De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wetsvoorstel Implementatie Atad 1 Fred van Horzen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wetsvoorstel Implementatie Atad 1 Fred van Horzen"— Transcript van de presentatie:

1 Wetsvoorstel Implementatie Atad 1 Fred van Horzen
Rotterdam, 18 oktober 2018

2 In den beginne ….

3 Een selectieve greep uit de geschiedenis
Nederland 1982 Tarief vennootschapsbelasting: 48% (45% voor winsten t/m f ) Toptarief inkomstenbelasting: 72% (incl. vermogensbelasting max. 80%) Dividendbelasting: 25% “Knowledgeable persons consider the Netherlands to be a tax haven, notwithstanding its sophisticated and well administered tax system and high tax rates. This is because of its network of income tax treaties, its special holding company legislation, and administration of its tax laws to facilitate the use of Netherlands companies by third country residents.” (Tax Havens and their use by United States Taxpayers, rapport ten behoeve van US Treasury Department, januari 1981)

4 Nederland 1982 - heden Tarieven omlaag
Anti-misbruikwetgeving unilateraal Anti-misbruikwetgeving BEPS/ATAD Met ingang van 2020 tarief vpb nog verder omlaag, gelet op stijgende heffingsbasis

5 CFC

6 Consultatie- document ATAD I
Context CFC BEPS Action Plan (3) Geïntroduceerd in BEPS Action Plan 3 ATAD (I) Art. 7 en 8 ATAD: Keuze Model A (passive income in low-tax jurisdictions) en Model B (arm’s length principle) Consultatie- document ATAD I Implementatie minimumnorm (demissionair cabinet), werkhypothese Model A Art. 13ab Vpb 1969 Model A voor low-taxed & non-cooperative jurisdictions

7 CFC & Model B MvT: geen implementatie nodig, want at arm’s length beginsel is verankerd in Wet VPB Referentiekader: Art. 8b Wet VPB ‘Van een kunstmatige constructie is sprake als winst van gecontroleerd lichaam niet is te relateren aan activiteiten (functies) van het gecontroleerde lichaam, maar aan de activiteiten (functies) van de Nederlandse belastingplichtige’ Geen nadere wettelijke invulling van wat een CFC is voor toepassing van Model B Voor toepassing van Model B is irrelevant of CFC hoog- of laagbelast is

8 CFC & Model A Aanvullend op Model B (‘Nederland doet meer dan waartoe ATAD1 verplicht’) Gecodificeerd in art. 13ab Wet Vpb Geldt met ingang van boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2019

9 CFC Model A – Algemeen (1)
Stap 1: wanneer is sprake van een CFC? indien belang > 50% (direct/indirect, al dan niet samen met gelieerd lichaam/natuurlijk persoon) 25%-gelieerdheidscriterium gerelateerd aan nominaal gestort kapitaal, statutaire stemrechten of winst én CFC gevestigd in: Jurisdictie met <7% statutair tarief (jaarlijkse lijst, beoordeling op 1 oktober voorafgaande kalender jaar); dan wel Jurisdictie op de EU lijst met non-coöperatieve jurisdicties NB:  Voor vi’s geldt alleen voorwaarde b (art. 15e, lid 10). NB: géén sprake van CFC indien: Voordelen ≥ 70% bestaan niet-besmette voordelen (lichamen en vi’s); of Sprake is van gereglementeerde financiële instelling + besmette voordelen ≥ 70% afkomstig van derden (geldt niet voor vi’s, zie tekst art. 15e, lid 10)

10 CFC Model A – Algemeen (2)
Stap 2: welk CFC-inkomen moet aan NL grondslag worden toegevoegd?  focus op passief inkomen (‘besmette voordelen’) dat CFC geniet Besmette voordelen: Rente / Royalty’s / Dividenden / Financial lease (NB: géén operational lease) Voordelen uit verzekering/bank/andere financiële activiteiten Voordelen uit ‘weinig of geen economische waarde toevoegende factureringsactiviteiten, bestaande uit verkoopvoordelen of dienstenvoordelen behaald met goederen of diensten, gekocht of verkocht aan belastingplichtige of aan hem gelieerde personen’. Omvang besmette voordelen: verminderd met verband houdende kosten en berekend naar NL maatstaven (e.g. DNV en aftrekbeperkingen). Nogmaals: Model A vindt alléén toepassing op CFC’s in low-taxed jurisdictions en non-cooperative jurisdictions!

11 CFC Model A – Algemeen (3)
Stap 3: is bij een CFC waarvoor Model A geldt sprake van wezenlijke economische activiteit (WEA) Ja, in ieder geval als aan substance-eisen Wet Div Bel is voldaan (zie volgende twee slides) Voldaan aan WEA  CFC, maar géén CFC-inkomen in NL grondslag Niet voldaan aan WEA  CFC, toevoeging aan NL grondslag: niet-uitgekeerde winst van de CFC naar tijdsgelang naar rato van belang in de CFC Ad i) Alleen positief saldo van de besmette voordelen (onbeperkte carry-forward voor negatieve saldi) Indien en voor zover per einde boekjaar belastingplichtige niet uitgekeerd door CFC (dividend besluit maatgeven, anders LIFO)

12 CFC – Algemeen (4)

13 ATAD vs Wetsvoorstel Art. 7 & 8 ATAD
Wetsvoorstel - Art. 13ab wet Vpb 1969 (Model A) Onderworpenheids-eis Heffing meer dan 50% van de heffing van de lidstaat van de belastingplichtige 7% statutair tarief (dan wel EU black list) Bezitseis >50% (in)direct belang Escape wezenlijke economische activiteit Wordt bepaald aan de hand van vier factoren (personeel, uitrusting, activa en lokalen). Optie: Lidstaten kunnen de escape beperken tot EU/EER-CFC’s. Substance-eisen zoals die gelden voor toepassing van inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting. Model Model A en/of Model B Model A: Low-taxed jurisdicties & EU Blacklist (als lex specialis(?)) Model B: Alle landen Huidige jurisdicties op de EU Blacklist: American Samoa, Guam, Namibia, Samoa, Trinidad & Tobago, US Virgin Islands Concept NL Blacklist: Anguilla, Bahama’s, Bahrein, Bermuda, BVI, Guernsey, eiland Man, Jersey, Kaaimaneilanden, Koeweit, Palau, Qatar, Saudi-Arabië, Turks- en Caicoseilanden, Vanuatu en Verenigde Arabische Emiraten

14 Kwalificatie CFC lichaam (1) – Voorbeeld MvT
BV heeft – samen met gelieerd Lichaam B – een 100% belang in Lichaam 1. Lichaam 1 is dus een gecontroleerd (CFC) lichaam voor BV. NB: Lichaam B is géén gecontroleerd (CFC) lichaam voor BV (niet in MvT). Lichaam 2 Met BV gelieerd lichaam heeft 60% belang in Lichaam 2. Lichaam 2 is dus een gecontroleerd (CFC) lichaam voor BV. In aanmerking te nemen voordelen (pro rata) Lichaam 1: 32% (40% * 80%) + 20% = 52% Lichaam 2: 50% * 60% = 30% BV 40% 50% B C 20% 80% 60% 1 2 52% CFC income 30% CFC income

15 Kwalificatie CFC lichaam (2)
CFC definitie – ‘control’: Bezitseis: >50% deelneming (vgl JV) of v.i. Direct of indirect Ook indirecte vaste inrichting? BV LUX = CFC? UAE v.i.

16 Kwalificatie CFC lichaam (3)
CFC inkomen? Geen jurisdicties met statutair tarief < 7% (Model A) Activiteiten die verband houden met het het non-AL inkomen ontvangen door D niet in NL uitgeoefend (Model B) Verhouding tot Art. 7(1)(b) ATAD BV NL Buitenland B Statutory tax rate 20% Performs Significant People Functions + Ontvangt non-AL beloning (lager) C Statutory tax rate 20% D Ontvangt non-AL beloning (hoger) Statutory tax rate 10%

17 CFC voordelen (1) - Voorbeeld MvT
“Een belastingplichtige heeft een belang van 100% in een CFC (lichaam) gevestigd in staat X. De CFC ontvangt jaarlijks € aan royalty’s gegenereerd door immateriële activa. De CFC heeft de immateriële activa gefinancierd met vreemd vermogen en betaalt jaarlijks € aan rente. De omvang van de besmette voordelen wijkt niet af van de omvang naar Nederlandse maatstaven. De CFC keert geen winst uit. Op grond van de CFC-maatregel wordt het saldo aan besmette voordelen verminderd met de met die voordelen verband houdende kosten: € € = € , tot de winst van de belastingplichtige gerekend.” BV CFC €1m royalty income €0,7m interest costs B = €0,3m CFC income

18 CFC voordelen (2) - Voorbeeld MvT
“Een belastingplichtige heeft een CFC (vaste inrichting) gelegen in staat Y. Aan de CFC zijn renteloze vorderingen toerekenbaar met een hoofdsom van € CFC maakt geen kosten. Staat Y past het arm’s-lengthbeginsel niet toe bij het bepalen van de belastinggrondslag. Daardoor is de belastingdruk in staat Y nihil. Naar Nederlandse maatstaven zou – mede gelet op de voorwaarden van de overeenkomst van geldlening – een zakelijke rente 5% zijn. Naar Nederlandse maatstaven zouden daarom € (hoofdsom) x 5% (rente) = € aan rentebaten in de heffing worden betrokken. Op grond van de CFC-maatregel vindt de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten geen toepassing op het aan de CFC toerekenbare besmette voordeel van € waardoor dit tot de winst van de belastingplichtige wordt gerekend.” BV CFC v.i. €1m IFL receivable Arm’s length interest = 5% Debtor = €50k CFC income

19 Wezenlijke Economische Activiteit Escape (1)
Substance-eis ter bepaling van ‘wezenlijke economische activiteit’ a. Ten minste de helft van het totale aantal statutaire en beslissingsbevoegde bestuursleden van de CFC woont of feitelijk is gevestigd in de staat waarin de CFC is gevestigd b. De in de staat, bedoeld in onderdeel a, wonende of gevestigde bestuursleden beschikken over de benodigde professionele kennis om hun taken naar behoren uit te voeren, tot welke taken ten minste behoort de besluitvorming, op grond van de eigen verantwoordelijkheid van de CFC en binnen het kader van de normale concernbemoeienis over door de CFC af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor een goede afhandeling van de afgesloten transacties c. De CFC beschikt over gekwalificeerd personeel voor de adequate uitvoering en registratie van de door de CFC af te sluiten transacties d. In de staat, bedoeld in onderdeel a, de bestuursbesluiten van de CFC worden genomen e. In de staat, bedoeld in onderdeel a, de belangrijkste bankrekeningen van de CFC worden aangehouden f. In de staat, bedoeld in onderdeel a, de boekhouding van de CFC wordt gevoerd g. De CFC een bedrag aan loonkosten heeft dat een vergoeding vormt voor de werkzaamheden ten behoeve van het leggen van de relatie, bedoeld in de aanhef, en dat gelijk is aan € vermenigvuldigd met de woonlandfactor die ingevolge de bijlage geldt voor de staat waarin de CFC is gevestigd

20 Wezenlijke Economische Activiteit Escape (2)
Substance-eis ter bepaling van ‘wezenlijke economische activiteit’ h. De CFC gedurende een periode van ten minste 24 maanden een in de staat, bedoeld in onderdeel a, gelegen onroerende zaak of deel van een onroerende zaak ter beschikking heet waarbij zich in die onroerende zaak, onderscheidenlijk dat deel, een kantoor bevindt dat is voorzien van gebruikelijke faciliteiten voor de uitoefening van de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel g, en die werkzaamheden ook daadwerkelijk in dat kantoor worden uitgeoefend

21 CFC & deelnemingsvrijstelling (1)
CFC náást DNV, maar (beperkte) aanpassing DNV Voordelen die al als CFC inkomen zijn belasting worden niet nogmaals in de heffing betrokken (ingeval van beleggingsdeelneming) Deelnemingsvrijstelling niet op overige punten aangepast, bijvoorbeeld voor tussentijdse uitkeringen voor einde boekjaar door CFC (escape?). Zie MvT: In beginsel betreft een dividenduitkering de uitdeling van de winst van het vorige jaar. Het uitgangspunt is daarom dat de zogenoemde last in, first out (lifo)- methode toepassing vindt. Als evenwel aannemelijk is dat de dividenduitkering een uitdeling betreft van winsten behaald in een ander jaar, ligt het voor de hand daarbij aan te sluiten. Het dividendbesluit is daarbij maatgevend. BV CFC income uitgekeerd vóór einde boekjaar CFC = Geen CFC income (?)

22 CFC & deelnemingsvrijstelling (2)
Tarief Onder de CFC-regelgeving wordt als reële heffing gezien een winstbelasting met een statutair tarief van 7%: Ook winstbelasting geheven vanwege een lagere overheid kwalificeert. Registratiebelasting, overdrachtsbelasting of kapitaalsbelasting kwalificeren niet. Directe belasting waarbij een statutair tarief wordt geheven over omzet zal worden herleid naar een tarief over de winst (met behulp van beschikbare statistieken over winstmarges) 7% minder streng dan hetgeen is voorgeschreven onder ATAD 1 (?) Mixers Voor wat betreft de CFC-regelgeving kan er niet gemixt worden op het niveau van de CFC. Foute inkomensbestanddelen worden hoe dan ook als CFC-inkomen belast.

23 CFC & deelnemingsvrijstelling (3)
Voorbeeld t.a.v. Mixers (1) DNV uitwerking Om de DNV te mogen toepassen op niveau NL dienen de geconsolideerde bezittingen van LuxCo (on)middelijk te bestaan uit < 50% laagbelaste vrije beleggingen De mix van actief/passief (zoals rechts geïllustreerd) maakt dat LuxCo de bezittingentoets doorstaat en DNV mag worden toegepast op niveau NL voor het gehele inkomen uit LuxCo NL LuxCo X1 X2 X3 X4 Actief Passief Actief Actief * Het geconsolideerde inkomen van LuxCo bestaat voor gelijke delen uit het inkomen van de vier deelnemingen

24 CFC & deelnemingsvrijstelling (4)
Voorbeeld t.a.v. Mixers (2) CFC uitwerking Indien LuxCo als laagbelast gecontroleerd buitenlandse lichaam wordt aangemerkt zal het ‘foute’ inkomen van LuxCo in de NL grondslag worden betrokken Aangezien X2 passief is zal het inkomen van X2 dat aan LuxCo valt toe te rekenen in de NL grondslag worden betrokken Mogelijke escape is dat op het niveau van X2 voldoende ‘wezenlijke economische activiteit’ plaatsvindt NL LuxCo X1 X2 X3 X4 Actief Passief Actief Actief * Het geconsolideerde inkomen van LuxCo bestaat voor gelijke delen uit het inkomen van de vier deelnemingen

25 Optie A & juridisch dubbele belasting
Optie A: mechanisch Pick-up in elke EU Member State boven de CFC (?) Nederland geeft géén voorkoming voor CFC inkomen geheven op: Niveau van (directe/indirecte deelnemingen) Niveau (directe/indirecte) aandeelhouder 2-, 3-, 4-voudige bijtelling mogelijk! US NL CFC bijtelling Lux CFC rente

26 Optie A & economisch dubbele belasting
Tussenhoudster van CFC = ook CFC? CFC 2 ontvangt rente (t + 0) CFC 2 keert dividend uit (t + 1) CFC 1 stelt vrij US NL CFC 1 dividend CFC 2 rente

27 Samenloop CFC en objectvrijstelling
Objectvrijstelling art. 15e, leden 10 en 11 Hoofdregel: Niet van toepassing op CFC inkomen Impact belastingverdrag: CFC inkomen kan niet worden belast indien verdrag voorziet in vrijstellingsmethode Veelal oude verdragen (vóór 1996) die niet voorzien in switch-over naar verrekening

28 Samenloop CFC en US Tax Reform
Verhouding non-EU CFC-systemen Sub-part F en GILTI zijn geïntroduceerd In rechter illustratie mogelijk pick-up door US van (rente-) inkomsten op niveau CFC Voor wat betreft NL CFC is dit irrelevant voor de onderworpenheidstoets? Ergo, wederom mogelijke dubbele heffing over rente-inkomsten CFC US NL CFC rente

29 Earningsstrippingsregeling

30 Earningsstrippingmaatregel – de hoofdlijnen
Artikel 15b Wet Vpb: van toepassing boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019 Saldo van belaste rentebaten en aftrekbare rentelasten worden beperkt in aftrek, voor zover het saldo: groter is dan 30% van fiscale EBITDA Optie: max. EUR 1 mio aftrekbaar, indien 30% van fiscale EBITDA lager uitkomt Geen groepsregeling(en): geen “eigenvermogenuitzondering” noch “EBITDA-uitzondering” Niet aftrekbaar deel van het saldo wordt vooruitgewenteld geen beperkingen in vooruitwenteling (tijd / bedrag), wel rangorde (lid 5) Berekend op fiscale eenheidsniveau Geen eerbiedigende werking voor bestaande leningen

31 Earningsstripping: flankerende maatregelen
Art. 13l vervalt Art. 15ad vervalt (met overgangsmaatregel in art. 34h Wet Vpb voor doorgeschoven overnamerente) Art. 20, lid 4 vervalt (met overgangsmaatregel voor bestaande verliezen, art. 34i Wet Vpb) Art. 15aha en ahb: voeging en ontvoeging van lichamen met doorgeschoven 15b rente Met ingang van boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2020: art. 15ba, maatregel tegen handel in lichamen met ‘doorgeschoven 15b rente’

32 Earningsstrippingmaatregel – de aanloop
BEPS 4 Art. 4 ATAD Consultatie Regeerakkoord Wetsvoorstel Vaste ratio 0%-30% fiscale EBITDA (of EBIT) 30% fiscale EBITDA Franchise Slechts guidance Max € 3m Max € 1m Equity escape Equity/assets-ratio ≥ equity/assets-ratio van de groep (minus 2%.) Optie - Geen Groepsratio Nettorente aan derden / EBITDA (jaarrekening) Terug- en voortwenteling (niet-aftrekbare rente en/of onbenutte ruimte) Voortwenteling rente (onbeperkt) of Voort- (onbeperkt) en terugwenteling (3 jr) rente Voortwenteling rente (onbeperkt) en ruimte (5 jr) [geen gegevens] Artikel 15b Wet VPB 1969 Saldo aan renten dat uitgaat boven 30% van fiscale EBITDA wordt van aftrek uitgesloten Optie: saldo aan renten aftrekbaar tot maximaal EUR 1mio, indien dat beter uitkomt dan 30% van fiscale EBITDA Vrijgestelde inkomsten worden niet meegenomen in de fiscale EBITDA Voortwenteling zonder limiet van niet-aftrekbare rente Geen groepsuitzondering of EBITDA-uitzondering Resultaat: aftrek gelinked aan (succesvolle) economische activiteiten

33 Earningsstrippingmaatregel – flowchart
Is er sprake van een negatief saldo aan rente groter dan EUR 1m? Bepaal 30% van fiscale EBITDA Is het saldo aan rente hoger dan 30% van fiscale EBITDA? Saldo aan rente niet-aftrekbaar boven 30% fiscale EBITDA ja ja nee nee Geen beperking onder 15b Vooruitwenteling van niet-aftrekbare saldo aan rente

34 Earningsstrippingmaatregel - voorbeelden

35 Earningsstrippingmaatregel - definitie rente
Saldo van rentelasten en rentebaten ter zake van geldleningen die in de belaste grondslag zijn opgenomen (en dus niet via objectvrijstelling zijn vrijgesteld). Saldo is tenminste nihil → geen vrijstelling. Rentebaten en rentelasten omvatten: Valutaresultaten ter zake van geldleningen (hoofdsom + rente) Resultaten op instrumenten die strekken tot het afdekken van rente- of valutarisico’s Rentelasten omvat: Kosten: afsluitkosten, advieskosten, bemiddelingskosten, provisies etc. Geactiveerde rente: rente die als voortbrengingskosten van een activum wordt geactiveerd Algebraïsch begrip: negatieve rentebate wordt aangemerkt als rentelast en vice versa Vormt verschil tussen aankoopprijs vordering en nominaal bedrag bij aflossing rente?

36 Earningsstrippingmaatregel - geactiveerde rente
Rente geactiveerd als voortbrengingskosten van een activum wordt aangemerkt als rente ter zake van geldleningen ingevolge art. 15b, lid 6 Vpb Het deel van het saldo aan rente dat betrekking heeft op geactiveerde rente en niet in aftrek wordt toegestaan zal in het betreffende jaar niet geactiveerd mogen worden. Wel vooruitwenteling (maar niet later alsnog activering?). Gewone rente wordt bij voorrang van aftrek uitgesloten t.o.v. geactiveerde rente.

37 Earningsstrippingmaatregel - definitie geldlening
Een vordering of schuld die voortkomt uit een overeenkomst van geldlening; of Een daarmee vergelijkbare overeenkomst Fiscale kwalificatie van de geldverstrekking is leidend Vergelijkbare overeenkomsten (voorbeelden): Financial lease Huurkoop Dus niet: operational lease? Operational lease i.c.m. toepassen IFRS 16 gunstig? Voorvraag: kan IFRS 16 fiscaal worden toegepast… Afschrijving verhoogt EBITDA als het geactiveerde gebruiksrecht als bedrijfsmiddel kan worden gekwalificeerd… Rentelasten niet afkomstig uit geldlening of vergelijkbare overeenkomst?

38 Earningsstrippingmaatregel - definitie fiscale EBITDA
Artikel 15b lid 3: de ‘gecorrigeerde winst’ (= fiscale EBITDA) De winst, voor vermindering met aftrekbare giften en voor toepassing van art. 15b Wet Vpb Dus geschoond van vrijgestelde bestanddelen zoals: Innovatiebox Deelnemingsvrijstelling Objectvrijstelling Vermeerderd met: Afschrijvingen en afwaarderingen tot lagere bedrijfswaarde van bedrijfsmiddelen (dus niet afwaardering voorraad) Het saldo aan renten (exclusief te activeren rente) Verminderd met: Terugnemingen van eerdere afwaarderingen op bedrijfsmiddelen

39 Earningsstrippingmaatregel - vooruitwenteling
Artikel 15b lid 5: vooruitwenteling van niet-aftrekbaar saldo Een niet-aftrekbaar deel van het saldo van rentebaten en rentelasten wordt, onbeperkt, vooruitgewenteld naar volgende jaren (carry forward) Dit deel komt in een volgend jaar in aftrek voor zover er nog ‘ruimte’ is in dat jaar Hoe als in dat volgende jaar er (vóór verrekening) meer rentebaten dan rentelasten zijn? Volgorde: oudste jaren eerst Vast te stellen bij voor bezwaar vatbare beschikking Onder vooruit te wentelen rente valt ook de 15ad rente die nog niet in aftrek is kunnen komen (transformeert op grond van art. 34h Wet Vpb in door te schuiven 15b, lid 5, rente)

40 Earningsstrippingmaatregel - samenloop met FE
Earningsstripping maatregel wordt toegepast op de fiscale eenheid Geen Per Element Benadering; drempel EUR 1mio toegepast op de fiscale eenheid Opknippen van fiscale eenheid om meerdere keren gebruik te maken van drempel wordt gemonitord en zo nodig bestreden Meegeven van vooruitgewenteld saldo bij verlaten van fiscale eenheid

41 Earningsstrippingmaatregel: handel in saldolichamen
Artikel 15ba Wet Vpb – boekjaren startend op of na 1 januari 2020 20a-achtige bepaling ten aanzien van lichamen die beschikken over een voortgewenteld saldo aan renten als bedoeld in de earningsstrippingmaatregel van artikel 15b Wet Vpb Bepaling volgt in grote lijnen artikel 20a Wet Vpb, d.w.z.: Wijziging uiteindelijk belang: 30% of meer, getoetst a.d.h.v. het oudste jaar van voortgewenteld saldo aan rente Aanspraken op saldi aan renten van jaren voor belangwijziging komen niet meer in aanmerking bij het bepalen van de winst in latere jaren Rentesaldo in het jaar van belangwijziging en ontstaan na die wijziging komt tevens niet in aanmerking voor aanwending in pre-wijzigingswinst Winst- en rentesaldo in het jaar van belangwijziging wordt afzonderlijk bepaald, EUR 1mio drempel wordt tijdsevenredig verdeeld Schakelbepaling naar 20a Wet Vpb, in het bijzonder tegenbewijs o.g.v. art. 20a lid 2-8 en 11 Wet Vpb

42 Earningsstrippingmaatregel: voorvoegingsrenten
Artikel 15aha Wet Vpb: Voortgewentelde rentesaldi uit voorvoegingsjaren (‘voorvoegingsrenten’) komen in aanmerking bij de fiscale eenheid indien: Er ruimte is voor het in aftrek brengen van de voortgewentelde rentesaldi, en Aannemelijk wordt gemaakt dat er op standalone niveau ook ruimte zou hebben bestaan voor die aftrek. Hetzelfde geldt indien een bestaande fiscale eenheid wordt uitgebreid of opgenomen in een grotere fiscale eenheid Ruime anti-misbruikregel gericht op rechtshandelingen die leiden tot meer aftrek; tenzij zakelijke overwegingen

43 Earningsstrippingmaatregel: ontvoegingsrenten
Artikel 15ahb Wet Vpb Een 15af-achtige bepaling om rentesaldi op gezamenlijk verzoek mee te geven na ontvoeging Ontvoegingsrenten worden in aanmerking genomen bij een ontvoegde dochter, indien: Het voorvoegingsrenten van die maatschappij betreffen, en Voortgewentelde saldi van de fiscale eenheid indien aannemelijk wordt gemaakt dat zij op standalone basis ook aan die dochter toerekenbaar zouden zijn geweest Wederom anti-misbruikregel, tenzij zakelijke overwegingen

44 Earningsstrippingmaatregel - takeaways
Eenduidige en generieke maatregel Strengere implementatie dan noodzakelijk Weinig tot geen ruimte voor planning Opties: Consolideren van vennootschappen met positieve EBITDA (voor zover nog niet alle vennootschappen in een fiscale eenheid zijn opgenomen) Ontvoegen van vennootschappen, bijvoorbeeld vanwege negatieve EBITDA (maar dan ook geen verrekening van verlies binnen F.E.) Ontvoegen en/of splitsen van vennootschappen om gebruik te maken van de EUR 1m drempel (monitoring) Pan-Europese implementatie: in welke landen binnen de groep is er nog ruimte voor extra aftrek? Voortgewenteld saldo gaat niet verloren: te gebruiken - bijvoorbeeld – bij toekomstig te realiseren boekwinsten of andere ‘one-offs’

45


Download ppt "Wetsvoorstel Implementatie Atad 1 Fred van Horzen"

Verwante presentaties


Ads door Google