De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het ontstaan van Nieuwegein

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het ontstaan van Nieuwegein"— Transcript van de presentatie:

1 Het ontstaan van Nieuwegein

2 Nieuwegein De gemeente Nieuwegein bestaat sinds 1 juli 1971.
Nieuwegein is ontstaan uit een samenvoeging van de dorpen Jutphaas en Vreeswijk. Kijk eens naar deze kaart: welke namen herken je? Wat is er nu anders dan toen? (Er zijn veel meer huizen en wijken bijgebouwd; Jutphaas en Vreeswijk zijn aan elkaar gegroeid.) Bekijk met de leerlingen het filmpje over de samenvoeging van Vreeswijk en Jutphaas tot Nieuwegein (Fragment Mijn stad Nieuwegein, afl. 3, 6:27 min) 1 juli 1971: Jutphaas + Vreeswijk = Nieuwegein Filmpje over de samenvoeging van Vreeswijk en Jutphaas tot Nieuwegein.

3 Jutphaas Filmpje over ontginning in Jutphaas
Eens was dit gebied een soort moeras. Ongeveer 1000 jaar geleden begonnen de mensen dat te ontginnen. Ze groeven van oost naar west een wetering (kanaal) om water af te voeren. En vanaf die wetering groeven ze lange sloten landinwaarts, zodat het water nog beter weg kon lopen. Zo werd het land droog en kon je er wonen en gewassen verbouwen. Langs de wetering bouwden mensen ook kastelen en landhuizen. Die wetering (de Jutphase- of Nedereindse Wetering) kun je nog steeds zien langs de Nedereindseweg. Ook de sloten kun je op de kaart goed zien. Het centrum van Jutphaas lag eerst rond de kerk bij het Kerkveld. Op de begraafplaats staat nog een gebouwtje dat een deel (een ingang) van de vroegere kerk is geweest. Nadat later de Vaartse Rijn was gegraven, kwam het centrum daar in de buurt te liggen, bij de Herenstraat. (Dat is ook te zien op deze kaart.) De scheepvaart zorgde daar voor veel bedrijvigheid (handelaren, herbergen, etc.) Bekijk met de leerlingen het filmpje over de ontginningen in Jutphaas en over de herkomst van wijknamen. (Fragment Mijn stad Nieuwegein, afl. 2, 2:46 min, Filmpje over ontginning in Jutphaas

4 Vreeswijk Vreeswijk is ouder dan Jutphaas. Het was een handelsnederzetting. In de tijd van de Noormannen en de Friezen (9e eeuw) heette het Fresionowic. Later is dat verbasterd tot Vriezenwijk en nog later tot Vreeswijk. Als eerste waren de mensen gaan wonen bij De Wiers, niet ver van de huidige Prinses Beatrixsluis. Het woord “Wiers” werd in het noorden van Nederland veel gebruikt en kan dus wijzen op een Friese oorsprong. Na de bouw van de Oude Sluis in 1373 kwam hier het centrum van Vreeswijk (of De Vaert zoals het dorp ook wel werd genoemd) te liggen, een stuk zuidelijker dus, bij de Lek. Daar is nog altijd de kern van het oude dorp.

5 Nieuw + Gein = Nieuwegein
Maar waar komt dan de naam Nieuwegein vandaan? In “Nieuwegein” zitten het woord “nieuw” en het woord “Gein”. - “Oud” of ”nieuw” komt vaker voor bij Nederlandse plaatsnamen: Oude Pekela en Nieuwe Pekela of Oud-Loosdrecht en Nieuw-Loosdrecht. - Gein (of in middeleeuwse spelling “Geyn”) was een riviertje, waarover je van de stad Utrecht naar de Hollandse IJssel kon varen. Aan het riviertje lag een stadje dat Geyne heette. Dat lag tussen de dorpen Jutphaas en Vreeswijk in. Op het kaartje staat de stad Geyne getekend. Bovenlangs loopt de Hollandse IJssel, rechts de Doorslag. Let op de pijl die naar het noorden wijst (het kaartje is dus eigenlijk op zijn kop getekend). In het zegel van de stad Geyne stonden de burcht en het wapen van kasteel Oudegein. Dit is overgenomen in het gemeentewapen van Nieuwegein.

6 De stad 't Geyne Tussen het riviertje ’t Geyn en de Hollandse IJssel lag een dam (vlakbij Museum Warsenhoeck). Die zorgde ervoor dat er bij hoog water in de Lek in Utrecht geen overstroming kwam. Rond 1200 ging de bisschop van Utrecht bij de dam tol heffen: iedereen die voorbij kwam moest geld betalen. Bij de tol kwam een herberg en er kwamen tolbeambten en handwerklieden wonen. Zo ontstond iets verder naar het zuiden een nederzetting: ‘t Geyne. (Op de plek van de boomgaard in het Natuurkwartier.) Als je straks naar het Museum gaat kun je hier nog iets van zien. Het water achter het museum zou een restant zijn van het riviertje Geyne, dat komt uit op de Doorslag. De Doorslag komt weer uit op de Hollandse IJssel. Die was toen veel breder dan nu. Daartussen lag de dam en bij de "boomgaard“ lag het stadje 't Geyn. (Vergelijk met het eerste kaartje van dia 1, als je die op de kop legt met de Hollandse IJssel beneden.)

7 1295: ‘t Geyne krijgt stadsrechten
Markten houden Tol heffen Stadsmuur bouwen Eigen rechtspraak ‘t Geyne groeide door de handel en er kwam welvaart. In 1295 kreeg ‘t Geyne van de Bisschop van Utrecht stadsrechten. Hier zie je de akte waar dat in staat. Dat was heel belangrijk, want het betekende dat de stad zelf markten mocht houden, tol mocht heffen, stadsmuren mocht bouwen en recht mocht spreken.

8 Oudegein ’t Geyne lag bij de grens tussen het bisdom Utrecht en graafschap Holland. Provincies waren toen zelfstandig en vormden nog niet één land zoals nu. Bij de grens voerden de Hollanders en de Utrechters vaak oorlog. Om Hollandse aanvallers tegen te houden was aan de andere kant van het riviertje een versterkte toren neergezet: Kasteel Oudegein.

9 Vaartse Rijn en Doorslag
In 1122 liet de bisschop van Utrecht bij Wijk bij Duurstede een dam in de Kromme Rijn leggen om overstromingen in het Kromme Rijngebied tegen te gaan. Daardoor konden schepen niet meer vanaf de Rijn/Lek doorvaren naar Utrecht. Dat was slecht voor de handel. Daarom werd vanuit Utrecht een nieuw kanaal naar de Lek gegraven: de Vaartse Rijn. Bij De Liesbosch sloot het kanaal aan op de rivieren in Nieuwegein en op de Geyne. De Vaartse Rijn deelt de wetering die van oost naar west door Jutphaas loopt, in twee stukken: het Overeind van Jutphaas (oosten) en het Nedereind van Jutphaas (westen). Daarna werd de dam tussen de Vaartse Rijn en de Hollandse IJssel doorgeslagen (Doorslag), zodat er weer een directe verbinding ontstond tussen Utrecht en de Lek. Zo komt het kanaal van De Liesbosch naar Hollandse IJssel dus aan de naam Doorslag. De Hollandse IJssel was in de Middeleeuwen veel breder en zorgde voor de afvoer van het Rijnwater richting de Noordzee. Het was ook een belangrijke scheepvaartverbinding. In 1285 liet de Hollandse graaf Floris V bij Het Klaphek een dam bouwen tussen de Lek en de Hollandse IJssel. Daardoor had de Hollandse IJssel geen open verbinding meer met de Lek en konden schepen dus niet meer van Utrecht naar de Lek varen en omgekeerd. Daarom werd de Vaartse Rijn rond 1295 wat langer gemaakt door de Nieuwe Vaart te graven richting Vreeswijk. Op het kaartje is te zien dat 't Geyne buiten de vaarroute kwam te liggen. (De nieuwe route is met groen aangegeven.) De stad werd minder belangrijk voor de handel en de scheepvaart. Vreeswijk kwam hierdoor juist tot bloei. In 1373 werd de Vaartse Rijn verdiept en werd er in Vreeswijk een houten sluis gebouwd, zodat Vreeswijk beschermd was tegen overstromingen en schepen toch door konden varen naar Utrecht. In plaats van Geyne werd Vreeswijk nu een belangrijke havenplaats. Bekijk met de leerlingen het filmpje tot 6:43 (Fragment Mijn stad Nieuwegein, afl. 1, Filmpje over ‘t Gein, de scheepvaart en de sluis in Vreeswijk

10 De stad leeft voort Nieuwegein kent een groot aantal kastelen en andere grote huizen. Sommige bestaan nu nog, van andere kun je alleen nog (delen van) het grondvlak zien met de omringende gracht en de boerderij ernaast. In het Nedereind van Jutphaas liggen Vronestein, De Batau of TenBaen, Rijnestein, Rijnenburg en Everstein. In het Overeind van Jutphaas liggen Rijnhuizen, Plettenburg, Wijnestein, Stormerdijk en Heemstede. Richting Utrecht vind je Zwanenburg, Huis de Geer en De Liesbosch. Richting Vreeswijk liggen De Bongenaar, De Wiers en Gildenborch. Centraal in Nieuwegein, in het park Oudegein ligt de kasteel Oudegein. Op deze kaart zie je een aantal kastelen uit de middeleeuwen. Je ziet nu ook dat veel (wijk)namen in Nieuwegein eigenlijk al heel oud zijn.


Download ppt "Het ontstaan van Nieuwegein"

Verwante presentaties


Ads door Google