Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Koffie verkeerd 3de graad SO
Van de koffiepot gerukt! De globale koffiehandel wordt vandaag gedomineerd door een beperkt aantal internationale handelaars en koffiebranders. Zij hebben zoveel macht dat ze de prijzen kunnen bepalen in hun voordeel, en ten nadele van de kleinschalige koffieboeren. Bovendien is het Europese handelsbeleid zo opgebouwd dat ruwe koffiebonen vrij geïmporteerd kunnen worden, maar dat gebrande koffie aan een invoerbelasting onderworpen wordt. Zo worden de Europese koffiebranders beschermd en blijft hun macht in de koffieketen steeds groeien. Vind je dit ook van de koffiepot gerukt? We wensen jou en de leerlingen alvast veel plezier en leergenot! Bedankt!
2
Klaar voor actie? Handleiding koffieboon-gooispel
Gooi een boontje op de Europese markt en win een van de vijf koffieproeverijen. Instructies bij het spel Dit spel stelt jullie in staat om omstaanders, passanten, toehoorders, klasgenoten, leerkrachten, en/of leeftijdsgenoten op een laagdrempelige manier te prikkelen voor het bizarre en funeste fenomeen waar geen hond ooit van gehoord heeft: tariefescalatie, in dit geval in de koffieketen. Je kan het spel op twee manieren spelen. Grootschalig, waarbij je een krijttekening van de wereldkaart op de ondergrond gebruikt. Kleinschalig, waarbij je het papieren tafelformaat van de wereldkaart kan bestellen in de lokale Oxfam-Wereldwinkel (koffieboon-gooispel scholen, per stuk te bestellen, gratis, bestelnr.19527). Kleinschalig Leg de wereldkaart op een tafel. Zet een glas of een schoteltje op de Europese Unie. Trek of teken een lijn op 2 à 3 meter afstand van de tafel. Zorg ervoor dat jullie koffiebonen bij de hand hebben. Spreek de omstaanders aan met de vraag of ze een boontje op de Europese markt willen gooien. Ook hier geldt: Een leuke wortel voor de neus is het vooruitzicht van een klein hapje of een snoepje, bijvoorbeeld een koekje met koffieglazuur of een koffiebabbelaar. Laat de gooier enkele malen proberen een boontje in het glas te mikken. Uiteraard zullen weinigen hier in slagen. HET DOEL IS DAT DE LEERLINGEN ERVAREN DAT HET NIET ZO GEMAKKELIJK IS OM KOFFIE VAN AFRIKA NAAR EUROPA TE EXPORTEREN. Geef dan een korte toelichting Koffiebessen worden geplukt in de koffieriem rond de evenaar. Na een eerste verwerking levert dat groene, ongebrande bonen op. Deze komen tariefvrij de Europese markt binnen. Gebrande of verwerkte koffiebonen of –producten komen enkel binnen als er een invoertarief betaald wordt. Het principe is eenvoudig: Groene bonen zien onze koffiebranders en –verwerkers graag goedkoop binnenkomen, dus die ontvangen we tariefvrij. Om de concurrentie van Zuiderse gebrande bonen tegen te gaan, trekken we voor deze bonen een tariefmuur op. Dit fenomeen heet tariefescalatie en remt de ontwikkeling van een verwerkende industrie in het Zuiden sterk af. Is dat niet van de pot gerukt? Voeg meteen toe dat er alternatieven zijn. Deze actie is al een stap in de goede richting! Des te meer kritische leerlingen en burgers, des te groter de kans op een duurzame verandering. Bedankt voor de deelname! Koffie van eerlijke handel. Deze maakt een verschil voor de boeren. Koffie van Oxfam-Wereldwinkels. Zo steun je niet enkel de koffieboeren maar ook de strijd voor een eerlijke wereldhandel van Oxfam-Wereldwinkels. Een Wereldwinkel op School starten (enkel voor SO). Vraag de leerkracht om de lessenreeks Eerlijk duurt het langst te krijgen, of een korte presentatie (10-18j). Deze vinden jullie hier. Misschien steun je wel de roep voor eerlijke koffie in de lerarenkamer of op het thuisfront? We danken jullie hartelijk voor zoveel voluntarisme!!
3
VAN BES TOT GROENE BOON KOFFIEBOER, EEN ZWAAR BEROEP
GEEN SIMPEL KOPJE KOFFIE KOFFIEBOER, EEN ZWAAR BEROEP Overal ter wereld Koffie komt uit Afrika maar werd van daaruit verspreid over de hele wereld. Toch kan je niet overal ter wereld koffie kweken. Koffie groeit namelijk alleen in het Zuiden, in de zogenaamde koffiegordel tussen de Kreefts- en de Steenbokskeerkring. De koffiestruik is van nature een schaduwplant die groeit op de beboste hellingen in de schaduw van grotere bomen. Bonen van schaduwteelt ontwikkelen zich trager en leveren daarom koffie van betere kwaliteit. Bovendien scoren de schaduwaanplantingen hoog op het vlak van ecologische duurzaamheid. Schaduwteelt zorgt voor een natuurlijke omgeving waar een diversiteit aan fauna en flora zich thuis voelt. Oogsten Zeventig procent van de koffie wereldwijd komt van ongeveer 25 miljoen kleinschalige boeren. Dat kleinschalige mag je heel letterlijk nemen. De meeste koffieboeren bewerken een klein lapje grond met daarop onder andere wat koffieplanten. Koffie telen is zeer arbeidsintensief. De betere koffie groeit in de hooglanden, in de bergen. De planten zijn niet altijd makkelijk bereikbaar. De koffiebessen rijpen niet gelijktijdig. De boeren moeten dus regelmatig terug naar hun koffieplanten om de koffiebessen te plukken, want enkel de rijpe, rode bessen geven kwaliteitsvolle koffie. Met de hand plukken is dan ook de meest aangewezen methode. Droge of natte verwerking Na het plukken worden de bonen uit de bessen gehaald. Elke bes levert twee koffiebonen op. Om de bonen uit de bes te krijgen bestaan er twee manieren van verwerking. Bij natte verwerking wordt het vruchtvlees van de bonen verwijderd, fermenteren de bonen een dag tot een paar dagen in bassins met water en worden ze nadien goed gewassen en gedroogd. Het resultaat is gewassen koffie. Bij droge verwerking worden de bessen in de zon gedroogd. Nadien wordt de bes machinaal ontpulpt. Wanneer de bonen voldoende gedroogd zijn, wordt het laatste vliesje verwijderd en spreken we van groene koffie. Verwerking in het Noorden De groene koffiebonen worden getransporteerd naar het Noorden. Hier worden de bonen gebrand en eventueel gemengd tot een mélange. Eenmaal verpakt zijn ze klaar om verkocht te worden. Koffieboeren telen hun koffie op kleine percelen, veelal in onherbergzaam gebied.
4
HET KLIMAAT VERANDERT ALLES
Het kan niet anders, ook de koffieboeren beginnen de impact van de klimaatverandering te voelen. Oscar Kubisibwa van de koffiecoöperatie RAEK in Kivu: “Wij merken inderdaad dat het klimaat roet in het eten gooit in de koffieproductie. Omdat de regens onvoorspelbaarder worden, is het moeilijk om de oogst te plannen. Bovendien wordt het alsmaar warmer. Een ideale broeihaard voor insecten en parasieten. De laatste jaren hebben wij daardoor meer en meer last van de koffiekever, die onze bonen doorboort en onbruikbaar maakt. En, als we de doorboorde bonen niet opmerken bij het triëren, dan krijgen we koffie met de smaak van rotte aardappel. Niet te drinken, niet te verkopen! Een ramp voor de coöperatie.” Oscar Kubisibwa en de WoS SJI Hamme
5
HET KLIMAAT VERANDERT ALLES
Het kan niet anders, ook de koffieboeren beginnen de impact van de klimaatverandering te voelen. Oscar Kubisibwa van de koffiecoöperatie RAEK in Kivu: “Wij merken inderdaad dat het klimaat roet in het eten gooit in de koffieproductie. Omdat de regens onvoorspelbaarder worden, is het moeilijk om de oogst te plannen. Bovendien wordt het alsmaar warmer. Een ideale broeihaard voor insecten en parasieten. De laatste jaren hebben wij daardoor meer en meer last van de koffiekever, die onze bonen doorboort en onbruikbaar maakt. En, als we de doorboorde bonen niet opmerken bij het triëren, dan krijgen we koffie met de smaak van rotte aardappel. Niet te drinken, niet te verkopen! Een ramp voor de coöperatie.”
6
GEEN BINNENKOMEN AAN GEEN BINNENKOMEN AAN liever groen dan zwart ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ moeten ze bij de Europese Unie gedacht hebben. Of cynischer: als het ons meer opbrengt, waarom veranderen? Het EU-handelsbeleid is dan ook vooral gericht op het importeren van groene, onverwerkte koffie. Want ongebrande (groene) koffie mag je in Europa op de markt brengen zonder dat je tarieven hoeft te betalen, maar voor gebrande koffie zijn de taksen torenhoog. En daar waar wel nultarieven of voorkeurstarieven toegekend worden voor verwerkte koffie, is dat eigenlijk niet meer dan een cynische illustratie van de hypocrisie van het Europees koffiebeleid. Het principe is eenvoudig: groene bonen zien onze koffieverwerkers graag goedkoop binnenkomen, dus die ontvangen we tariefvrij. Eens die bonen gebrand zijn, dan trekken we een tariefmuur op. Dit fenomeen, tariefescalatie, remt de ontwikkeling van een verwerkende industrie in het Zuiden sterk af. zinvolle uitzonderingen? De invoertarieven zijn onderhevig aan het ‘non-discriminatieprincipe’ van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). In mensentaal: leden van de WHO kunnen geen specifieke voordelen of markttoegang geven aan één bepaald land, zonder alle andere landen die lid zijn dezelfde voordelen te gunnen. Een eerlijk uitgangspunt. Maar in de praktijk worden er meer en meer handelsakkoorden onderhandeld buiten de WHO om. Zo krijgen we steeds vaker uitzonderingen op de algemene regel, en worden invoertarieven veelal als pasmunt ingezet. Daar waar in de regel dus een tarief geheven wordt op gebrande koffie, geniet de gebrande koffie uit minder ontwikkelde landen en regio’s een lager tarief. Voor invoer uit de minst ontwikkelde landen (MOL-landen), zoals bijvoorbeeld de Democratische Republiek Congo, worden die tarieven zelfs naar nul teruggebracht. Dat lijkt billijk, maar er zit toch wat cynisme in verscholen. De EU beweert dit principe, waarbij de MOL-landen een nultarief krijgen, in te zetten om hun ontwikkeling te stimuleren. Maar de Europese koffiebranders liggen uiteraard niet wakker van de mogelijke concurrentie van een koffiebrander uit Congo. Immers, internationale kredietverstrekkers staan sowieso niet te springen om in een Congolese koffiebrander te investeren. Bovendien zorgt noch de plaatselijke, noch de Europese markt voor een voldoende vraag om een investering te rechtvaardigen. De eerste is te klein, de andere verzadigd. En als er in de MOL-landen geleidelijk aan toch een middenklasse opstaat die zich wel een kopje koffie kan veroorloven, dan wordt het land geschrapt van de lijst met MOL-landen en raken ze hun ‘gunstige’ nultarief kwijt. Het moet gezegd: in deze is het EU-beleid alvast bijzonder doeltreffend. Nog altijd komt meer dan 96% van de koffie als groene boon de Europese Unie binnen. De meerwaarde blijft in het Noorden en er blijft niets over van de mooie principes om de armste landen te helpen ontwikkelen door er handel mee te drijven. gebrand in het zuiden Een eerste stap om koffie branden in het Zuiden mogelijk te maken is de tariefbarrières wegnemen. Maar dit is niet voldoende. De feiten leren ons dat het toekennen van nultarieven op zich onvoldoende is om in de koffieproducerende landen een verwerkende industrie uit te bouwen. Er is dus meer nodig. Om een verwerkende industrie te kunnen uitbouwen, heb je nood aan vraag naar je product. En doordat die vraag er in vele producerende landen nog niet is, moeten zij opboksen tegen de grote branders in het Noorden. Die bedienen nu de volledige markt en hebben ook nog eens een gigantische voorsprong om in te spelen op eventuele nieuwe markten. Daar wringt dus het schoentje voor de producenten in het Zuiden. Om koffie te verwerken en op de markt te brengen, moet je heel wat investeringen doen. Investeringen waarvoor je kapitaal nodig hebt. Maar als er in het Zuiden geen koffie verwerkt kan worden, valt er nauwelijks iets te verdienen op de koffie. En dus is er nauwelijks winst die lokaal geïnvesteerd kan worden. Eigen kapitaal is dus moeilijk te vergaren. En aankloppen bij kredietverstrekkers is vruchteloos, want zonder een lokale markt en zonder grote contracten is het moeilijk om een goede businesscase voor te leggen en weet je dus vooraf dat je geen lening zal krijgen. De boeren in het Zuiden zijn dus gedoemd om enkel en alleen aanvoerder van ruwe grondstoffen te blijven. Dank u Europa! Meer weten? Benieuwd naar Oxfam-Wereldwinkels’ antwoord op de oneerlijke spelregels in de koffiehandel? Wil je meer weten of zelf iets dóen? Kijk op De Europese Unie zuigt gretig en tariefvrij groene koffiebonen op en trekt een tariefmuur op voor verwerkte koffie.
7
HET ZWARTE GOUD Concentratie in de koffieketen is nefast
HET ZWARTE GOUD We zijn met z’n allen gebruikers van het zwarte goud. Voor onze verslaving zijn we volledig afhankelijk van de invoer van koffiebonen uit het Zuiden, want hier in het Noorden zijn ze onmogelijk te telen. Voor de koffieboeren in het Zuiden zou handel met het rijke Noorden meer dan een deftig inkomen moeten opleveren, want de vraag naar hun product is in het Noorden enorm. Maar tot op vandaag zijn zij niets meer dan aanvoerders van een ruwe grondstof en blijven ze zelf straatarm. Handel is een hefboom voor ontwikkeling. En koffie illustreert mooi hoe het Noorden het Zuiden deze ontwikkeling ontzegt. Onrechtvaardige internationale handelsregels zorgen er voor dat enkele grote spelers rijker en machtiger worden en dat het voor de boeren in het Zuiden onmogelijk wordt om zelf gebrande koffie te produceren. GECONCENTREERDE KOFFIE Een handvol grote internationale handelaars en koffiebranders domineren de hele internationale koffiemarkt. Zij hebben zoveel macht dat ze hun beslissingen kunnen opdringen aan de andere, zwakkere spelers in de keten. Omdat de overheden niet ingrijpen op deze concentratie op de markt, kunnen die paar spelers meer en meer wegen op de prijszetting. Uiteraard in hun voordeel. De kleinschalige koffieboeren hebben twee grote troeven in handen: hun locatie op de wereldbol en de grote vraag naar hun koffie. Helaas kunnen ze geen van beide troeven uitspelen, door de oneerlijke handelsregels. De kleinschalige koffieboeren wonen in gebieden waar het klimaat en de bodem perfect zijn om goede koffie te telen. Maar ze kunnen daar geen winst uit puren omdat ze geen keuze hebben aan wie ze verkopen. Ze zijn afhankelijk van de enkele, grote opkopers die goed voor elkaar zorgen. Van een vraag-en-aanbodspel, iets waar zij munt zouden kunnen uit slaan, is geen sprake. Wie zijn macht als opkoper laat gelden, heeft ook macht aan de verkoopzijde. Ook als consument deel je dus in de klappen en een groot deel van wat jij betaalt blijft kleven aan een paar grote handen. Concentratie in de koffieketen is nefast voor de producent én de consument.
8
WAT MOET DAT KOSTEN? WAT MOET DAT KOSTEN? Het merendeel van de koffie wordt verhandeld op de internationale markt en prijzen worden vastgelegd op de beurzen van New York en Londen. Maar zo vast zijn de prijzen niet. Ze veranderen van dag tot dag, zelfs van minuut tot minuut. Voor de koffieproducenten betekenen deze schommelende prijzen een onzeker en onstabiel inkomen. Koffieboeren, vaak ongeschoold, hebben nauwelijks toegang tot correcte prijsinformatie, kunnen deze niet interpreteren én kunnen zich als individuele boer ook helemaal niet indekken tegen de prijsschommelingen. Dit is meteen ook een van de voornaamste redenen waarom kleinschalige boeren zich het best verenigen in coöperaties: samen kunnen de boeren goed opgeleid personeel aanwerven dat de tijd en de capaciteit heeft om de beurzen in het oog te houden. Zo kan de coöperatie zelf met kennis van zaken beslissen wanneer ze de koffie het best verkoopt om winst te maken. En dat is geen overbodige luxe. Want doordat de prijs die de coöperatie kan bedingen afhangt van de koffieprijs op de beurzen van Londen en New York, houdt die prijs altijd voor een deel een gok in. Namelijk, eens ze een prijs met de koper overeen komt, is dat de prijs waaraan ze zullen verkopen. Ook al stijgt of daalt de prijs nadien op de beurs. Hierin schuilt dan meteen ook een grote uitdaging. Een directie of een financieel verantwoordelijke de prijs laten vastleggen als je zelf geen kennis hebt van de marktprijzen is niet te vanzelfsprekend. Het vergt een groot vertrouwen van de boeren in het management van de coöperatie en tussen de boeren onderling. Ook moeten de boeren die lid zijn van de coöperatie beseffen dat ze enkel samen de risico’s van de internationale markt aankunnen. Want coöperaties nemen beslissingen die van de ene dag op de andere een groot verschil kunnen maken. MEER KOFFIE De laatste 50 jaar wordt er wereldwijd meer en meer koffie geproduceerd, voornamelijk door grote spelers die ineens op de koffiemarkt verschenen zijn, zoals Vietnam. Maar het hoogtepunt in productie lijkt bereikt. Grote nieuwe producenten dienen zich niet onmiddellijk aan, en in de traditionele koffielanden vermindert de productie jaarlijks, onder andere door de klimaatverandering. We gingen de laatste jaren ook meer en meer koffie drinken. De groei in consumptie situeert zich vooral in de koffieproducerende landen, hoewel de mensen daar vaak traditioneel geen koffiedrinkers zijn. Koffie zorgt voor winst op de beurs en op de rug van de koffieboer.
9
WAT MOET DAT KOSTEN? WAT MOET DAT KOSTEN?
De Democratische Republiek Congo, het tweede grootste land van Afrika, wil zijn toekomst in eigen handen nemen. Onze reis brengt ons naar Kivu, aan de grens met Rwanda en Burundi, aan de oever van het gelijknamige meer. Bij het aanschouwen van deze prachtige idyllische landschappen is het moeilijk om te geloven dat hier talrijke slachtpartijen hebben plaatsgevonden. Kivu , een provincie die het strijdtoneel is van opeenvolgende oorlogen en waar de wet van de sterkste en de gewelddadigste heerst, ontwikkelt zich stilaan. Vandaag lijkt de toekomst te liggen in de omgeving van de stad, in de landbouwsector. Op de groene, vruchtbare heuvels langs het meer groeien koffieplanten die tot de beste ter wereld behoren. Het Trade for Development Centre, een programma van het Belgisch Ontwikkelingsagentschap rond fair trade en duurzame handel omkadert de koffieketen samen met Oxfam Solidariteit en Oxfam-Wereldwinkels. Wij importeren al sinds 2011 koffie uit Kivu van onze partners SOPACDI en Mungaano: zie ook en
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.