Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdNora van Veen Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Reading strategies 2 Meaning of words, fixed expressions, multiple choice questions, open questions, article
2
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen?
3
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd?
4
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties?
5
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)?
6
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)? Ken je een gedeelte van het woord? Ja Raad de betekenis (bv. unhealthy is de tegenovergestelde van healthy)
7
Meaning of words (Betekenis van woorden)
Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)? Ken je een gedeelte van het woord? Ja Raad de betekenis (bv. unhealthy is de tegenovergestelde van healthy) Gebruik een woordenboek en kies de betekenis die het best bij de context past.
8
Meaning of words (Betekenis van woorden) NU Engels Deel A p. 82
9
Wat betekenen de vetgedrukte woorden?
What an unbelievable story! This house is really huge. Mine is much smaller. I wasn’t expecting you so early.
10
Fixed expressions (uitdrukkingen)
Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden.
11
Fixed expressions (uitdrukkingen)
Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord).
12
Fixed expressions (uitdrukkingen)
Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek.
13
Fixed expressions (uitdrukkingen)
Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek. Vind de uitdrukking.
14
Fixed expressions (uitdrukkingen)
Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek. Vind de uitdrukking. Niet gevonden? Kies het eerste volgende kernwoord.
15
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag.
16
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden.
17
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences).
18
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord.
19
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden).
20
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden). Soms moet je beoordelen of interpreteren.
21
Multiple choice questions (meerkeuze vragen)
Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden). Soms moet je beoordelen of interpreteren. Let op woorden zoals: some people/most people, is/isn’t, according to.
22
Open questions (Open vragen)
23
An article (Een artikel)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.