kaart geeft) en door overleg tot de sc komt, plus… [B] … punt twee letterlijk in het spelreglement staat (pag ), maar dat je bij MC5 wellicht iets anders met de tegel moet omgaan dan bij JA1.
14
Verkeerde wissel: wanneer & hoe ingrijpen?
Reageer bij een strafcorner die nog niet genomen is en waarbij gewisseld wordt onmiddellijk met het terugdraaien van de wissel en een vermaning. Er volgt geen spelstraf! Tijdens een lopende strafcorner beoordeel je de invloed van de wissel. A) Beperkte mate: spel gaat door. B) Voldoende/grote mate: nieuwe sc* (+ aanvoerderskaart). OF: wissel door de nemende partij: sc andere kant (+ aanvoerderskaart) Vermaan in alle andere gevallen waarbij eveneens sprake is van een fout. Ook daarna kun je bij herhaling de strafmaat proportioneel opvoeren. * Let op: als er sprake is van voordeel gaat het spel door en volgt de kaart later.
15
Insluiten met meerdere sticks
Verdedigers moeten een duidelijke (!) opening laten waar de bal doorheen kan worden gespeeld. Als ze dat niet doen krijgen ze een vrije push tegen; als het in de cirkel gebeurt dus een strafcorner. De bal doelbewust tegen de balk klemmen is een opzettelijke overtreding. Bij 1: 'duidelijke opening' = meer dan een gaatje waar de bal exact doorheen kan. Bovendien geldt 'gatjonassen' (met de sticks zo bewegen dat er om en om een gaatje links is, een gaatje rechts, weer links, etc.) als niet toegestaan. NB. VERTEL dat het verstandig is het spel verbaal te begeleiden als een insluitsituatie dreigt te ontstaan. Als het dan zover komt, is de opgelegde straf geen verrassing.
16
Persoonlijke straffen
2 x = 2 x = (je toont altijd eerst geel en vervolgens rood) - DWF: geel geel Of direct = definitieve verwijdering (met schorsing tot gevolg) Aanvoerderskaarten als zodanig vermelden Invullen DWF (omschrijving!) PUNT 5: leg uit dat de reden goed omschreven moet worden voor de tuchtcommissie.
17
Tijdwaarnemers en collega-scheidsrechter
Afspraken met tijdwaarnemers: > sc op einde speelhelft > straftijd > ‘schaduwtijd’ Afspraken met collega: > algemene aanpak wedstrijd > ondersteuning (wie, wat, waar, wanneer, hoe) > veldverdeling PUNT 1: sc einde speelhelft zorgen dat de zoemer niet gaat tijdens het spelen van een uitspeelcorner: leg uit wat je afspreekt en hoe je te werk gaat tijdens de wedstrijd. Plus: vanaf < 20 sec is het vanuit praktisch oogpunt in alle gevallen een uitspeel-sc. Leg uit dat je dit duidelijk maakt door af te fluiten. Straftijd: BESCHRIJF wat er gebeurt: gebaar tijd stilzetten (tijd loopt echter door i.v.m. bep. zaalhuur!); speler roepen; kaart tonen; bij gele kaart straftijd opgeven aan de tafel. Bijhouden en terugsturen door tafel; NIET vlák voor het nemen laten terugkeren, maar net erna. Schaduwtijd: houd zelf de tijd bij voor het geval dát. Zaalklok is verder gewoon leidend. PUNT 2: algemene aanpak: maak duidelijk dat je van tevoren een aanpak moet bespreken, omdat Meisjes C een andere benadering verlangt dan Jongens A, doorgaans. Ondersteuning: leg uit dat passes die iets van de grond gaan (ook voorzetten!), vaak over afstand het best te beoordelen zijn. Geldt ook voor ‘bal in het blok’, als het heel dichtbij je gebeurt. Ondersteuning en evt. overleg zijn dan cruciaal, net als bij situaties aan de overzijde van de cirkel. Veldverdeling: spreek af wie waar kijkt (bal vs. off-the-ball).
18
Begeleiding en teams Treed op tegen ongewenst gedrag
Rustig, vriendelijk, kordaat Kort & bondig Coach: bank Groene kaart coach/begeleider: geen tijdstraf Gele kaart coach/begeleider: 5 minuten (tribune) PUNT 1-2-3: leg uit dat het belangrijk is redelijk, duidelijk en zakelijk kort te blijven en je te onthouden van waardeoordelen(!). Plus: tijdens de wedstrijd geen discussies. PUNT 5: leg uit dat men eerst en vooral verbaal moet proberen bij te sturen: “jongens, niet te vaak tegen mij, alsjeblieft” en al dat genegeerd wordt scherper gesteld: “het moet nu klaar zijn”. Wanneer men dan nog contact blijft zoeken kun je een kaart geven. PUNT 6: de ‘speler minder’ zit gedurende de tijdstraf van de begeleider bij de tafel en mag doorgewisseld worden!
19
Publiek Incidenteel commentaar Grof en/of onophoudelijk?
Verwijderen dissonant Pressiemiddelen Incidenteel commentaar: leg uit dat je dit negeert Grof en/of onophoudelijk: wanneer het de spuigaten uitloopt moet je er uiteindelijk wel wat mee, zeker als omstanders niet al ingrijpen en het z’n weerslag heeft op de wedstrijd. Probeer het evt. via een aanvoerder te spelen en hem/haar de misdrager een cue te laten geven te stoppen. Verwijderen dissonant: wanneer dat geen effect heeft, moet degene die het wangedrag vertoont (of vertonen) de zaal verlaten. Dat regel je in principe via de zaalleiding. Als dat niet lukt… Pressiemiddelen: …is het zaak duidelijk te maken aan de teams wat voor consequenties dat heeft: het staken van de wedstrijd. En dat is eigenlijk nooit een optie. Maar, als het echt niet anders kan en je geen optie rest, dan gebeurt het wel. Zorg dat je bondgenoten (aanvoerders, zaalleiding) hun uiterste best doen om degene die weg moet toch zijn/haar biezen te laten pakken.
20
Afsluiting Zijn er nog vragen? Bedankt voor je aandacht
Veel plezier dit seizoen!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.