De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De Prinsjesdag.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De Prinsjesdag."— Transcript van de presentatie:

1 De Prinsjesdag

2 Wie is de baas van Nederland?

3 Koning Willem-Alexander

4 Koning Willem-Alexander is getrouwd
met ……………………….

5 Koning Willem-Alexander is getrouwd
met koningin Maxima.

6 Weet je uit welk land Maxima komt?

7 Maxima komt uit

8 Maxima komt uit Argentinië.

9 Dit is de ………………. familie.

10 Dit is de koninklijke familie.

11 Hoeveel kinderen hebben de koning
en de koningin?

12 Ze hebben 3 …………………..

13 Ze hebben 3 dochters.

14 Ze hebben 3 dochters. Dit zijn dus …………..

15 Ze hebben 3 dochters. Dit zijn dus prinsessen.

16 De oudste dochter is ……...

17 De oudste dochter is prinses Amalia.

18 Amalia wordt later koningin.
Zij is nu dus ………………

19 Amalia wordt later koningin.
Zij is nu dus de kroonprinses.

20 De tweede dochter is

21 De tweede dochter is prinses Alexia.

22 De derde dochter is …………………….

23 De derde dochter is Prinses Ariane.

24 Dit is de moeder van Koning Willem- Alexander.

25 Zij was eerst koningin, maar
is nu weer prinses. Hoe heet zij?

26 Dit is prinses Beatrix.

27 De derde dinsdag in september

28 De derde dinsdag in september
Een speciale dag namelijk:

29 De derde dinsdag in september
Een speciale dag namelijk: Prinsjesdag

30 De derde dinsdag in september
Hoe goed gaat het in Nederland?

31 Hoeveel geld hebben we voor …..?

32 Hoeveel geld hebben we voor …..?

33 Hoeveel geld hebben we voor
de ziekenhuizen?

34 Hoeveel geld hebben we voor
………………..?

35 Hoeveel geld hebben we voor
nieuwe straten?

36 Hoeveel geld is er voor ………………….?

37 Hoeveel geld is er voor de scholen?

38 Dit wordt verteld op Prinsjesdag!

39 Dit wordt verteld op Prinsjesdag!
In Den Haag.

40 Dit wordt verteld op Prinsjesdag!
In Den Haag door ………………

41 Dit wordt verteld op prinsjesdag!
In Den Haag door koning Willem- Alexander.

42 Hij zit op een prachtige stoel.
Deze stoel heet ………

43 Hij zit op een prachtige stoel.
Deze stoel heet de troon

44 Wat hij leest, noem je ……………………………..

45 Wat hij leest, noem je de troonrede.

46 Deze troon staat in ……………………….

47 Deze troon staat in de Ridderzaal.

48 De Ridderzaal is op …………………………

49 De Ridderzaal is op het Binnenhof

50 De koning gaat natuurlijk niet op de
fiets naar het binnenhof…

51 Maar met …………………

52 Maar met de gouden koets of…….

53 Maar met de gouden koets of
……………………...

54 Maar met de gouden koets of
de glazen koets.


Download ppt "De Prinsjesdag."

Verwante presentaties


Ads door Google