Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGeorg Holzmann Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Naam: ……………………………………... Basisschool De Zandloper — Vijfde leerjaar — Samen onderweg
2
Dan moet je op de verhoogde berm of gelijkgrondse berm stappen.
Een zwakke weggebruiker...de voetganger. De voetganger is zeker en vast een zwakke weggebruiker. Voetgangers kennen veel gevaren langs de weg. Er zijn auto’s, bromfietsen, fietsen, bussen, trams die hen kunnen kwetsen. Net zoals alle mensen die zich in het verkeer verplaatsen, zijn er ook reglementen voor de voetgangers! Je zou er niet zo snel aan denken, maar als je te voet op straat bent, dan moet je je aan de regels houden! Hieronder vullen we de belangrijkste verkeersregels voor een voetganger in! Stappen doe je, als voetganger op de stoep/het trottoir. Maar wat als er geen trottoir is? Dan moet je op de verhoogde berm of gelijkgrondse berm stappen. Is er geen berm? Dan mag je op het fietspad, ook als voetganger. Je geeft dan wel voorrang aan fietsers en brommers. Is er ook geen fietspad? Dan moet het op de rijbaan: links, zo dicht mogelijk tegen de rand. In het laatste geval moet je wel achter elkaar lopen. Oversteken. Geen zebrapad? Zebrapad zonder verkeerslichten. Je zoekt een veilige plek. Veilig betekent dat je een goed zicht hebt op andere weggebruikers. Je kijkt goed uit. Je bent verplicht een zebrapad te gebruiken als het zich binnen de 30 m bevindt. Aan de stoeprand wachten tot het licht op groen springt. Zebrapad met verkeerslichten. Doorstappen ! Zebrapad met De bevelen van bevoegd persoon, vb. politieagent of gemachtigd opzichter gaan boven de verkeers- Verkeerslichten en bevoegd persoon lichten en verkeersborden.
3
Halle - Brussel en terug
Het openbaar vervoer. Wat is het openbaar vervoer? Wie mag hiervan gebruikmaken? Welke afspraken gelden er als jij gebruik- maakt van het openbaar vervoer? Allemaal vragen waarop je in deze les(sen) een antwoord op krijgt. In onze regio, het Pajottenland, kan je ook gebruikmaken van het openbaar vervoer. Wist je dat er vroeger een tram reed door onze gemeente? Je kan nog steeds door de vroegere trambedding wandelen en fietsen. Jouw (groot)ouders hebben er vroeger misschien ook gebruik van gemaakt? Herken je deze logo’s? Het openbaar vervoer biedt heel wat voordelen. Er zijn natuurlijk ook een aantal nadelen. Kan jij er enkele bedenken? Als je gebruikmaakt van het openbaar vervoer, moet je net als andere weggebruikers, enkele afspraken naleven. Herken je de verkeersafspraken op volgende afbeeldingen? Wanneer kon je met dit ticket reizen? Hoeveel kostte dit ticket? In welke klasse kon je met dit ticket reizen? Naar waar kon je reizen met dit ticket? Heenreis: 21/11/2009 & terugreis op 21/11 of 22/11/2009 € 4 2de klasse Halle - Brussel en terug
4
Verschillende antwoorden mogelijk
Surf naar : Ik wil het eerst volgende weekend naar de zee (Oostende). Surf naar : Ik wil het eerst volgende weekend naar de zee (Oostende). Met de netbooks : Route plannen met het openbaar vervoer. Na het zesde leerjaar stap je misschien wel de bus op naar de middelbare school. Stippel je route uit. Surf naar : Welke lijnbus (nummer) heb je nodig? Om hoe laat begint de school? Om hoe laat moet je dan de bus nemen? Hoelang zit je op de bus? Hoeveel kost een schoolabonnement? Als je jouw abonnement vergeten bent, kan je nog altijd een afzonderlijk ticket kopen. Hoeveel betaal je dan? Kan je ook op andere manieren betalen? Werk je opdracht hier uit: Verschillende antwoorden mogelijk Op daguitstap met het openbaar vervoer. De reclameslogan van de NMBS luidt als volgt: ‘Met de trein is het altijd een beetje reizen.’ Surf naar : Ik wil het eerst volgende weekend naar de zee (Oostende). Vanuit welk station kan ik vertrekken? Naar welk station reis ik? Moet ik overstappen? Wat kost een treinticket? Om hoe laat vertrekken er treinen naar die bestemming? Hoelang doet de trein over dat traject? Plan je ook even de terugreis?
5
De fiets : een stukje techniek.
Tandwielen
6
De fiets … een stukje techniek! (tandwielen).
Heb je al ooit de binnenkant van een horloge gezien? Daar zitten tandwielen in van ver- schillende afmetingen. Wanneer het eerste wiel begint te draaien, zet het ook de andere in beweging. Zo’n verzameling van tandwielen die elkaar aandrijven, wordt een raderwerk genoemd. Heel wat voorwerpen, die je misschien dagelijks gebruikt, werken met tandwielen. Kijk maar! We voeren een aantal proefjes uit, om de wereld van de tandwielen beter te begrijpen. Je bent nu zo’n beetje een specialist geworden op het gebied van raderwerken. Kun je deze vragen be- antwoorden? Een van deze tandwielen zal in een andere richting draaien dan de andere. Welk? Bekijk goed in welke richting het rode wiel draait. In welke richting zal het groene wiel draaien? Waar of niet waar? Leg je keuze uit. Het kleinste kettingwiel achteraan is ideaal om een berg op te fietsen. Zo hoef je minder hard te trappen. WAAR. Het kleinste tandwiel achteraan zorgt ervoor dat je ‘zachter’ gaat trappen. Drijft een klein tandwiel een groot tandwiel aan, dan zal het grote wiel minder omwentelingen maken dan het kleine. WAAR. Het aantal tandjes van beide tandwielen bepalen hoeveel omwentelingen beide maken.
7
Hoe repareer je een lekke band ?
8
Een fietsband plakken. Het kan handig zijn om eerst het wiel van de fiets te halen. Haal de buitenband van de velg met de bandenlichters. Haal de binnenband uit de buitenband. Pomp de binnenband op. Luister waar het gaatje zit. Je moet een sissend geluid horen. Of dompel de opgepompte band onder in een emmer water. Het gaatje zit waar de luchtbelletjes ontsnappen. Laat de band eventueel weer leeglopen en droog hem af. Schuur met het schuurpapier de randen van het gaatje. Je moet een opper- vlak schuren dat groter is dan de plakker. Smeer dat oppervlak in met lijm. De lijm moet droog aanvoelen voor je het plakkertje op het gaatje plakt. Haal de sticker van de plakker. Controleer of het gat goed geplakt is. In 1921 vond Louis Rustin de bandenplak uit. Dat zijn kleine plakkertjes van rubber waarmee je een lekke band kunt plakken. Men noemt ze ook wel rustinnekes, naar de uitvinder Rustin! Voel aan de binnenband of er geen stukjes glas of andere scherpe voorwer- pen meer op zitten. Doe hetzelfde met de buitenband. Doe wat talkpoeder op de binnenband. Zo glijdt hij gemakkelijker op zijn plaats in de buitenland. Pomp de binnenband licht op. Duw het ventiel door het gaatje in de buitenband. Stop dan de binnenband in de buitenband. Lepel de band weer op de velg en monteer het wiel weer op de fiets. Pomp de band op.
9
Enquête: Ben jij (al) een vaardige fietser?
Zijn fietsers verplicht een helm te dragen ? A Ja, maar alleen als je in de bossen of op een oneffen parcours rijdt. B Neen, maar het is toch aan te raden. C Ja, altijd. Wat moet je doen als het fietspad onberijdbaar is ? A Van je fiets stappen en je weg te voet verder zetten met de fiets aan de hand. B Het fietspad verlaten en rechts van de weg rijden. C Op het fietspad blijven en de gaten ontwijken. Op een straat met verkeer in beide richtingen, A moet ik aan de rechterkant rijden. B mag ik rijden waar ik wil. C mag ik aan de linkerkant rijden. Op een kruispunt waar geen verkeersborden staan, A heeft de auto voorrang op de fietser. B heeft de fietser voorrang op de auto. C geldt de voorrang aan rechts. Ik fiets ’s nachts in de bebouwde kom. Er is openbare verlichting. A Ik moet mijn licht niet aanzetten. B Ik moet mijn licht niet aanzetten wanneer de automobilisten mij goed kunnen zien van op tenminste 100 meter. C Ik moet mijn licht aanzetten. Ik ga links afslaan. Moet ik mijn voornemen aanduiden met de arm ? A Nee, nooit. B Ja, altijd. C Ja, behalve wanneer mijn veiligheid hierdoor in het gedrang komt. Ik draag ’s nachts lichtweerkaatsende armbanden. De kleur van deze banden moet…zijn. A wit B rood C heeft geen belang De ketting van mijn fiets is gebroken. Er zijn geen trottoirs of bermen. Waar ga ik ? A rechts op de rijbaan B links op de rijbaan C links of rechts op de rijbaan
10
De band van het voorwiel van mijn fiets heeft witte reflecterende stroken. Het achterwiel heeft 2
oranje reflectoren. A Dat is verboden. B Dat is toegelaten overdag. C Dat is toegelaten. Ik ga vissen en maak mijn vishengel vast op mijn fiets. Hoeveel cm mag de vishengel uitsteken ? A 25 cm vooraan, 50 cm achteraan B niets vooraan en 75 cm achteraan C niets vooraan en 50 cm achteraan Wat betekent dit verkeersbord ? A begin van een bebouwde kom B naambord van stad of dorp C einde van een bebouwde kom Dit verkeersbord, geplaatst op een kruispunt, betekent A De autobestuurders moeten stoppen en voorrang verlenen. B Al de bestuurders moeten stoppen en voorrang verlenen. C Al de bestuurders moeten vertragen. Als de weg vrij is, mogen ze doorrijden. Aan een kruispunt met dit verkeersbord moet ik , A voorrang verlenen aan de bestuurders die van links komen. B indien nodig, voorrang verlenen. C stoppen en voorrang verlenen. Op deze foto zie je fietsers die zich bevinden op, A de fietsstrook B het opstelvak voor fietsers C de stoep Als ik dit verkeersbord zie, mag ik op het voetpad rijden. A altijd B soms C nooit
11
De plaats op de openbare weg. Binnen de bebouwde kom.
Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers die op de verkeerde plaats rijden rood.
12
Wat doet de fietser goed/fout?
Fietsers mogen tegen de rijrichting in rijden in straten met beperkt éénrichtingsverkeer . Dit bord betekent: verboden richting voor alle bestuurders. Als er geen bruikbaar fietspad is, zijn fietsers verplicht om RECHTS op de rijweg te rijden. Fietsen is toegelaten in woonerven. Wel de voetgangers niet hinderen of in gevaar brengen. Fietsers mogen niet in voetgangerszones rijden, je moet afstappen . Als het licht op rood staat, moeten fietsers in fietsopstelvakken wachten. Enkel fietsers die jonger zijn dan 9 jaar en met een kleine fiets rijden mogen op het voetpad fietsen. Op rotondes zonder fietspad, mogen fietsers het midden van de rijstrook rijden. Als er een fietspad is moet je er gebruik van te maken. Als er geen bruikbaar fietspad is, moeten fietsers rechts op de rijbaan rijden. Fietsers mogen niet op de busrijstrook rijden. Basisschool De Zandloper — Vijfde leerjaar — Samen onderweg 10
13
De plaats op de openbare weg. Buiten de bebouwde kom.
Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers die op de verkeerde plaats rijden rood. Belangrijk om weten is dat jij de fietser bent. Vul daarom ook hier je leeftijd in ………..
14
Wat doet de fietser goed/fout?
BUITEN DE BEBOUWDE KOM mogen fietsers op het voetpad rechts van hen rijden als er geen bruikbaar fietspad is. Fietsers zijn verplicht op het bruikbaar fietspad te rijden. Fietspaden mogen alleen gebruikt worden als ze zich RECHTS in de rijrichting van de fietser bevinden. Als er geen bruikbaar fietspad is, mogen fietsers in de parkeerzones rechts van hen rijden. Als er geen bruikbaar fietspad is, zijn fietsers verplicht om rechts op de rijbaan te rijden. Als er een fietspad is, moet je er gebruik van te maken. Fietsers moeten rechts op de rijbaan rijden. Als er geen bruikbaar fietspad is, mogen fietsers op de berm rijden. De fietser mag gebruik maken van deze weg net als voetgangers en ruiters (zie verkeersbord). Dit verkeersbord verplicht voetgangers en fietsers om zich te verplaatsen aan de kant die op het verkeersbord is aangeduid.
15
Verkeersborden
16
Verkeersborden voor fietsers.
Verboden toegang voor Verboden toegang Eenrichtingsstraat, alle voertuigen. alle voertuigen, voor fietsers. uitgezonderd voor uitgezonderd fietsers. fietsers. Verplichte rijrichting, uitgezonderd voor fietsers. Verplichte rijrichting voor alle bestuurders. Verplicht rondgaand verkeer (rotonde). Verplicht fietspad (links). Verplicht voetpad (rechts). Oversteekplaats voor fietsers. Weg voorbehouden voor weggebruikers aangegeven door de symbolen. Stopbord. Alle weggebruikers moeten aan dit kruispunt stoppen en voorrang verlenen (zie p.21). Begin woonerf. Begin bebouwde kom. Voetgangerszone. Fietsers moeten van hun fiets af- stappen.
17
Fietspaden. Fietsers zijn verplicht om een berijdbaar fietspad te gebruiken. Dat fietspad moet worden aangegeven met twee evenwijdige witte onderbroken strepen en moet rechts in de door de fietser gevolgde richting liggen. Fietsers zijn verplicht om een berijdbaar fietspad te gebruiken, als dat fietspad aangeduid is met het volgende verkeersbord: Hier gaat het om een tweerichtingsfietspad. Hoewel het fietspad links van de rijbaan ligt, is de fietser toch verplicht om daar te rijden. Fietspaden die enkel met twee evenwijdige witte onderbroken strepen op de grond zijn aangeduid, moeten alleen gebruikt worden als ze rechts van de rijrichting van de fietser liggen. Wanneer alleen links zo’n fietspad ligt, is de fietser verplicht om rechts op de rijbaan te rijden. De markering duidt een fietssuggestiestrook aan, maar is geen verplicht fietspad. Ze wijst automobilisten op de mogelijke aanwezigheid van fietsers op de rijbaan. Fietsers zijn niet verplicht om de fietssuggestiestrook te gebruiken en ook andere be- stuurders mogen erop rijden. Als een fietspad berijdbaar is, zijn de fietsers verplicht om daarop te rijden. Als er geen fietspad is, dan rijden fietsers aan de rechterkant van de rijbaan. Als het fietspad onberijdbaar is (gaten, modder, zwerfvuil, takken,…) is de fietser niet verplicht om het te gebruiken.
18
Rij altijd traag langs geparkeerde voertuigen.
Plots uitwijken met de fiets. Wat is het gevaar voor de fietser? Wat zou jij hier doen? Rij altijd traag langs geparkeerde voertuigen. Een bestuurder opent plots zijn portier. Voetgangers willen het zebrapad oversteken. Voetgangers, die het zebrapad oversteken, moet je voorrang verlenen. In de meeste gevallen volstaat het om te vertragen en indien nodig te stoppen. Een auto rijdt achterwaarts een garage uit. Zie 3. Passagiers stappen uit de bus. Vermijd het om naast een vrachtwagen te staan die wil afslaan. De vrachtwagen wil rechts afslaan ( = dode hoek).
19
Vertragen en oogcontact proberen maken. Stoppen indien nodig.
Wat is het gevaar voor de fietser? Wat zou jij hier doen? Vertragen en oogcontact proberen maken. Stoppen indien nodig. Een voertuig wil zijn parkeerplaats verlaten. idem. Een voetganger steekt over. Zij ziet niks door de grote doos. Idem. Een hond rent het park uit. idem. Een auto wacht om de parking te verlaten.
20
Voorrangsborden
21
Voorrang van rechts wat is dat nu precies ?
22
Voorrang van rechts !
23
Voorrangsregels. Op een kruispunt zonder verkeersborden hebben bestuurders die van rechts komen voor- rang. Kruispunten waarbij de regel ‘rechts heeft voorrang’ geldt, herken je aan het volgende verkeersbord: In het verkeer kom je echter nog andere voorrangsborden tegen. We zetten ze even allemaal op een rij. Bij het kruispunt moet je voorrang verlenen aan bestuurders die links en rechts van jou komen. Stoppen aan het kruispunt. Voorrang verlenen. Je rijdt op een voorrangsweg. Aan het volgende kruispunt heb je voorrang op links en rechts. Het verkeer dat in de rijrichting van de rode pijl rijdt, moet voorrang verlenen aan het tegenliggend verkeer. Je nadert met de fiets een zebrapad, waar iemand oversteekt of wil oversteken. Je moet die voetganger laten voorgaan. Stop indien nodig, ook op een voorrangsweg. De voertuigen van politie, brandweer en ziekenwagens mét een dringende opdracht, gaan voor. Het zijn voorrangsvoertuigen. Als het ‘dringend’ is, werkt het blauw zwaailicht en hoor je een geluidssignaal. Maak onmiddellijk de doorgang rij.
24
Voorrang van rechts is 'te verwarrend'
B E G R I J P E N D L E Z E N Voorrang van rechts is 'te verwarrend' Ook Glabbeek werkt aan afschaffing verkeersregel PHILIPPE GHYSENS - Bron: Het Laatste Nieuws Peter Reekmans, de burgemeester van Glabbeek. ©BELGA De Vlaams-Brabantse gemeente Glabbeek gaat - op vraag van de bevolking - de voorrang van rechts afschaffen. Steeds meer gemeentebesturen doen dat, omdat de regel te verwarrend is. Verkeersexperts willen van een algemene afschaffing niet weten, vooral vanwege de veiligheid. 'Bij het referendum koos 84 procent voor de afschaffing van de voorrang van rechts' PETER REEKMANS, BURGEMEESTER GLABBEEK Het lijstje met gemeenten die in een aantal straten of zelfs alle straten de voorrang van rechts afschaffen, wordt steeds langer. In Lubbeek, Gooik, Lebbeke, Wervik en Tielt-Winge besliste het gemeentebestuur de voorbije jaren om de verkeerssituatie "minder complex" te maken door auto's die op de hoofdstraat rijden voorrang te geven. Ook in Glabbeek was er nood aan meer duidelijkheid. "De voorrang-van-rechtsregel werkt bijzonder verwarrend voor de mensen", zegt gemeenteraadslid Simon Vandermeulen (Dorpspartij). De Dorpspartij van burgemeester Peter Reekmans legde de kwestie voor aan alle inwoners via het dorpsreferendum. "De uitslag is overduidelijk", zegt Reekmans. "Van de inwoners die deelnamen, koos 84,36 procent voor de volledige afschaffing van de voorrang van rechts."
25
Burgemeester Reekmans wil nu samen met verkeersexperts snel werk maken van een concreet voorstel voor afschaffing in de hele gemeente. "Dat betekent dus dat elke hoofdstraat een voorrangsstraat wordt. Uiteraard zullen we extra maatregelen nemen. Verkeersborden moeten aangepast worden, geschilderde voorrangskruisen moeten gezandstraald worden en er moet een infocampagne komen. Als de nieuwe regel in voege is, zullen we ook bekijken of er zich snelheidsproblemen voordoen. Mocht dat blijken, zullen we maatregelen nemen, onder meer met opgedreven snelheidscontroles." Veel werk 'Voorrang van rechts is een heel duidelijke regel. Op kruispunten waar voorrang geldt, gebeuren veel minder letselongevallen dan waar stopborden staan' KOEN PEETERS, BIVV In buurgemeente Tielt-Winge werd drie jaar geleden al de voorrang afgeschaft op de voornaamste doorgangswegen. De gemeente kocht toen 250 borden en 80 palen aan, goed voor euro. "Ik zat toen zelf in de oppositie en vond het geen goed idee, omdat het het verkeer zou doen versnellen", zegt burgemeester Rudi Beeken. "Het heeft ons veel werk gekost. We zijn nog altijd bezig met het verven van haaientanden. Maar ik merk eigenlijk geen effect, niet negatief en niet positief." Het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) wil van een algemene afschaffing van de regel niet weten. "Op een drukke verbindingsweg waar je 70 mag rijden, is de voorrang van rechts vandaag misschien niet meer zo vanzelfsprekend en verstandig, maar op andere plaatsen dan weer wel. Als je morgen de voorrang van rechts afschaft in de Nationalestraat in Antwerpen, gaat daar veel sneller gereden worden. Dat zal hetzelfde effect geven in andere steden", zegt Koen Peeters. "Voorrang van rechts is een heel duidelijke regel", vervolgt Peeters. "Dat blijkt ook uit de cijfers. Op de kruispunten waar voorrang geldt, gebeuren veel minder letselongevallen dan waar stopborden staan: 9,3 procent tegenover 16,3. Het gaat hier wel enkel om ongevallen met gewonden. Het zou dus wel kunnen zijn dat er meer ongevallen met louter materiële schade zijn, maar alleszins is de ernst van ongevallen op kruispunten met voorrang van rechts minder dan bijvoorbeeld aan kruispunten met stopborden. Dat heeft volgens ons onder meer te maken met de snelheidsremmende functie van de voorrang van rechts." Snelheidsremmer Ook mobiliteitsorganisatie VAB is niet gewonnen voor een volledige afschaffing. Maarten Matienko: "In principe moet de weg waar het meest verkeer op zit, voorrang hebben. Nu moet je daar vaak voorrang geven, omdat op die manier het verkeer afgeremd wordt. Dat is niet correct. Voorrang van rechts mag niet als snelheidsremmer gebruikt worden. Als op die hoofdweg te snel wordt gereden, moet je andere maatregelen nemen, niet de voorrang van rechts opleggen. Maar dat in een dorpskern de voorrang wordt afgeschaft, kan wel een goede maatregel zijn, op voorwaarde dat het voor de weggebruiker duidelijk is."
26
In de krant “Het Laatste Nieuws”.
Het vette blokje is een korte samenvatting van het artikel. Gooik, Lebbeke, Wervik en Tielt-Winge. De mensen van het dorp mogen hun mening geven over het afschaffen van de voorrangsregel (voor of tegen). Verkeersborden moeten aangepast worden. Geschilderde voorrangskruisen moeten gezandstraald worden. Een infocampagne opstarten Eventueel meer snelheidscontroles. Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid. De ernst van ongevallen op kruispunten met voorrang van rechts is veel minder dan bijvoorbeeld aan kruispunten met stopborden. Maarten is lid van de mobiliteitsorganisatie VAB.
27
Kruising openbare weg met
Spoorweg. Het spoorverkeer heeft altijd voorrang. Dit geldt ook voor bussen en trams in de stad of elders. Volgende verkeersborden vind je terug aan een spooroverweg: Overweg met slagbomen. Overweg zonder slagbomen Kruising openbare weg met tramsporen Overweg met 1 spoorlijn. Overweg met 2 of meer spoorlijnen Op vind je ook extra info en filmpjes over de veiligheid bij treinsporen. Pas op voor trein– of tramsporen in het wegdek. Zorg ervoor dat je met de fietswielen niet in de sporen terechtkomt. Fiets daarom haaks over de sporen. Bovendien zijn natte sporen erg glad.
28
Als het belsignaal rinkelt en/of de lichten op rood springen.
Als de slagbomen neergehaald worden. Als de trein net voorbijgereden is want er kan altijd een tweede trein langs rijden
29
De dode hoek Bekijk eerst aandachtig dit filmpje voor we verder gaan met de les …
30
Dode hoek Wat bedoelen ze met ‘dode hoek’? De plaatsen rondom een vrachtwagen waar je niet te zien bent voor de bestuurder van de vrachtwagen. Waarop kan je letten? Dat je steeds oogcontact kan houden met de vrachtwagen. Rechtstreeks of via de buitenspiegels. Stop nooit naast een vrachtwagen als je merkt dat de vrachtwagen gaat afslaan. Kleur de dode hoeken van de vrachtwagenchauffeur op de tekening rood. Zet een kruisje op een plaats waarvan je zeker bent dat de vrachtwagenchauffeur jou ziet. Wat bedoelen ze in het filmpje met ‘de draaicirkel’ van de vrachtwagen? De ‘ruimte’ die een vrachtwagen nodig heeft om een straat in te rijden. De vrachtwagen moet steeds breed indraaien om een bocht te maken. oogcontact Maak met de chauffeur. Als jij de chauffeur ziet, kan hij jou ook zien. Stop nooit onder of ter hoogte van de Val op: draag reflecterende en kledij. Zo ben je beter Fiets nooit vlak voor, achter of een vrachtwagen. Geef veiligheid voorrang en let goed op de richtingaanwijzers van een Buitenspiegels fluo zichtbaar naast vrachtwagen
32
Je wordt écht een vaardige fietser!
Ik lees. Ik kan. Ik ken. Ik weet. Ik leer. Na het doorlopen (en -fietsen) van deze werkbundel: Kan je de verkeersregels voor voetgangers verklaren. Op verkeersprenten kan je dan gevaarlijk verkeersgedrag onderscheiden van veilig verkeersgedrag. Je weet dat de fiets een knap stukje techniek is. Dit kan je verklaren a.d.h.v. voorbeelden: tandwielen (ketting en versnellingen), elektriciteit (dynamo),… Je kan een lekke band herstellen. Kan je de fietscontrole volledig zelfstandig uitvoeren, m.b.v. fietscontrolekaart. Kan je verkeersborden voor fietsers verklaren. Je kent de verkeersregels voor fietsers die zich binnen of buiten de bebouwde kom verplaatsen. Je kan verklaren wanneer je wel of niet gebruik moet maken van het fietspad. Je kan a.d.h.v. voorbeelden verwoorden wat defensief rijden is. Je kan gevaren die een fietser op zijn weg tegenkomt verwoorden. Je kan de voorrangsregels verwoorden. Je kan de voorrangsborden verklaren. Je kan verwoorden hoe je op een veilige manier een (spoor)overweg moet dwarsen/oversteken. Je kan de volgende begrippen verklaren: dode hoek, draaicirkel. Je kan op een tekening de dode hoek aanduiden. Alle oefeningen uit deze werkbundel voeren wij natuurlijk , en vooral, in de praktijk uit. Je wordt écht een vaardige fietser! a.d.h.v. = aan de hand van m.b.v. = met behulp van Basisschool De Zandloper — Vijfde leerjaar — Samen onderweg 20
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.