Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdBruno Beckers Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
poreuze grenzen en de taak van de filosofie
Apollo & Dionysos poreuze grenzen en de taak van de filosofie door Rob van de Ven
2
De filosofie begon, toen Periander (587 BC) zei: meleta to pan (heb zorg om het geheel) en toen Plato (424 BC) vroeg naar de identiteit der dingen - wat verschillende dingen die onder één noemer vallen gemeen hebben. Een filosoof bekommert zich nooit om concrete dingen, case studies of specifieke gevallen, maar bezint zich enkel en alleen op de structurering van de wereld waarin hij leeft.
3
Apollo Dionysos twee Griekse goden:
God van de maat / controle / beheersing Het redelijke en het rationele Strikte afbakeningen Heldere onderscheidingen Het theoretische / conceptuele weten De afstandelijke beschouwing Dionysos God van de mateloosheid / roes / extase Het irrationele en de chaos Opheffing van alle tegenstellingen Vervaging van alle grenzen Ongedaan maken van alle bepalingen De directe ervaring
5
“Als het niet Dionysos was, voor wie zij een optocht hielden en een lied voor de phallus zongen, zou het een zeer schaamteloos optreden zijn. Maar Hades [de god van de dood en de onderwereld] en Dionysos, voor wie zij razen en tekeergaan zijn dezelfde.” (Heraclitus, fragment 15)
6
Alleen in de dood of het niet-zijn zijn alle tegenstellingen werkelijk opgeheven.
7
“Wanneer alles hetzelfde is en zonder meer in elkaar overgaat, heeft niets nog betekenis. Betekenis bestaat namelijk slechts op grond van veelvuldigheid en onderscheid. Het dionysische opheffen van elk verschil leidt uiteindelijk tot een totale ontbinding. Tegelijkertijd zijn de vaste tegenstellingen verstikkend. Voor het behoud van zin en betekenis is het dan ook evenzeer noodzakelijk deze tegenstellingen ongedaan te maken en ruimte te scheppen voor het andere dan de gevestigde orde. Dit geschiedt wanneer Dionysos verschijnt.” (IJsseling 1994, p. 16)
8
Apollo Dionysos wetenschap, kennis, verlichting
filosofie, afgrondelijk vragen, verzwaring
9
“De filosofie kan de goede grens niet trekken maar opent denkend elke grens die het kennen trekt.” (Berns 1998, p. 103)
10
Friedrich Nietzsche noemde zichzelf ‘de laatste discipel van Dionysos’.
Hij filosofeert met de hamer. Niet opbouwend, maar destructief. De filosofie trekt de bestaande orde in twijfel; laat haar uit elkaar vallen door een ander aspect te onthullen, dat niet bestendig, stabiel en vastomschreven is maar vreemd, ongrijpbaar en van de wijs brengend.
11
“De filosofie komt alleen op gang door een eigenaardige sprong van de eigen existentie in de grondmogelijkheden van het bestaan in z’n geheel. Beslissend voor deze sprong is: allereerst zichzelf loslaten in het Niets, dat wil zeggen vrij te worden van de afgoden die een ieder heeft en waarin hij pleegt te vluchten; ten slotte het zweven in het Niets uit te houden.” (Heidegger 1929, p. 45)
12
“De mens doet alsof hij de schepper en de meester van de taal is, terwijl zij toch de mens regeert. In werkelijkheid spreekt de taal. De mens spreekt eerst en alleen, voor zover hij aan de taal beantwoordt door haar toespraak te beluisteren.” (Heidegger 1950, p. 97)
13
“Kunnen vragen betekent: kunnen wachten, desnoods een heel leven.”
(Heidegger 1935, p. 157)
14
Hartelijk dank
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.