Voorontwerp van decreet Waar staan we?

Presentatie over: "Voorontwerp van decreet Waar staan we?"— Transcript van de presentatie:

1 Voorontwerp van decreet Daisy Denolf coördinator Team Niet-leerplichtonderwijs

2 Voorontwerp van decreet Waar staan we?
Mei 2017: 1e principiële goedkeuring Vlareg voorontwerp Juni 2017: Vlor-advies 27/06 September/oktober 2017: onderhandelingen Sectorcomité X Oktober → december 2017: o.a. Raad van State 22 december 2017: 2e principiële goedkeuring Vlareg voorontwerp Parlementaire behandeling voorzien nog voor paasvakantie 2018 → Voortdurende ingrepen op de tekst door gans heen het proces! → Zelfs in deze fase cf. amendementen?

3 Voorontwerp van decreet Waar staan we?
5 uitvoeringsbesluiten Betreffende de einddoelen √ Betreffende de lokale samenwerkingsinitiatieven tussen scholen voor basisonderwijs, secundair onderwijs, instellingen voor hoger onderwijs en de academies dko Betreffende de organisatie (m.i.v. de opties en de vakken) Betreffende de bekwaamheidsbewijzen Betreffende de Beiaardschool √ → Verschillende status op dit moment

4 Voorontwerp van decreet Waar staan we?
Communicatiecampagne dko Ministerie Onderwijs & Vorming Website/campagnesite Omzendbrieven opmaken en/of updaten Ronde van Vlaanderen Installatie helpdesk voor het behandelen van vragen Ook vandaag heel wat vragen → zo veel mogelijk capteren → beantwoorden indien mogelijk

5 H2: Opdracht en finaliteit van het DKO H3: Structuur van het DKO
Luik einddoelen = Vital

6 Opdracht van het Deeltijds kunstonderwijs
Art. II.1. §1. Het deeltijds kunstonderwijs ontwikkelt de artistieke aanleg en competenties van de leerlingen door kunst te beoefenen, te maken, te beleven en te beschouwen zodat zij kunnen uitstromen naar kunstbeoefening en -beleving in de vrije tijd of de arbeidsmarkt of doorstromen naar het hoger kunstonderwijs. organiseren artistiek onderwijs m.i.v. lln. begeleiden + competenties beoordelen en certificeren KAN leeractiviteiten op maat - cf. definiëring - organiseren KAN leeractiviteiten i.h.k.v. samenwerking met LPO en HO organiseren

7 Opdracht, finaliteit en structuur van het DKO
langlopende studierichtingen curriculum kortlopende studierichtingen kunstbeoefening+ reflectie maatschappelijke participatie vrije tijd verdieping / verbreding terugkommomenten artistiek onderwijs leeractiviteiten op maat arbeidsmarkt interdisciplinaire samenwerking curriculum Competenties beoordelen en certificeren doorstroom naar hoger kunstonderwijs innovatie van het onderwijs Karakteristieken van leeractiviteiten op maat zijn: Beperkte tijdspanne Flexibel ingepland in de loop van het schooljaar samenwerking tussen dko en lpo Leerlingen begeleiden basiscompetenties beroepskwalificaties specifieke eindtermen

8 Woordkunst- drama specialisatie Theater regisseur vertolkend acteur
SO 2e lj. 2 lst. SO 1e lj. 2 lst. Theater regisseur vertolkend acteur creërend acteur Kortlopende studierichting kenner schrijver gekwalificeerd 3e lj. 2 lst. x+9j. x+8 j. x+7 j. x+6 j. x+5 j. x+4 j. x+3 j. x+2 j. x+1 j. x≥18 j. dramcultuur 3e lj. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 17 j. 16 j. 15 j. 14 j. 13 j. 12 j. 11 j. 10 j. 9 j. 8 j. 7 j. 6 j. HG 3e lj. jong+ volw. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. HG 2e lj. jong + volw. 2 lst. dramcultuur 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. HG 1e lj.jong +volw. 2 lst. dramcultuur 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 4e graad = gevorderd MG 3e lj. jong+ volw. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. MG 2e lj. jong + volw. 2 lst. MG 1e lj.jong +volw. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 3e graad = semi-gevorderd traag traject Langlopende studierichting LG 4e lj. jong. 1 lst. 4e lj. 1 lst. snel traject globale studieomvang 4 lestijden 2e lj. 2 lst. 4 domeinen (benaming licht gewijzigd) Met langlopende en kortlopende studierichtingen die vastliggen in de regelgeving Waarbinnen opties (en vakken) worden georganiseerd cf. Besluit Waarbij er steeds vier graden zijn, bestaande uit verschillende leerjaren Waarbij er een aantal aangepaste, flexibele trajecten mogelijk zijn Waarbij je de opgesomde wekelijkse lestijden kan samenvoegen Opties geven de inhoudelijke invulling (cf. opleiding) De 1e graad is ofwel domeinspecifiek ofwel domeinoverschrijdend Elk domein heeft een specialisatiegraad = kortlopende studierichting LG 3e lj. jong. 1 lst. 3e lj. 1 lst. 1e lj. 2 lst. LG 2e lj. jong. 1 lst. 2e lj. 1 lst. LG 1e lj. jong. 1 lst. 1e lj. 1 lst. 2e graad = starter ≥ 8j. 2e lj. jong. 1 lst. 1e lj. jong. 1 lst. 1e graad = starter < 8j.

9 dans specialisatie vertolkend danser creërend danser choreograaf
SO 2e lj. 2 lst. vertolkend danser SO 1e lj. 2 lst. creërend danser choreograaf kenner gekwalificeerd 3e lj. 3 lst. 3e lj. 3 lst. 3e lj. 3 lst. x+9j. x+8 j. x+7 j. x+6 j. x+5 j. x+4 j. x+3 j. x+2 j. x+1 j. x≥18 j. 17 j. 16 j. 15 j. 14 j. 13 j. 12 j. 11 j. 10 j. 9 j. 8 j. 7 j. 6 j. HG 3e lj. jong+ volw. 2 lst. danscultuur 3e lj. 2 lst. 2e lj. 3 lst. 2e lj. 3 lst. 2e lj. 3 lst. HG 2e lj. jong + volw. 2 lst. danscultuur 2e lj. 2 lst. 1e lj. 3 lst. 1e lj. 3 lst. 1e lj. 3 lst. HG 1e lj.jong +volw. 2 lst. danscultuur 1e lj. 2 lst. 4e graad = gevorderd MG 3e lj. jong+ volw. 2 lst. 3e lj. 2,5 lst. 2e lj. 2,5 lst. MG 2e lj. jong + volw. 2 lst. 1e lj. 2,5 lst. MG 1e lj.jong +volw. 2 lst. 3e graad = semi-gevorderd traag traject 6e lj. 2 lst. snel traject LG 6e lj. Jong en volw. 2 lst. 2 e lj. 4 lst. LG 5e lj. Jong en volw. 2 lst. 5e lj. 2 lst. LG e lj. 4 lst. LG 4e lj. jong. 2 lst. 4e lj. 2 lst. LG 3e lj. jong. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 2e graad = starter ≥ 8j. LG 2e lj. jong. 1 lst. 2e lj. jong. 1 lst. 1e lj. jong. 1 lst. 1e graad = starter < 8j. LG 1e lj. jong. 1 lst.

10 muziek specialisatie dirigent creërend muzikant vertolkend muzikant dj
SO 2e lj. 2 lst. vertolkend muzikant SO 1e lj. 2 lst. dj creërend muzikant dirigent kenner gekwalificeerd muziekgesch. 3e lj. 2 lst. x+9j. x+8 j. x+7 j. x+6 j. x+5 j. x+4 j. x+3 j. x+2 j. x+1 j. x≥18 j. 17 j. 16 j. 15 j. 14 j. 13 j. 12 j. 11 j. 10 j. 9 j. 8 j. 7 j. 6 j. 3e lj. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 3e lj. 3 lst. HG 3e lj. jong+ volw. 2 lst. muziekgesch. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 2 lst. 2e lj. 3 lst. HG 2e lj. jong + volw. 2 lst. HG 1e lj.jong +volw. 2 lst. muziekgesch. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 2 lst. 1e lj. 3 lst. 4e graad = gevorderd 3e lj. 3 lst. 4e lj. 3 lst. MG 3e lj. jong+ volw. 3 lst. muziekcultuur 3e lj. 2 lst. 3e lj. 2 lst. MG 2e lj. jong + volw. 3 lst. 2e lj. 3 lst. 2e lj. 2 lst. muziekcultuur 2e lj. 2 lst. 1e lj. 3 lst. MG 1e lj.jong +volw. 3 lst. 1e lj. 2 lst. LG 4e lj. jong. 3,5 lst. 3e graad = semi-gevorderd muziekcultuur 1e lj. 2 lst. 4e lj. 3 lst. + de Beiaardier LG 3e lj. jong. 3,5 lst. 3e lj. 3 lst. LG 2e lj. jong. 3,5 lst. 2e lj. 3 lst. LG 1e lj. jong. 2,5 lst. 1e lj. 3 lst. 2e graad = starter ≥ 8j. 2e lj. jong. 1 lst. 1e lj. jong. 1 lst. 1e graad = starter < 8j.

11 en audiovisuele kunsten
Beeldende en audiovisuele kunsten Kantwerker Siersmid/ kunstsmid Restauratie-vakmanmeubel Juweelontwerper/goudsmid Beeldend kunstenaar Fotograaf Ontwerper Cineast gekwalificeerd 4e graad = gevorderd 3e graad = semi-gevorderd 2e graad = starter ≥ 8j. 1e graad = starter < 8j.

12 specialisatie gekwalificeerd 4e graad = gevorderd
x+7 j. x+6 j. x+5 j. X+4 j. X+3 j. Beeldend kunstenaar SG 2e lj. volw 8 lst. SO 2e lj. 8 lst. SG 1e lj. volw. 8 lst. SO 1e lj. 8 lst. gekwalificeerd traag traject snel traject A BAK cultuur 10 e lj. 4 lst. 5e lj. 8 lst. snel traject B HG 5e lj. volw. 8 lst. 9 e lj. 4 lst. 4e lj. 10 lst. HG 1e lj. volw. 10 lst. 3e lj. 2 lst. 8 e lj. 4 lst. 4e lj. 8 lst. HG 4e lj. volw. 8 lst. 7 e lj. 4 lst. 3e lj. 10 lst. HG 3e lj. volw. 8 lst. HG 1e lj. volw. 10 lst. 2e lj. 2 lst. 6 e lj. 4 lst. 3e lj. 8 lst. 5 e lj. 4 lst. 4 e lj. 4 lst. 1e lj. 2 lst. 2e lj. 8 lst 2e lj. 10 lst. HG 2e lj. volw. 8 lst HG 2e lj. volw. 10 lst. 3 e lj. 4 lst. x+2 j. x+1 j. x≥ 18 j. 2 e lj. 4 lst. 1e lj. 8 lst. 1e lj. 10 lst. HG 1e lj. volw. 8 lst. HG 1e lj. volw. 10 lst. 1 e lj. 4 lst. 4e graad = gevorderd 17 j. 16 j. 15 j. 14 j. 13 j. 12 j. 11 j. 10 j. 9 j. 8 j. 7 j. 6 j. MG 6e lj. jong.4 lst. 6e lj. 4 lst. MG 5e lj. jong.4 lst. 5e lj. 4 lst. Zij-instroom 5e lj. 3e graad = starter ≥ 18 j. MG 4e lj. jong .4lst. 4e lj. 4 lst. MG 3e lj. jong.4 lst. 3e lj. 4 lst. MG 2e lj. jong.4 lst. 2e lj. 4 lst. MG 1e lj. jong. 4 lst. 1e lj. 4 lst. 3e graad= semi-gevorderd LG 6e lj. jong. 2 lst. 6e lj. 2 lst. LG 5e lj. jong. 2 lst. 5e lj. 2 lst. LG 4e lj. jong. 2 lst. 4e lj. 2 lst. LG 3e lj. jong. 2 lst. 3e lj. 2 lst. 2e graad = starter ≥ 8j. LG 2e lj. jong. 2 lst. 2e lj. jong. 2 lst. . 1e graad = starter < 8j. LG 1e lj. jong. 2 lst. 1e lj. jong. 2 lst.

13 H4: Leerlingen in het DKO

14 Leerlingen in dko (hfst IV)
certificering studiebewijzen evaluatie BVR contouren voor leerlingen-evaluatie leeftijd Toelatings- Voorwaar-den mogelijkheden tot herinstroom competenties opleiding les volgen in het dko BVR remediëren en overzitten voorangs-regeling inschrijving aanwezigheids- verplichting opleiding weigerings-gronden rechtsgrond vrijstelling, alt. leercontext BVR academie reglement Individueel aangepast curriculum

15 Leerlingen in het dko Toelatingsvoorwaarden
leeftijd van 6 jaar bereikt hebben om toegelaten te worden (op 31/12 die volgt na aanvang schooljaar) Muziek-Woord-Dans: instroom op competenties + voor de 2e graad: op leeftijd van 8 jaar BAK: instroom op competenties + instroom op leeftijd waarbij om toegelaten te worden tot het structuuronderdeel derde graad volwassenen = 18 jaar Kortlopende studierichtingen (m.i.v. specialisatie) en leeractiviteiten op maat: academie bepaalt vrij met inachtneming van de instapleeftijd van 6 jaar

16 Leerlingen in het dko Inschrijven Weigeringsgronden
Vanaf de 1e schooldag van maart tot 30/09 Inschrijven gebeurt in volgorde van aandiening waarbij diegenen die al les volgden voorrang hebben (tot 30/06) Regelmatige lln = voldoet aan de toelatingsvoorwaarden (op de dag van de effectieve instap) en heeft inschrijvingsgeld betaald (kan in schijven à 50% (tot voor 1/10)) Weigeringsgronden Bij niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden Enkel bij capaciteitsproblemen kan een regelmatige lln. geweigerd worden Enkel bij capaciteitsproblemen kan een niet-financierbare lln. geweigerd worden Bij uitsluiting uit de academie (tot 2 jaar terug in de tijd) Een niet regelmatige lln. kan steeds geweigerd worden

17 Leerlingen in het dko Recht op een individueel aangepast curriculum
Mogelijkheid tot afwijking op het gemeenschappelijk curriculum Alternatieve leercontext: Blijft gekoppeld aan een door de inspectie gevalideerd toetsingsinstrument + een afsprakenkader Evalueren = autonomie academie Transparant, valide en betrouwbaar Blijkt uit de artistiek-pedagogische visie (gedragen!) Wordt geëxpliciteerd in het academiereglement Belang van het academiereglement (zie verder)

18 H5: Personeels- en werkingsmiddelen H6: Inschrijvingsgeld en bijdrageregeling

19 Nieuw financieringssysteem (hfst V)
Omkadering lst. Omkadering bestuurspers. Omkadering admin. pers. Werkings middelen Curriculumaanbod Projectmatig aanbod lst. TP kunstinitiatie, muzische vorming bestaand aanbod: OC per leerling nieuw aanbod: OC per leerling verdieping / verbreding curriculum + Verschoven middelen Puntenenveloppe voor leeractiviteiten op maat interdisciplinaire samenwerking curriculum open end compensatie innovatie van het onderwijs middelenpot lineaire open end + solidariteitsfactor Puntenenveloppe samenwerking tussen dko en lpo

20 Omkadering DKO Omkaderingscoëfficienten gebaseerd op groepsgrootte en studieomvang Gewijzigde OC waarbij de aanwendingspercentages uit het verleden structureel worden ingeschreven - en onzichtbaar gemaakt - door ze te verrekenen in de OC De initieel voorziene puntenenveloppe voor leeractiviteiten op maat is verdwenen. De middelen werden ingekanteld in de reguliere omkadering op basis waarvan OC werden herrekend → (maximaal) 5% van de lt kunnen aangewend worden om leeractiviteiten op maat te organiseren cf. decreet; vrij in te plannen, ook tijdens de vakantieperiodes Ped. coördinatie = beperkt tot 3%; overschrijding mogelijk bij protocol van akkoord Voordrachtgevers = beperkt tot 5%; overschrijding mogelijk bij protocol van akkoord Lestijden kunnen beperkt overgedragen worden (3%) naar een andere academie of het volgend schooljaar

21 Omkadering DKO Globaal pakket = vrije aanwending
Voor de berekening worden alleen financierbare lln geteld: 1x financierbaar per domein, ongeacht aantal inschrijvingen (slechts 1x betalen) uitzondering is de combinatie 4e graad + specialisatiegraad in een domein = 2x financierbaar waarbij de domeinoverschrijdende initiatieopleiding = een afzonderlijk domein

22 Omkadering DKO Wegingsfactoren
Wegingsfactor i.h.k.v. vrijstellingen (0,85 in BAK; 0,70 in MWD) Wegingsfactor (0,50) voor overzittende lln in de 4e graad (idem voor lln. die overzitten in een kortlopende studierichting) De enveloppe voor de specialisatiegraad hangt af van het aantal lln. maar blijft beperkt tot 20% van het aantal lln in de 4e graad op de teldag Wegingsfactor voor Brussel: 1,40 Wordt toegepast op alle financierbare lln uit alle graden MWD en op 1e, 2e en 3e graad BAK die hun volledige opleiding volgen in Brussel-Hoofdstad Met garantie op behoud van ev. omkaderingsverlies ten gevolge de toepassing Gemeente Voeren: 1,40 (aanvankelijk niet voorzien → 1,05 → 1,40) Dunbevolkte gemeenten <200 inw./km2: factor 1,05 De 10 uren-leraar beleidscoördinatie blijven behouden voor projecten Regionale samenwerking (idem Kunstacademies en intergemeentelijke samenwerkingen) → GO! project Zuid-Limburg

23 Omkadering DKO Pakket lestijden = gewogen financierbare lln x OC x S
waarbij S = Solidariteitsfactor = kostenbeheersingsmaatregel waarbij van de globaal over Vlaanderen te verdelen omkaderingspot de middelen die de lln in een structuuronderdeel in programmatie genereren, weer afgetrokken worden Impact S = zwaar te monitoren! → Houdt rechtstreeks verband met GO! plannen/mogelijkheden inzake oprichting van nieuwe structuuronderdelen De overheid gaat voorbij aan het feit dat het GO! zijn middelen alleen van de Vlaamse overheid krijgt. Als er wordt van uitgegaan dat schoolbesturen bijpassen of prefinancieren, moet de overheid voor het GO! in bijkomende middelen voorzien. De overheid geeft pertinent geen invulling aan wat principieel de eigenheid is van het gefinancierd onderwijs

24 Omkadering DKO Dotatie werkingsmiddelen = huidige dotatie
Door de continue leerlingentoename in het DKO GO! en de bijkomende besparing vanaf 2015 is het bedrag dat het GO! per leerling krijgt, gedaald van 166 € in 2009 naar 131,30 € in Niet werkbaar! Wij willen: dat het bedrag van de dotatie wordt opgetrokken naar de reële kostprijs van een leerling in het DKO = huidig bedrag + 25% = hiermee komen we op het niveau van 166 € per leerling (toen als krap ervaren) dat het bedrag van de dotatie mee evolueert met de leerlingengroei; dat het bedrag van de dotatie steeds geïndexeerd wordt. GEEN tegemoetkoming = GO! protocol van niet akkoord op onderhandelingen

25 H7: Erkennings-, financierings- en subsidiëringsvoor-waarden van academies Programmatie- en rationalisatie

26 Oprichting domeinen & structuuronderdelen
Een academie kan nieuwe domeinen oprichten; dit omvat de oprichting van de structuuronderdelen van minstens de eerste en de tweede graad (of de domeinoverschrijdende initiatieopleiding) Binnen een domein waar je al mee bent gestart, kan je een structuuronderdeel oprichten of een structuuronderdeel dat je al organiseert kan je uitbreiden naar een nieuwe VP → Structuuronderdelen = domeinoverschrijdende initiatieopleiding, kortlopende studierichting, alle langlopende studierichtingen binnen een graad binnen een domein en BAK voor volwassenen in de derde graad Het schoolbestuur is niet langer verplicht om een bepaald aanbod, bijvoorbeeld de hogere graden, te beperken tot de hoofdvestigingsplaats; je kan ook in een VP een aanbod organiseren dat niet voorkomt in de hoofdvestigingsplaats Strikt gekoppeld aan een normenstelstel. Dit normenstelsel verschilt voor VP in Brussel en dunbevolkte gemeenten (<200 inw./km2).

27 Oprichting structuuronderdelen
Schoolbesturen kunnen zonder programmatie de nieuwe eerste graden (Woordkunst- drama, Muziek, de domeinoverschrijdende initiatieopleiding) organiseren in alle vestigingsplaatsen waar ze op 31 augustus 2018 (binnen het domein) al een lagere graad organiseerden. Schoolbesturen kunnen zonder programmatie de kortlopende studierichtingen organiseren in alle vestigingsplaatsen waar ze op 31 augustus 2018 (binnen het domein) een hogere graad organiseerden. Schoolbesturen die het domein Beeldende en audiovisuele kunsten organiseren zonder de eerste, tweede en derde graad, kunnen zonder programmatie het structuuronderdeel derde graad voor (uitsluitend) volwassenen organiseren. → IKA Mechelen Er moet hierbij telkens voldaan worden aan de rationalisatienormen.

28 Onderwijsbevoegdheid (unieke) opties & clusters
Een academie kan alleen opties en muziekinstrumenten inrichten waarvoor het onderwijsbevoegdheid heeft verkregen = verrichten van een aanvraag Een academie die gedurende twee opeenvolgende schooljaren niets heeft georganiseerd binnen een cluster (of een unieke optie of uniek instrument) verliest de onderwijsbevoegdheid hiervoor Opgelet! Het ontwerpdecreet werd aangepast opdat academies reeds dit schooljaar programmatieaanvragen zouden kunnen indienen → Deadline dit schooljaar is = voor 1 mei 2018 Zeer belangrijk voor het tijdig (asap) aanvragen van opties, in het bijzonder unieke opties en voor het aanvragen van specialisatiegraden!

29 Rationalisatienormen
Momenteel onduidelijkheid over de datum inwerkingtreding van de rationalisatienormen (cf. art. 162) Belang van artikel 124 §2 waarbij je als het ware lln. kan bijtellen/aftrekken over VP’en heen om de rationalisatienorm te halen Voor de academie in Voeren en de specialisatiegraden zijn er geen rationalisatienormen. Idem voor het structuuronderdeel Dans dat gelegen is in een VP op meer dan 15 km van een VP waar een structuuronderdeel Dans wordt georganiseerd

30 H8: Lokale samenwerkings-initiatieven tussen academies en scholen

31 Samenwerking Vanaf het schooljaar 2019-2020
Minstens één academie en één school voor basisonderwijs of secundair onderwijs of instelling voor hoger onderwijs neemt deel Academie dient in! Er wordt een samenwerkingsovereenkomst met betrokkenen afgesloten, mogelijks ook een externe partner BVR op komst: debat over de gunningscriteria en prioriteiten in de gunningscriteria → ‘evenwichtige spreiding over de onderwijsnetten’ Via afzonderlijke puntenenveloppe