Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFilip de Lange Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Deze kerkdienst wordt met beeld en geluid uitgezonden op Kerkomroep.nl.
Uit privacyoverwegingen worden geen opnamen gemaakt van gemeenteleden zonder overleg vooraf.
2
Welkom in deze morgendienst op Hemelvaartsdag
10 mei Voorganger: Ds. D. Hoolwerf Organist: Rinus Verhage
3
Welkom en mededelingen
4
Psalm 145 – vers 2 Ik zal, o HEER, die ik mijn Koning noem, De luister van Uw majesteit en roem Verbreiden, en Uw wonderlijke daân Met diep ontzag aandachtig gadeslaan. Elks juichend hart zal Uw geducht vermogen, De grote kracht van Uwe arm verhogen; Ik zal mijn stem met aller lofzang paren, En overal Uw grootheid openbaren.
5
Psalm 145 – vers 4 Al wat Gij wrocht, zal juichen tot Uw eer; Uw gunstvolk zal verblijd U zeeg'nen, HEER, En roemen van Uw koninkrijk, Uw macht, Uw heerlijkheid en Goddelijke kracht; Om, waar zich 't hart ooit voelt in leerzucht blaken, Uw heerlijkheid, Uw macht bekend te maken, En d' eer Uws rijks, zo groot, zo hoog verheven, Voor aller oor de hoogste roem te geven.
6
Psalm 145 – vers 5 Uw heerschappij verduurt zelfs d' eeuwigheid; Uw koninkrijk is eind'loos uitgebreid. Gij ondersteunt hem, die voor 't onheil zwicht: Wie nederstort, wordt door U opgericht. 't Ziet al op U; 't blijft alles op U wachten; Gij sterkt door spijs, te rechter tijd, hun krachten; G' ontsluit Uw hand, ontfermend en weldadig, Opdat Uw gunst, al wat er leeft, verzadig'.
7
Stil gebed
8
Votum en groet
9
Aanvangstekst
10
Lied 187 (Weerklank) – vers 1
De dag van onze Vorst brak aan. Zie, Gods gezalfde Koning gaat tot zijn hemelwoning. Hoe zal Hij in zijn schoonheid staan omstraald van morgenlicht Voor ‘s Vaders aangezicht.
11
Lied 187 (Weerklank) – vers 3
De Vader stelt Hem in de troon als Christus en als Here, bekleed met macht en ere. De heerschappij is aan de Zoon, wiens goddelijk geweld de laatste vijand velt.
12
Lied 187 (Weerklank) – vers 5
O, Heer, die onze Koning zijt, laat niets uw rijk verhind’ren, en open voor uw kind’ren de poorten van uw woning wijd. Laat, met uw feestkleed aan ons tot uw bruiloft gaan.
13
Geloofsbelijdenis
15
Psalm 103 – vers 10 De HEER heeft Zich, als d' allerhoogste Koning, Een troon gevest in Zijne hemelwoning; Zijn koninkrijk heerst over 't wereldrond. Looft, looft, de HEER, gij Zijne legermachten, Gij eng'len, die Hem dient met heldenkrachten, En vaardig past op 't woord van Zijnen mond.
16
Psalm 103 – vers 11 Looft, looft, de HEER, gij Zijne legerscharen, Wier lust het is, op Zijnen wenk te staren. Dat hemel, aard', en zee, en berg, en dal, Hoe ver men ook Zijn schepter ziet regeren, Nu Zijnen naam en grote deugden eren; En gij, mijn ziel, loof gij Hem bovenal.
18
Gebed
19
Schriftlezing Deuteronomium 17 : 14 - 20
20
Psalm 20 – vers 3 Gij weet, wij willen u toejuichen wanneer gij triomfeert. Wij willen in Gods naam getuigen: Hij gunt wat gij begeert. Wij willen dat de stemmen zwijgen die thans u tegenspreken, wij willen, als de vlaggen nijgen, Gods vaandels hoog opsteken.
21
Psalm 20 – vers 4 Nu weet ik, God doet triomferen zijn uitverkoren knecht, ik weet, dat Hij - de Heer der heren - ons handhaaft in zijn recht. Hij antwoordt uit zijn hoge sferen met hulp en heil daadkrachtig, om dood en onheil af te weren is Hij zijn volk indachtig.
22
Psalm 20 – vers 6 Heer, laten Israëls banieren bevrijd en zegenrijk het land van uw belofte sieren ten teken van uw Rijk. O, laat de koning zegevieren voor aller mensen ogen; dat God de Heere goedertieren ons antwoord geven moge
23
Schriftlezing Handelingen 1 : 1 - 14
24
Psalm 47 – vers 3 God vaart, voor het oog, Met gejuich omhoog; 't Schel bazuingeluid Galmt Gods glorie uit. Heft de lofzang aan, Zingt Zijn wonderdaân,
25
Psalm 47 – vers 3 Zingt de schoonste stof, Zingt des Konings lof Met een zuiv're galm, Met een blijde psalm; Hij, de Vorst der aard', Is die hulde waard.
26
Psalm 47 – vers 4 Zingt des Hoogsten eer, Opdat ieder leer', Hoe Hij heerst alom Over 't heidendom; Hoe Hij van Zijn troon Geeft Zijn rijksgeboôn,
27
Psalm 47 – vers 4 Daar het al voor bukt, Eed'len, gans verrukt, Nu hun 't Godd'lijk licht Straalt in 't aangezicht, Delen in ons lot, Eren Abrams God.
28
Kindermoment
33
Vers 2
37
Vers 3
39
Verkondiging
40
Lied 189 (Weerklank) – vers 1
Kroon Hem met Koningskroon, het Godslam op zijn troon! Het hemels loflied overwint in lofzang voor de Zoon. Ontwaak, mijn ziel, en zing van Hem die voor mij stierf. Ik prijs Hem als mijn eeuw’ge Vorst Die ‘t heil voor mij verwierf!
41
Lied 189 (Weerklank) – vers 4
Kroon Hem, die liefde is, Hem die zijn wonden toont, ook nu Hij hoog verheven is en aan Gods zijde troont. Zijn glorie is te groot, verblindend voor het oog. De eng’len buigen zich terneer voor Hem die troont omhoog.
42
Lied 189 (Weerklank) – vers 5
Kroon Hem , de Vredevorst. Zijn koninkrijk breekt aan! De oorlog wijkt van pool tot pool, zijn vrede breekt zich baan. De hooggelegen stad weerspiegelt dan zijn licht. Daar zingen volken straks zijn eer in kleurrijk lofgedicht.
43
Lied 189 (Weerklank) – vers 6
Kroon Hem, de Hemelheer, de Schepper van elk ding! Kroon Hem tot koning, die de naam van Levensvorst ontving. Ik geeft U alle eer, mijn lied is U gewijd, Die stierf en leeft en Koning is in alle eeuwigheid.
44
Dankgebed en voorbede
45
Collecten – luisterlied door Berácha
1. Diaconie 2. College van Kerkrentmeesters 3. Predikantsplaats
46
Psalm 150 – vers 1 Looft God, looft Zijn naam alom; Looft Hem in Zijn heiligdom; Looft des HEEREN grote macht, In de hemel Zijner kracht; Looft Hem, om Zijn mogendheden, Looft Hem, naar zo menig blijk Van Zijn heerlijk koninkrijk, Voor Zijn troon en hier beneden.
47
Zegen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.