Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
ACT CASUS CONCEPTUALISATIE
Analyse van psychologische (in) flexibiliteit Casusconceptualisatie
2
Casusconceptualisatie
De visie van de cliënt Hoe ziet de cliënt zijn probleem op dit moment? Wat denkt de cliënt dat er moet gebeuren om het probleem te verbeteren? Wat zijn de doelen van de cliënt voor therapie? Casusconceptualisatie
3
Motivationele factoren
Is cliënt in contact met de kosten van experientiële vermijding? Heeft de cliënt de ervaring dat zijn controlegedrag onwerkbaar is? Heeft de cliënt zicht op doelen/waarden, die niet bereikt worden door controlegedrag? Kwaliteit van de therapeutische relatie Casusconceptualisatie
4
Motivationele factoren
Zijn de doelen van de therapeut en cliënt met elkaar in overeenstemming? Maak onderscheid tussen procesdoelen en uitkomstdoelen (Informed consent voor een ACT behandeling: herformulering van de visie van de cliënt op een ACT consistente wijze) Casusconceptualisatie
5
Casusconceptualisatie
Huidig moment Inflexibel : dominantie van denken aan verleden/toekomst, en/of onvermogen om in het huidige moment te blijven piekeren, rumineren, snel afleidbaar zijn, plannen, organiseren, verontschuldigen, waakzaam zijn, dissociaties. Casusconceptualisatie
6
Acceptatie en bereidheid
Inflexibel: experientiële vermijding wat wordt vermeden: gedachten, emoties, herinneringen, lichamelijke sensaties, e.d. wat is de prijs van vermijding, wat wordt gevreesd als de vermijding of fusie wordt opgegeven hoe wordt vermeden: gedragsrepertoire Casusconceptualisatie
7
Acceptatie en bereidheid:
voorbeelden van inflexibiliteit Interne vermijding: afleiding, piekeren, dissociatie, jezelf voorhouden dat je anders moet denken, dagdromen Overte vermijding: verslavingsgedrag, zelfverwonding, sensatie-zoeken, vermijding van fysieke situaties of fysieke reminders, suicidaliteit Casusconceptualisatie
8
Acceptatie en bereidheid:
voorbeelden van inflexibiliteit In-sessie vermijding: verandering van onderwerp, argumenteren, agressiviteit, uitval uit therapie, te laat komen, regelmatige acute crisis hebben, lachen, een extreme focus op het positieve. Casusconceptualisatie
9
Casusconceptualisatie
Defusie Inflexibel: cognitieve fusie Breng de specifieke gefuseerde inhoud en de vorm die fusie aanneemt in kaart: rationaliseren, analyseren, probleem oplossen, oordelen, verhalen, redenen, regels. Let op of gelijk willen hebben belangrijker is dan effectief kunnen handelen. Is er sprake van leven in toekomst of verleden? Is er een overtuiging dat verandering niet mogelijk is vanwege een levensverhaal? Casusconceptualisatie
10
Casusconceptualisatie
Defusie Voorbeelden van fusie Perfectionisme, zelf-kritiek. Sterk op logica gebaseerde of rigide denkpatronen Een overmatig focus op inzicht en begrip Een sterk geloof in de werkbaarheid van controle Een sterk geloof dat innerlijke ervaringen gevaarlijk kunnen zijn Casusconceptualisatie
11
Casusconceptualisatie
Zelf Inflexibel: inflexibele fusie met het zelfbeeld of een armoedig zelf. Fusie: Aan welke zelfbeelden houdt de cliënt vast (zelfbeeld hoeft niet bewust te zijn)? Gedragsverandering lijkt een bedreiging te vormen voor een gekoesterd zelfbeeld Armoedig zelf. zelfbeschrijving ontbreekt of is beperkt en rigide. Is er sprake van een zelfbeeld dat gebaseerd is op sociale wenselijkheid en verwachtingen van anderen? Casusconceptualisatie
12
Casusconceptualisatie
Waarden Inflexibel: waarden zijn zwak, verwarrend, beperkend. is er sprake van sociale wenselijkheid, verwarren van doelen en waarden, vermijding van/terugtrekking uit waarden, verdediging van/fusie met waarden, een beperkte schakering van waarden. Casusconceptualisatie
13
Casusconceptualisatie
Toegewijde actie Inflexibel: inactiviteit, impulsiviteit, volharding in vermijding fusie met (regels over) commitment of vermijding ervan. Zijn er inflexibele verhalen over toegewijd handelen? beschikt cliënt over de benodigde vaardigheden? Casusconceptualisatie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.