De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

gelijkenis van de boze wijngaardeniers

Verwante presentaties


Presentatie over: "gelijkenis van de boze wijngaardeniers"— Transcript van de presentatie:

1 gelijkenis van de boze wijngaardeniers
29 april 2018 Urk

2 Mattheus 21 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. 34 Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. 35 En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. 36 Nogmaals stuurde hij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde.

3 Mattheus 21 37 Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. 38 Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. 39 Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem. 40 Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? 41 Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven.

4 Mattheus 21 42 Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? 43 Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt. 44 En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen. 45 En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenissen van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak. 46 En zij probeerden Hem te grijpen, maar zij waren bevreesd voor de menigten, omdat die Hem voor een profeet hielden.

5 22 Hij zei: Ik zal Mijn aangezicht voor hen verbergen en zien;
Deuteronomium 32 22 Hij zei: Ik zal Mijn aangezicht voor hen verbergen en zien; wat hun einde wezen zal, want zij zijn een verkeerd geslacht, zonen in wie geen trouw is.

6 Johannes 18 33 Pilatus dan ging het gerechtsgebouw weer in, riep Jezus en zei tegen Hem: Bent U de Koning van de Joden? (…) 36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.

7 Lukas 17 20 En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. 21 En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.

8 11 En Hij zei tegen hen: Het is u gegeven het geheimenis
Marcus 4 11 En Hij zei tegen hen: Het is u gegeven het geheimenis (of: de verborgenheid) van het Koninkrijk van God te kennen; maar tot degenen die buiten zijn, komt alles door gelijkenissen.

9 Mattheus 21 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland.

10 Jesaja 5 1 Ik wil graag voor mijn Beminde zingen, een lied van mijn Geliefde over Zijn wijngaard. Mijn Beminde had een wijngaard op een vruchtbare heuvel. 2 Hij spitte hem om en zuiverde hem van stenen, Hij beplantte hem met edele wijnstokken. In het midden ervan bouwde Hij een toren, en hakte ook een perskuip daarin uit. Hij verwachtte dat hij goede druiven zou voortbrengen, maar hij bracht stinkende druiven voort.

11 Jesaja 5 3 Nu dan, inwoners van Jeruzalem en mannen van Juda, oordeel toch tussen Mij en Mijn wijngaard. 4 Wat is er nog meer te doen aan Mijn wijngaard, dan wat Ik eraan gedaan heb? Waarom heb Ik verwacht dat hij goede druiven zou voortbrengen, terwijl hij slechts stinkende druiven voortbracht? 5 Nu dan, Ik wil u graag bekendmaken wat Ik met Mijn wijngaard ga doen: Ik zal zijn omheining wegnemen, zodat hij verwoest zal worden; Ik zal een bres slaan in zijn muur, zodat hij vertrapt zal worden.

12 Jesaja 5 6 Ik zal er een wildernis van maken. Hij zal niet gesnoeid worden of geschoffeld, maar dorens en distels zullen er opschieten. En Ik zal de wolken gebieden geen regen erop te laten neerkomen. 7 Want de wijngaard van de HEERE van de legermachten is het huis van Israël, en de mannen van Juda zijn Zijn lievelingsplant. Hij verwachtte goed bestuur, maar zie, het werd bloedbestuur, gerechtigheid, maar zie, het werd geschreeuw.

13 Mattheus 21 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland.

14 Mattheus 21 34 Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen.

15 Mattheus 21 35 En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. 36 Nogmaals stuurde hij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde.

16 Handelingen 7 52 Wie van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? Romeinen 11 2 (…) Of weet u niet wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt over Israël en zegt: 3 Heere, Uw profeten hebben zij gedood en Uw altaren afgebroken, en ik ben alleen overgebleven. Ook staan zij mij naar het leven.

17 Mattheus 21 35 En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. 36 Nogmaals stuurde hij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde.

18

19 Mattheus 21 37 Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. Lukas 20:13 > En de heer van de wijngaard zei: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon zenden.

20 Mattheus 21 38 Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden.

21 Johannes 11 47 De oversten, dan, van de priesters en de Farizeeën, verzamelden het Sanhedrin, en zij zeiden: Wat doen wij, want deze mens doet vele tekenen? 48 Als wij Hem zó zullen laten, zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen, en zij zullen van ons de plaats en de natie wegnemen. 49 Maar een van hen, Kajafas, die de hogepriester van dat jaar was, zei tegen hen: U weet niets, 50 en u overweegt niet dat het nuttig voor ons is dat één Mens sterft voor het volk, en niet heel het volk verloren gaat.

22 Mattheus 21 39 Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem.

23 Hebreeën 13 12 Daarom leed ook Jezus, om het volk door zijn eigen bloed te heiligen, buiten de poort. 13 Als dat zo is, laten wij, dan ook, tot Hem uitgaan, buiten de legerplaats, en zijn smaad dragen.

24 Mattheus 21 40 Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? 41 Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven.

25 Exodus 19 6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.

26 Mattheus 21 43 Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.

27 Romeinen 10 19 (…) Ten eerste is het Mozes die zegt: Ik zal u jaloers maken door wat geen volk is; door een onverstandig volk zal Ik u tot toorn verwekken. Handelingen 15 14 Simeon ontvouwt, hoe God eerst omziet, om vanuit de natiën een volk voor zijn naam te nemen.

28 Mattheus 21 42 Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? 43 Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.

29 Psalm 118 22 De steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden. 23 Dit is door de HEERE geschied, het is wonderlijk in onze ogen.

30 Romeinen 9 30 Wat zullen wij dan zeggen? Dit: dat de heidenen, die geen gerechtigheid hebben nagejaagd, gerechtigheid verkregen hebben, gerechtigheid echter die uit het geloof is. 31 Maar Israël, dat de wet van de gerechtigheid najaagde, is aan de wet van de gerechtigheid niet toegekomen. 32 Waarom niet? Omdat zij die niet uit geloof zochten, maar als uit werken van de wet. Want zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, 33 zoals geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een struikelblok. En: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

31 Mattheus 21 44 En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen.

32 Handelingen 1 18 Deze ( =Juda-s, zie vers 16) nu heeft met het loon van de ongerechtigheid een stuk grond verkregen, en nadat hij voorovergevallen was, barstte hij in het midden open en kwamen al zijn ingewanden naar buiten. (…) 20 Want er staat geschreven in het boek van de Psalmen: Laat zijn woonplaats woest worden en laat er niemand zijn die daarin woont. En: Laat een ander zijn ambt als opziener nemen.

33 Mattheus 21 45 En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenissen van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak. 46 En zij probeerden Hem te grijpen, maar zij waren bevreesd voor de menigten, omdat die Hem voor een profeet hielden.

34 Romeinen 11 11 Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de redding tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken. 12 Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid! (…) 15 Want als hun verwerping verzoening voor de wereld betekent, wat betekent dan hun aanneming anders dan leven uit de doden?


Download ppt "gelijkenis van de boze wijngaardeniers"

Verwante presentaties


Ads door Google