Hartritme Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingsysteem. Elektrische prikkels stimuleren de hartspier om zich samen te trekken.

Presentatie over: "Hartritme Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingsysteem. Elektrische prikkels stimuleren de hartspier om zich samen te trekken."— Transcript van de presentatie:

1 Hartritme Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingsysteem. Elektrische prikkels stimuleren de hartspier om zich samen te trekken.

2 Hartritme Het hart van een mens begint ongeveer in de vijfde week van de zwangerschap te kloppen. Ongeveer 2,5 miljard slagen in een mensenleven. Pasgeborenen: 130 5 tot 12 jarigen: 80 tot 100 Volwassenen: 60 tot 70

3 Hoe ontstaat een hartritme en hoe komt het dat het hart blijft slaan?
Twee begrippen van belang:   autonome zenuwstelsel : Regelt werking hart en bloedvaten. Prikkelgeleidingsysteem: een netwerkje van speciale cellen in de hartspier die elkaar in een domino-effect een elektrische prikkel doorgeven.

4 Prikkelgeleidingsysteem
De elektrische prikkel volgt onderstaande weg: de sinusknoop de AV-knoop bundel van His, bundeltakken en Purkinjevezels Het prikkelgeleidingsysteem is de elektrische bekabeling van ons hart, een ingewikkeld netwerk van speciale cellen in de hartspier. Het systeem geeft als een reeks dominosteentjes een elektrische prikkel  door. Deze verspreidt zich bliksemsnel over het hele hart.

5 Sinusknoop Groepje cellen boven in de rechterboezem. Deze cellen geven tempo aan. hier ontstaan de elektrische prikkels ± 70x/minuut natuurlijke pacemaker de elektrische prikkel verspreidt zich over de spiercellen in de boezems naar de AV-knoop.

6 AV-knoop ligt midden in het hart, op de grens tussen boezem en kamer
kan de elektrische prikkel afremmen regelt zo dat de kamers net iets later samentrekken dan de boezems.

7 De bundel van His, de bundeltakken en de Purkinjevezels
Na de AV-knoop gaat de elektrische prikkel langs de bundel van His naar de linker- en rechterbundeltak. Deze vertakken zich tot Purkinjevezels, die de spiercellen van de kamers aanzetten tot samentrekken.

8 Autonome zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel regelt vanuit de hersenen onder andere de ademhaling, hartslag en de bloeddruk. Je hebt daar geen invloed op.  Sympathisch deel actief bij actie> hartslag Parasympathisch deel actief in rust > hartslag Ze kunnen hartslag versnellen/verlagen

9 Hartritmestoornissen ‘is een afwijking in het prikkelgeleidingsysteem’
Film hartritme

10 Hartkloppingen Ook wel palpitaties genoemd
Patiënt voelt het hart kloppen = zich bewust van hartslag Zegt niks over frequentie regelmaat

11 Hartritmestoornissen
Abnormale prikkels of blokkades in prikkelgeleidingsysteem In aanvallen of chronisch Onschuldig tot levensbedreigend Indien geen andere klachten (zoals moeheid, kortademig, duizeligheid, POB) dan gewoonlijk onschuldig

12 Begrippen Tachycardie: sneller dan normale hartslag
> 100 slagen/minuut Bradycardie: lage hartslag < 60 slagen/minuut

13 Begrippen ritmestoornissen
Extrasystole: “hart slaat over” Paroxysmale supraventriculaire tachycardie: aanvalsgewijze tachycardie Atriumfibrilleren (= Boezemfibrilleren): klopt het hart onregelmatig en meestal ook sneller dan normaal. Hartblocks: Blokkade in pompfunctie Ventrikelfibrilleren: Ernstige hartritmestoornis. Hartstilstand.

14 Extrasystole “Hart slaat over” Afwijking in het hartritme:
hart trekt eerst te vroeg samen het hart krijgt vervolgens meer tijd om zich met bloed te vullen en moet krachtiger samentrekken om die grotere hoeveelheid bloed weg te pompen. Emotie/koffie/alcohol/roken Zeldzaam: hartklepafwijking Evt. ECG om ziekte uit te sluiten

15 Paroxysmale supraventriculaire tachycardie
“Hart slaat op hol” AAnvalsgewijze tachycardie Vooral bij jonge mensen Oorzaak in leefstijl (o.a. koffie, emotie, roken) of anemie, hyperthyreoïdie, laag glucose Valsalva-methode: “klaren”

16 Atriumfibrilleren Onregelmatige, versnelde hartslag
Onrustig en angstig Risico: Trombusvorming in atria > embolie Hartfalen Behandeling: Cardioversie Medicatie Afremmen prikkelvorming: betablokkers, calciumantagonisten, evt. digoxine Antistolling ter voorkoming van stolselvorming Evt. ablatie

17 Film uitleg ablatie Film Ablatie Info Behandelingen

18 Hartblocks Blokkade in pompfunctie Vermoeidheid, duizelig, kortademig
Medicatie alleen helpt niet; In ernstige gevallen pacemaker

19 Ventrikelfibrilleren
Directe en zeer ernstige complicaties 80% van de gevallen a.g.v. hartinfarct “Bijnaam is Hartstilstand” 112 bellen: Reanimeren / AED

20 Huiswerk Medische kennis H 4.5