Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
de loopbaan van het geloof
21 januari 2018 Hendrik Ido Ambacht
2
1 Korinthe 9 19 Want ik, die vrij ben van allen, maak mijzelf tot slaaf voor allen, om er zoveel mogelijk te winnen;
3
1 Korinthe 9 20 en ik werd voor de Joden als een Jood, om Joden te winnen; voor hen, die onder de wet zijn, als onder de wet - ik, die zelf niet onder wet ben - om hen, die onder de wet zijn, te winnen;
4
1 Korinthe 9 21 voor hen, die zonder de wet zijn, als zonder de wet - ik, die niet zonder de wet van God ben, maar wettig van Christus - om hen, die zonder de wet zijn, te winnen.
5
1 Korinthe 9 22 Ik werd voor de zwakken als zwak, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in elk geval enigen te redden.
6
1 Korinthe 9 23 En alles doe ik vanwege het goede bericht, opdat ik mede-deelgenoot daarvan zal worden. 24 Weten jullie niet, dat zij, die in een stadion rennen, allen, inderdaad, rennen, maar dat één de trofee in ontvangst neemt? Ren dan zó, dat jullie die zullen grijpen.
7
1 Korinthe 9 23 En alles doe ik vanwege het goede bericht, opdat ik mede-deelgenoot daarvan zal worden. 24 Weten jullie niet, dat zij, die in een stadion rennen, allen, inderdaad, rennen, maar dat één de trofee in ontvangst neemt? Ren dan zó, dat jullie die zullen grijpen.
8
die de Heer, de rechtvaardige rechter, op die dag aan mij zal betalen;
2 Timotheus 4 7 Ik heb de ideale strijd gestreden, ik heb mijn loopbaan tot een einde gebracht, ik heb het geloof bewaard. 8 Verder wordt de lauwerkrans van de rechtvaardigheid voor mij gereserveerd, die de Heer, de rechtvaardige rechter, op die dag aan mij zal betalen; maar niet alleen aan mij, maar ook aan allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
9
elke belemmering en de gemakkelijk omringende zonde wegdoen,
Hebreeën 12 1 Daarom ook, laten ook wij, die een zo grote wolk van getuigen rondom ons hebben, elke belemmering en de gemakkelijk omringende zonde wegdoen, en met verduren de wedstrijd rennen, die vóór ons ligt.
10
Filippenzen 3 13 (…) maar één ding: ik vergeet de dingen, die achter mij zijn, en ik strek mij helemaal uit naar de dingen, die vóór mij zijn. 14 Ik jaag het doel na, voor de trofee van de omhoog-roeping van God, in Christus Jezus.
11
1 Korinthe 9 25 En een ieder, die strijdt, beheerst zichzelf in alle dingen; diegenen, dan, om een vergankelijke lauwerkrans in ontvangst te nemen, maar wij een onvergankelijke.
12
1 Korinthe 3 12 En indien iemand op dit fundament bouwt met goud en zilver, kostbare stenen, hout, gras, stro….
13
hetzij goed, hetzij slecht.
1 Korinthe 3 10 Want wij moeten allen vlak vóór het podium van Christus openbaar gemaakt worden, opdat een ieder voor zichzelf zal ophalen voor dat wat hij door het lichaam verricht, hetzij goed, hetzij slecht.
14
1 Korinthe 9 25 En een ieder, die strijdt, beheerst zichzelf in alle dingen; diegenen, dan, om een vergankelijke lauwerkrans in ontvangst te nemen, maar wij een onvergankelijke.
15
die de Heer, de rechtvaardige rechter, op die dag aan mij zal betalen;
2 Timotheus 4 7 Ik heb de ideale strijd gestreden, ik heb mijn loopbaan tot een einde gebracht, ik heb het geloof bewaard. 8 Verder wordt de lauwerkrans van de rechtvaardigheid voor mij gereserveerd, die de Heer, de rechtvaardige rechter, op die dag aan mij zal betalen; maar niet alleen aan mij, maar ook aan allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
16
1 Zodat, mijn geliefde broeders, naar wie ik verlang,
Filippenzen 4 1 Zodat, mijn geliefde broeders, naar wie ik verlang, mijn vreugde en lauwerkrans, sta zó vast in de Heer, mijn geliefden!
17
20 Ja, jullie zijn onze heerlijkheid en vreugde.
1 Thessalonicenzen 2 19 Want wie is onze hoop of vreugde of roemrijke lauwerkrans vlak vóór onze Heer Jezus in zijn aanwezigheid, wie anders dan jullie? 20 Ja, jullie zijn onze heerlijkheid en vreugde.
18
1 Korinthe 9 26 Als dat zo is, dan ren ik ook zó, niet met een onduidelijk doel. Ik boks zó, niet als iemand, die in de lucht ranselt.
19
1 Korinthe 9 27 Neen, ik geef mijn lichaam er van langs en ik leid het in slavernij, om niet, na aan anderen geproclameerd te hebben, zelf wellicht ondeugdelijk te worden.
20
1 Korinthe 10 1 Want ik wil niet, dat jullie onwetend zijn, broeders, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee heen gingen, 2 en allen in Mozes gedoopt worden, in de wolk en in de zee,
21
1 Korinthe 10 1 Want ik wil niet, dat jullie onwetend zijn, broeders, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee heen gingen, 2 en allen in Mozes gedoopt worden, in de wolk en in de zee,
22
1 Korinthe 12 13 Want in één geest worden wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en wij allen krijgen één geest te drinken.
23
1 Korinthe 10 3 en allen dezelfde geestelijke voeding aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, die hen volgt. En de rots was Christus.
24
Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft.
Exodus 16 15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft. 16 Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan, een gomer per hoofd, naar het aantal van uw personen. Ieder moet het nemen voor hen die in zijn tent zijn.
25
1 Korinthe 10 3 en allen dezelfde geestelijke voeding aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, die hen volgt. En de rots was Christus.
26
1 Korinthe 10 5 Maar God heeft in het merendeel van hen geen welbehagen, want zij werden in de wildernis neergeveld.
27
1 Korinthe 10 6 En deze dingen werden typen voor ons, opdat wij geen begeerders van kwade dingen zouden zijn, zoals ook zij begeren.
28
1 Korinthe 10 7 Word ook geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen, zoals er geschreven staat: Het volk gaat zitten om te eten en te drinken, en zij staan op om plezier te maken.
29
1 Korinthe 10 8 En laten wij ook geen ontucht plegen, zoals sommigen van hen ontucht plegen, en er vallen op één dag drieëntwintigduizend.
30
1 Korinthe 10 9 En laten wij ook niet de Heer uitproberen, zoals sommigen van hen uitproberen, en zij kwamen om door de slangen.
31
1 Korinthe 10 10 En mor ook niet, net als sommigen van hen morren, en zij kwamen om door de uitroeier. 11 En al deze dingen overkomen hen typologisch, en het werd geschreven tot onze attendering, want de einden van de aeonen hebben ons bereikt.
32
1 Korinthe 10 10 En mor ook niet, net als sommigen van hen morren, en zij kwamen om door de uitroeier. 11 En al deze dingen overkomen hen typologisch, en het werd geschreven tot onze attendering, want de einden van de aeonen hebben ons bereikt.
33
1 Korinthe 10 12 Zodat: laat hij, die meent te staan, uitkijken, dat hij niet valt. 13 Geen beproeving heeft jullie genomen, behalve wat menselijk is. En God is trouw, die niet zal toelaten, dat jullie beproefd worden boven wat jullie vermogen, maar Hij zal samen met de beproeving ook de uitkomst maken, zodat jullie het kunnen doorstaan.
34
1 Korinthe 10 12 Zodat: laat hij, die meent te staan, uitkijken, dat hij niet valt. 13 Geen beproeving heeft jullie genomen, behalve wat menselijk is. En God is trouw, die niet zal toelaten, dat jullie beproefd worden boven wat jullie vermogen, maar Hij zal samen met de beproeving ook de uitkomst maken, zodat jullie het kunnen doorstaan.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.