Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdChristian Brabander Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
MRI MS-onderzoek START PRESENTATIE
2
HOOFDMENU: Wat leert u hier?
Achtergrondinformatie Wat is MRI? Hoe zien de hersenen eruit op een MRI plaatje? Welke MRI technieken worden er gebruikt? Hoe zien MS afwijkingen eruit op MRI? Interactief Zelf PD afwijkingen opsporen Zelf black holes opsporen Zelf aankleurende afwijkingen opsporen
3
Achtergrondinformatie: Wat is MRI?
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging en is een zeer gevoelige en niet invasieve techniek om MS afwijkingen in beeld te brengen. MRI weerspiegelt signaal afkomstig van waterstofprotonen en is dus geen röntgenstraling! MRI heeft dan ook geen nadelige gevolgen voor de gezondheid VOLGENDE DIA
4
Achtergrondinformatie: Wat is MRI?
Een MRI scanner HOOFDMENU
5
Achtergrondinformatie: Hoe zien de hersenen eruit op een MRI plaatje?
MRI plaatjes zijn (onder andere) horizontale doorsnedes door de hers- enen (hierboven door de rode lijn) VOLGENDE DIA
6
Achtergrondinformatie: Hoe zien de hersenen eruit op een MRI plaatje?
Grijze Stof (Groene pijl) Witte Stof (rode pijl) Hersenvocht (blauwe pijl) HOOFDMENU
7
Achtergrondinformatie: Welke MRI technieken worden er gebruikt?
Met een MRI scan kunnen verschillende soorten afbeeldingen (opnames) worden gemaakt; Drie voor MS-onderzoek belangrijke opnames zijn: 1. De T1 gewogen opname (het zgn. “vetplaatje”) 2. De T2 gewogen opname (het zgn. “waterplaatje”) 3. De PD opname VOLGENDE DIA
8
Achtergrondinformatie: Welke MRI technieken worden er gebruikt?
1. T1 gewogen opname (“vetplaatje”) kenmerken van deze opname: Vet in de onderhuid geeft een hoog signaal (wit)! (Rode Pijl) Hersenvocht geeft een laag signaal (zwart)! (Groene Pijl) T1 VOLGENDE DIA
9
Achtergrondinformatie: Welke MRI technieken worden er gebruikt?
2. T2 gewogen opname (“waterplaatje”) Kenmerken van deze opname: Vet in de onderhuid geeft ook op de T2-opname een hoog signaal (wit)! (Rode pijl) Hersenvocht geeft op de T2-opname een hoog signaal (wit)! (Groene Pijl): VOLGENDE DIA T2
10
Achtergrondinformatie: Welke MRI technieken worden er gebruikt?
3. PD opname PD staat voor “proton density” Kenmerken van deze opname: T2 Dit plaatje is de gouden standaard voor het opsporen van MS laesies. Het grote voordeel is dat MS afwijkingen rond de hersenkamers veel makkelijker te zien zijn dan op een T2 opname (zie inzet & rode pijlen) HOOFDMENU PD
11
Achtergrondinformatie: Hoe zien MS afwijkingen eruit op MRI?
Op de zojuist beschreven MRI opnames (T1, T2 en PD opname) kunnen verschillende, voor MS kenmerkende afwijkingen worden gevonden. De 3 belangrijkste afwijkingen zijn: PD-afwijkingen Black Holes Contrast aankleurende afwijkingen VOLGENDE DIA
12
Achtergrondinformatie: Hoe zien MS afwijkingen eruit op MRI?
1. PD afwijkingen Dit zijn afwijkingen van een hoog signaal op de PD opname (rode pijlen) PD VOLGENDE DIA
13
Achtergrondinformatie: Hoe zien MS afwijkingen eruit op MRI?
PD T1 2. Black Holes: Sommige PD-afwijkingen zijn op de overeenkomstige T1 opname als zwarte gaten te herkennen (rode pijl). VOLGENDE DIA
14
Achtergrondinformatie: Hoe zien MS afwijkingen eruit op MRI?
3. Contrast aankleurende afwijkingen Een T1 opname mbv contrastvloeistof, is te herkennen aan aankleurende bloedvaten (rode pijlen) In een contrast aankleurende afwijking vindt actieve ontsteking plaats (groene pijl) HOOFDMENU
15
En dan nu zelf aan de slag…………….Klaar voor de start……
Interactief En dan nu zelf aan de slag…………….Klaar voor de start…… VOLGENDE DIA
16
Interactief: Zelf PD afwijkingen opsporen (1)
Zoek en klik op de afwijkingen: A. Juist! Een laesie bij de ventrikel B. Ja, een laesie bij de ventrikel C. Ja, een laesie tegen de ventrikel aan I D. Ja, een laesie tegen de ventrikel aan A H E. Juist! Een laesie in de witte stof J B F. Ja, een laesie tegen de ventrikel aan H G C G. Ja, dit zijn laesies boven de ventrikel H G D H. Nee, dit zijn windingen van de grijze stof E F I. Nee, dit is een bloedvat J. Nee, dit is het begin van de ventrikel VOLGENDE DIA
17
Interactief: Zelf PD afwijkingen opsporen (2)
Zoek en klik op de afwijkingen: A. Juist! Een laesie tegen de ventrikel aan, in het zgn. Corpus Callosum B. Juist! Een laesie tegen de ventrikel aan C. Juist! Een laesie tegen de ventrikel aan G D. Juist! Een laesie in de witte stof A H I E. Nee, dit is een bloedvat in de ventrikel E F. Ja, dit is een laesie om een bloedvat F B C G. Nee, dit zijn bloedvaten D H. Nee, dit is een bloedvat I. Nee, dit is een bloedvat HOOFDMENU
18
Interactief: Zelf black holes opsporen
Zoek en klik op de “black holes”: A. Ja, een subtiele Black Hole B. Een Black Hole tegen de ventrikel aan C. Ja, Een kleine Black Hole D. Juist! duidelijke Black Hole G A E. Ja! Een grote, duidelijke Black Hole B F F. Ja! Een Black Hole tegen de ventrikel aan I C E G. Nee, dit is ruimte tussen hersenwindingen D H H. Nee, dit is ruimte tussen hersenwindingen I. Nee, dit is de linker ventrikel HOOFDMENU
19
Interactief: Zelf aankleurende afwijkingen opsporen (1)
Zoek en klik op de aankleurende MS afwijking: A. Juist! Dit is een kenmerkende, aankleurende MS afwijking: Hier vindt momenteel ontsteking plaats B. Dit is contrastaankleuring van een zgn. “sinus”, (een ader) C. Nee, dit is contrast in een bloedvat D. Nee, dit is contrast in een bloedvat D E E. Nee, dit is contrast in een bloedvat C G F. Nee, dit is ruimte tussen de hersenwindingen, en kleurt niet aan met contrast A F G. Nee, dit is contrast in een bloedvat B VOLGENDE DIA
20
Interactief: Zelf aankleurende afwijkingen opsporen (2)
Zoek en klik op de aankleurende afwijkingen: A. Juist! Dit is zgn. RING-aankleuring, waar een agressievere ontsteking plaatsvind B. Juist! C. Nee, dit is een bloedvat F A D. Nee, dit is een zgn. “sinus” (een ader) G B E. Ja! Subtieler, maar zeker aankleuring F. Nee, dit zijn twee bloedvaten E C G. Nee, dit is wel een afwijking (een zgn. Black Hole) maar geen aankleuring D VOLGENDE DIA
21
HERSTART DE PRESENTATIE
EINDE HERSTART DE PRESENTATIE
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.