Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHelmuth Junge Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
DEEL VI: RUIMTEVERWARMINGS-INSTALLATIE Aanpassingen - Vereenvoudigde opdeling RV - Overige wijzigingen
2
Overzicht wijzigingen installaties RV
Vereenvoudigde opdeling Aangepaste opdeling volgens type installatie Type: geen – onvolledig – centraal – decentraal Installatie = opwekking + distributie + regeling + afgifte 1 installatie kan meerdere opwekkers hebben combinatie van afgiftesystemen Toewijzen van installaties aan ruimteclusters Overige wijzigingen Aangepaste invoer Opwekking Distributie Regeling, afgifte Bewijsstukken
3
Vereenvoudigde opdeling RV
Installaties voor RV huidig: > 2019: vereenvoudigde indeling op basis van type installatie Geen Onvolledig (enkel opwekker) Onvolledig (enkel afgifte) Centraal: individueel ↔ collectief Decentraal
4
Vereenvoudigde opdeling RV
<2013: max. 2 installaties >2013: max. 4 installaties >2019: onbeperkt aantal installaties meerdere opwekkers mogelijk per installatie combinatie van afgiftesystemen invoer beschikbare data onvolledige installaties mogelijk
5
Vereenvoudigde opdeling RV
<2013: 100% | 33%-67% | 50%-50% >2013: ruimteclusters >2019: vereenvoudigde invoer ruimteclusters automatische verdeling bij meerdere installaties elke installatie moet maar 1 keer worden ingevoerd
6
Vereenvoudigde opdeling RV
NIET MEER VAN TOEPASSING
7
Vereenvoudigde opdeling RV
NIET MEER VAN TOEPASSING
8
Vereenvoudigde opdeling RV
Invoer voor installaties voor ruimteverwarming Invoer voor ruimteclusters
9
Invoer installatie Types installatie Geen Onvolledig (enkel opwekker)
Onvolledig (enkel afgifte) Centraal: individueel ↔ collectief Decentraal Installatie Opwekking: combinatie meerdere opwekkers mogelijk Distributie Regeling Afgifte
10
Invoer installatie Huidige versie: 1. bepaal aandeel beschermd volume
2. Bepaal parameters voor decentrale, individuele, collectieve en afstandsverwarming 3. Bepalen parameters per type opwekker
11
Meerdere opwekkers Geschakelde opwekkers huidig: > 2019:
zelf preferente opwekker + verdeling bepalen meermaals dezelfde invoer nodig in de software > 2019: software bepaalt de preferente opwekker software bepaalt de verdeling Meerdere opwekkers mogelijk
12
Meerdere opwekkers Per installatie meerdere opwekkers mogelijk
alle opwekkers in te voeren, ook als eigenschappen identiek zijn! onbeperkt aantal opwekkers mogelijk extra invoer vermogen [kW] nodig indien gekend thermisch vermogen uit genormaliseerde vollastproef hoogste temperatuursregime hoogcalorisch gas G20 hoogste vermogen bij modulerend bereik
13
Aangepaste invoer - opwekkers
keuze type opwekker Individueel Collectief keuze energiedrager Gas Stookolie Hout (overig) Pellets Kolen Warmtenet Elektriciteit Externe warmtelevering Warmtenet Warmte afkomstig van externe stookplaatsen
14
Aangepaste invoer - opwekkers
keuze soort opwekker, afhankelijk van energiedrager condenserende ketel niet-condenserende ketel (open) niet-condenserende ketel (gesloten) WKK warmtepomp Invoer parameters, afhankelijk van soort opwekker bv. (niet-)condenserende ketel testrendement t.o.v. onderste of bovenste verbrandingswaarde ketelinlaattemperatuur bij test referentiejaar fabricage label binnen/buiten beschermd volume vermogen (bij meerdere opwekkers) watertemperatuur ketel Condenserende ketels: geen ketelinlaattemperatuur meer Niet-condenserende ketels: temperatuur ketelwater is afhankelijk van de keuze van het afgiftesysteem (automatisch)
15
Aangepaste invoer - opwekkers
Warmtepompen Warmtebron/afgiftemedium Nominaal vermogen bij meerdere opwekkers COPtest Ecodesignlabel: 35 ↔ 55°C te verduidelijken dat ecodesign label nu nog niet kan ingevoerd worden maar dat dit wel in de toekomst het geval zal zijn
16
Aangepaste invoer - opwekkers
Warmtepompen: COPtest Testomstandigheden verschillend per type warmtepomp A2/A20, A2/A2, A20/A2 B0/A20, B0/A2, B0/A20 W10/A20, W10/A2 B0/W35 W10/W35 A2/W35, A20/W35 Air, brine, water A: Droge bol inlaattemperatuur B: Inlaattemperatuur in de verdamper W: inlaattemperatuur in de verdamper of uitlaattemperatuur aan de condenser Intredetemperatuur verdamper/uittredetemperatuur condensor
17
Aangepaste invoer - opwekkers
Warmtepompen: COPtest Thermisch vermogen/ Elektrisch vermogen Air, brine, water A: Droge bol inlaattemperatuur B: Inlaattemperatuur in de verdamper W: inlaattemperatuur in de verdamper of uitlaattemperatuur aan de condenser Intredetemperatuur verdamper/uittredetemperatuur condensor
18
Aangepaste invoer - opwekkers
Decentrale installatie: warmeluchtgenerator Gas, (stookolie, hout, pellets) Fictieve kachel Fabricagejaar ≥ 1985 Energiedrager volgens werkelijkheid Aanname vermelden bij vrije invoer
19
Aangepaste invoer - labels
Toekomst ook warmtepompen
20
Aangepaste invoer - labels
21
Aangepaste invoer - bewijsstukken
WKK-certificaten en milieuvergunningen AREI keuringsverslag Technische documentatie van het warmtenet Verwarmingsauditrapport Keuringsrapport verwarmingstoestel Reinigings- en verbrandingsattest
22
Aangepaste invoer - distributie
Distributiesysteem Externe stookplaats Combilus hierbij te verduidelijken dat voor een installatie met meerdere opwekkers het type opwekker (individueel of collectief) bepalend is. Dit is ook bepalend voor de mogelijke invoer van installaties voor SWW gekoppeld aan de installatie voor RV
23
Aangepaste invoer – afgifte en regeling
Afgifte- en regelsysteem Naamgeving: oppervlakteverwarming Combinatie van radiatoren en oppervlakteverwarming Radiatorkranen Kamerthermostaat/Individuele temperatuurscorrectie Regeling vertrektemperatuur afgiftemedium: buitenvoeler
24
Invoer ruimteclusters
Stappen verdeel en sommeer vallen weg
25
Invoer ruimteclusters
Clusters invoeren in software Per cluster directe invoer volume selectie gekoppelde installaties voor RV
26
DEEL VI: RUIMTEVERWARMINGS-INSTALLATIE Voorbeelden
27
Voorbeeld 1 EPC+ en het IP Eerst INSTALLATIES identificeren
INSTALLATIE 1: KETEL + RADIATOREN INSTALLATIE 2: GASKACHEL │27
28
Voorbeeld 1 EPC+ en het IP Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen
RUIMTECLUSTER 1 (400 m³) INSTALLATIE 1: KETEL + RADIATOREN │28
29
Voorbeeld 1 EPC+ en het IP
Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen INSTALLATIE 1: KETEL + RADIATOREN Wat is de woningpas? Integratie: alle nodige & beschikbare attesten in een handig overzicht INSTALLATIE 2: GASKACHEL RUIMTECLUSTER 2 (200 m³) │29
30
Voorbeeld 1 2 installaties 2 ruimteclusters
31
Voorbeeld 2 Berging Geen afgifte-elementen WC Radiator Keuken
Radiator en vloerverwarming Garage Geen afgifte-elementen Leefruimte Vloerverwarming Pelletkachel Hal Geen afgifte-elementen
32
Voorbeeld 2 Badkamer Radiator Slaapkamer Radiator Slaapkamer
Hal Geen afgifte-elementen Slaapkamer Radiator
33
Voorbeeld 2 3 mogelijke types installaties
Eerst INSTALLATIES identificeren 3 mogelijke types installaties RV1: ‘centrale’ installatie RV2: ‘decentrale’ installatie (pelletkachel) (RV3: ‘geen’ al dan niet aanwezigheid volgt uit stappenplan ruimteclusters) Centrale installatie: radiatoren en vloerverwarming gevoed door een hybride warmtepomp Geldt als één installatie: Met combinatie van vloerverwarming en radiatoren als afgiftesysteem Hybride warmtepomp = WP geschakeld met een ketel Warmtepomp Verbrandingsketel Met 2 opwekkers als opwekkingssysteem
34
Voorbeeld 2 1. Cluster de direct verwarmde ruimtes Cluster Leefruimte:
Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen 1. Cluster de direct verwarmde ruimtes Cluster Leefruimte: RV1: Centrale installatie RV2: Pelletkachel Cluster Slaapkamers: Keuken, slaapkamers, badkamers, WC
35
Cluster Slaapkamers: enkel RV1
Cluster Leefruimte: RV1 en RV2
36
Voorbeeld 2 Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen 2. Wijs de indirect verwarmde ruimtes toe aan de gepaste ruimtecluster Hal: Niet-permanente opening met de leefruimte en slaapkamers en badkamer Meer niet-permanente openingen met bad- en slaapkamers Cluster Slaapkamers
37
Cluster Slaapkamers: enkel RV1
Cluster Leefruimte: RV1 en RV2
38
Voorbeeld 2 Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen 2. Wijs de indirect verwarmde ruimtes toe aan de gepaste ruimtecluster Hal: Niet-permanente opening met de leefruimte en slaapkamers en badkamer Meer niet-permanente openingen met bad- en slaapkamers Cluster Slaapkamers Berging: Niet-permanente openingen (even groot) met keuken en WC Keuken en WC horen tot dezelfde cluster
39
Cluster Slaapkamers: enkel RV1
Cluster Leefruimte: RV1 en RV2
40
Voorbeeld 2 3. Wijs de onverwarmde ruimten toe Garage
Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen 3. Wijs de onverwarmde ruimten toe Garage Geen niet-permanente openingen met direct verwarmde ruimtes Groter dan 6m² NIEUWE RUIMTECLUSTER, met type installatie = ‘geen’
41
Cluster Slaapkamers: enkel RV1
Cluster Leefruimte: RV1 en RV2 Cluster Geen: RV3
42
Voorbeeld 2 4. Bereken het volume van de ruimteclusters
Dan RUIMTECLUSTERS samenstellen 4. Bereken het volume van de ruimteclusters Leefruimte 150,7m³ Slaapkamers 571,7m³ Garage 074,7 m³
43
Voorbeeld 2 Invoer in SOFTWARE Invoer van 3 installaties
44
Voorbeeld 2 Invoer in SOFTWARE
Invoer van 3 ruimteclusters met koppeling aan de juiste installaties
45
DEEL VI: RUIMTEVERWARMINGS-INSTALLATIE Veelgemaakte fouten
46
Veelgemaakte fouten Alle installaties invoeren, ook decentrale
Vb. gaskachels of ‘sier’kachels voor hout of kolen Onverwarmde ruimtecluster = ruimten met een netto vloeroppervlakte groter dan 6m² die Niet direct verwarmd zijn én Niet indirect verwarmd zijn Enkel grenzen aan indirect verwarmde ruimten of naast een direct verwarmde ruimte liggen zonder er niet-permanente openingen mee te delen Ruimtecluster koppelen aan een installatie van het type ‘geen’ Komt bij oudere woningen regelmatig voor!
47
Veelgemaakte fouten Merk en type bekend
Technische data opzoeken bij fabrikant: rendement, vermogen, energie- efficiëntieklasse Vb. Junkers Top ZSB
48
Veelgemaakte fouten Testrendement mag niet overgenomen worden uit verbrandingsattest, keuringsrapport of verwarmingsaudit Alle aanwezige labels aanduiden (CE, HR-TOP, …) Pompregeling: test uitvoeren i.p.v. ‘onbekend’ in te voeren Geen warmtevraag & pomp stopt met draaien = pompregeling
49
Veelgemaakte fouten Lucht/lucht-warmtepomp-unit ENKEL inrekenen als warmte- opwekker Indien de unit enkel kan verwarmen (en dus niet koelen) OF Indien geen ander warmteafgiftetoestel in de ruimte
51
DEEL VII: SANITAIR WARM WATER INSTALLATIE Aanpassingen
52
Stappenplan Bepaal de opdeling van het sanitair warm water
0 tot 4 installaties Badkamer en/of keuken Bepaal de vereiste karakteristieken per installatie voor SWW Individueel/collectief Los van CV/gekoppeld aan RV-installatie Type opwekkingstoestel Gegevens voorraadvaten Energielabel Distributieleidingen Verzamel de gegevens over een aanwezige zonneboiler Bij gekoppelde opwekkers: preferente opwekker bepaalt individueel of collectief Afstandsverwarming ~warmtenet: steeds gekoppeld aan RV
53
Types opwekkingstoestel – individueel
Gekoppeld aan de ruimteverwarmingsinstallatie Doorstroomtoestel/ toestel met geïntegreerd voorraadvat Los voorraadvat Toestellen los van de ruimteverwarmingsinstallatie
54
Types opwekkingstoestel – collectief
Gekoppeld aan de ruimteverwarmingsinstallatie Combinatieverwarmingstoestel doorstroom of geïntegreerd voorraadvat Collectief voorraadvat met externe warmtewisselaar Collectief voorraadvat met geïntegreerde warmtewisselaar Individuele satellietboiler met collectieve warmtetoevoer Collectieve warmtewisselaar zonder voorraadvat Individuele warmtewisselaar met collectieve warmtetoevoer
55
Types opwekkingstoestel – collectief
Toestellen los van de ruimteverwarmingsinstallatie
56
Labels
57
Labels
58
Overige Vooraadvaten directe invoer volume ipv klassen
indien volume niet gekend hoogte omtrek bij collectieve installaties, invoer meerdere vaten mogelijk ‘Isolatie aanwezig’ => voelen van koud voorraadvat in combinatie met warme leiding is toegelaten Distributie Elektrisch verwarmingslint Combilus
59
DEEL VII: SANITAIR WARM WATER INSTALLATIE Veelgemaakte fouten
60
Veelgemaakte fouten Alle installaties invoeren
Altijd onder keukenaanrecht kijken
62
DEEL VIII: VENTILATIE EN KOELING Aanpassingen
63
Ventilatie Stappenplan Bepaal het type ventilatiesysteem
Bepaal de invoerparameters van het ventilatiesysteem Voer het ventilatiesysteem Invoerparameters m-factor uitvoeringskwaliteit regeling van een mechanisch ventilatiesysteem Reductiefactor ventilatie Type regeling Rendement warmteterugwinning Referentiejaar fabricage
64
Ventilatie Type ventilatiesysteem Natuurlijk Mechanisch Toevoer Afvoer
Toevoerroosters regelbaar: continu of minstens 3 tussenstanden Vensters op kipstand is geen regelbare toevoeropening Netwerk van ventilatiekanelen naar permanent draaiende ventilator of luchtgroep
65
Ventilatie Type ventilatiesysteem Warmterecuperatie Geen/ onvolledig
Bijzondere systemen aardwarmtewisselaars bodemwarmtewisselaars A: in de leefruimte en 1 slaapkamer toevoerroosters, minstens in 1 toilet en 1 badkamer afvoerroosters B: minstens 1 permanent draaiende ventilator die lucht aanvoert naar minstens de leefruimte en 1 slaapkamer, geen permanent draaiende ventilatoren in natte ruimte, minstens in 1 toilet en in 1 badkamer regelbare afvoerroosters C, D: analog Mech toevoer en afvoer met warmterecuperatie: meestal vermeld op de unit of in de technische documentatie
66
Ventilatie m-factor uitvoeringskwaliteit EPB-aangifte
Regeling mechanisch ventilatiesysteem (B, C, D) Reductiefactor ventilatie Rechtstreeks uit stavingsstukken EPB databank en technische fiches Ventilatieprestatieverslag Gelijkwaardigheidsbesluiten VEA Type regeling ventilatiedebiet Geen Manuele regeling Klokregeling Vraagsturing centraal Vraagsturing decentraal
67
Ventilatie Rendement warmteterugwinning Technische fiche
EPB-databank Referentiejaar fabricage Zoek via merk en type de juiste ventilatieunit op. Zoek het overeenkomstige rendement op Als er meerdere rendementen beschikbaar zijn: Zoek het totale toevoerdebiet en het totale afvoerdebiet op in het rapport met de gemeten debieten of het ventilatieprestatieverslag Neem het grootste debiet van beide Zoek het overeenkomstig rendement op in de klasse waar het debiet in valt
68
Koeling Enkel gebouw gebonden actieve koeling
Som van de volumes binnen het beschermde volume met directe actieve gebouw gebonden koeling Reversibele warmtepomp dient ingevoerd te worden als koeling Geen passieve koeling
69
DEEL VIII: VENTILATIE EN KOELING Veelgemaakte fouten
70
Veelgemaakte fouten Mechanische afvoer: enkel als ventilator continu draait Niet als ventilator op lichtschakelaar is aangesloten Niet als een rooster aanwezig is zonder ventilator
72
DEEL IX: ZONNE-ENERGIE Aanpassingen - invoer zonnekaart
73
Oriëntatie zonnepanelen/collectoren
Eerst dakvlakken aanmaken Panelen koppelen aan dakvlak Oriëntatie dakvlak wordt automatisch overgenomen Als panelen op plat dak of dak buiten BV liggen Bijkomend oriëntatie invoeren
74
Werking zonnekaart http://www.energiesparen.be/zonnekaart
Toont voor alle daken welke dakdelen geschikt zijn voor zonne- energie Houdt geen rekening met reeds geplaatste installaties
75
Werking zonnekaart Opzoeken Geef het adres in
Selecteer alle gebouwen op het perceel van de woning ‘Bereken uw zonnewinst’
76
Werking zonnekaart Geen bruikbare dakdelen Geen aanbevelingen
77
Werking zonnekaart Wel bruikbare dakdelen
Aanbeveling voor elk type installatie Zonneboiler Zonnepanelen
78
Werking zonnekaart Wel bruikbare dakdelen Aanbeveling
Oppervlakte panelen Aankoopprijs installatie
79
Werking zonnekaart Wel bruikbare dakdelen ‘Ontwerp op uw dak’
Aantal panelen Oppervlakte panelen Op welke dakvlakken
80
Werking zonnekaart Wel bruikbare dakdelen ‘Ontwerp op uw dak’
Oriëntatie panelen bekijken Plaats panelen wijzigen door aan en uit te klikken
81
Stappenplan zonnekaart
Stappenplan zonnekaart enkel voor woningen en collectieve woongebouwen, niet voor appartementen Geval A: zowel zonneboiler als zonnepanelen aanwezig Beide installaties invoeren in software Stappenplan zonnekaart niet doorlopen
82
Stappenplan zonnekaart
Geval B of C: Geen enkele installatie of één type installatie (zonneboiler of zonnepanelen) aanwezig Eventueel aanwezige installatie invoeren in software Stappenplan zonnekaart doorlopen
83
Stappenplan zonnekaart
Woning opzoeken in zonnekaart Zonnekaart lange tijd offline, woning onvindbaar of geen geschikte dakdelen ‘Aanbeveling zonnekaart niet mogelijk’ Geen verdere invoer nodig Geschikte dakdelen op zonnekaart ‘Aanbeveling zonnekaart mogelijk’
84
Stappenplan zonnekaart
Geval B: geen enkele installatie aanwezig Aanbeveling voor beide type installaties Informatie uit zonnekaart rechtstreeks overnemen Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen Dakvlak of oriëntatie
85
Stappenplan zonnekaart
Geval C: één type installatie aanwezig Aanbeveling voor ander type installaties Ontwerp zonnekaart: voorgestelde plaatsing mogelijk Informatie uit zonnekaart rechtstreeks overnemen Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen Dakvlak of oriëntatie
86
Stappenplan zonnekaart
Geval C: één type installatie aanwezig Ontwerp zonnekaart: voorgestelde plaatsing overlapt Ontwerp eerst aanpassen Voorgestelde panelen verplaatsen naar andere geschikte dakdelen Aangepaste oppervlakte mag niet groter zijn dan oorspronkelijk voorgestelde oppervlakte (wel kleiner) Geen plaats meer ‘Aanbeveling zonnekaart niet mogelijk’ Wel plaats: informatie uit zonnekaart is automatisch mee gewijzigd. Gegevens mogen overgenomen worden Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen Dakvlak of oriëntatie
87
Stappenplan zonnekaart
Opmerking in vrije invoerveld Woning onvindbaar op de zonnekaart Geen enkel dakdeel geschikt volgens de zonnekaart Als er reeds één type installatie aanwezig is, en er is geen plaats meer voor het andere type Als dakdeel in realiteit toch niet zo geschikt is, vb.: Veel dakvlakvensters Aanpassingen aan het gebouw/omgeving sinds de datum van de zonnekaart Veel schaduw Zonnecollectoren voor een zonneboiler op een bijgebouw dat ver van de woning staat
88
DEEL IX: ZONNE-ENERGIE Voorbeelden
89
Voorbeeld: geval B Een woning met een plat dak heeft nog geen installaties op zonne-energie De zonnekaart wordt geraadpleegd voor een aanbeveling voor zonnepanelen én zonneboiler Er zijn geschikte dakdelen
90
Voorbeeld: geval B Ontwerp mag niet aangepast worden
Informatie uit zonnekaart overnemen voor zonneboiler Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen
91
Voorbeeld: geval B Ontwerp mag niet aangepast worden
Informatie uit zonnekaart overnemen voor zonneboiler Dakvlak of oriëntatie
92
Voorbeeld: geval B Ontwerp mag niet aangepast worden
Informatie uit zonnekaart overnemen voor zonnepanelen Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen
93
Voorbeeld: geval B Ontwerp mag niet aangepast worden
Informatie uit zonnekaart overnemen voor zonnepanelen Dakvlak of oriëntatie
94
Voorbeeld: geval B Aanbevelingentabel op certificaat
Aanbevelingen in detailbijlage certificaat
95
Voorbeeld: geval C Een woning met hellende daken heeft op het hellend dak aan de voorkant (zuidkant) reeds een zonneboiler geplaatst van 5m² De zonneboiler wordt ingevoerd in de software
96
Voorbeeld: geval C De zonnekaart wordt geraadpleegd voor een aanbeveling voor zonnepanelen Er zijn geschikte dakdelen
97
Voorbeeld: geval C De voorgestelde plaatsing overlapt deels met zonneboiler op hellend dak aan voorkant Ontwerp moet aangepast worden Voorgestelde oppervlakte zonnekaart: 21,8 m² (13 panelen) Op ‘hellend dak voor’ geen plaats meer door zonneboiler en dakvlakvenster
98
Voorbeeld: geval C Ontwerp moet aangepast worden
Panelen verplaatsen naar ‘hellend dak rechts’ (dat ook geschikt is) Oppervlakte nieuwe plaatsing: 21,8 m² (identiek als voorstel zonnekaart)
99
Voorbeeld: geval C Ontwerp moet aangepast worden
Informatie uit zonnekaart is automatisch mee gewijzigd Gegevens overnemen Aankoopprijs Oppervlakte van de panelen Dakvlak of oriëntatie
100
Voorbeeld: geval C Aanbevelingentabel op certificaat
Aanbevelingen in detailbijlage certificaat
101
Bedankt voor de aandacht Nog vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.