De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

W55: Lessen ontwerpen over duurzame ontwikkeling Zaterdag 13 januari 2018 10.45 - 12.00 uur Tom Toebes - Biologiedocent Fontys Leraren Opleiding Tilburg.

Verwante presentaties


Presentatie over: "W55: Lessen ontwerpen over duurzame ontwikkeling Zaterdag 13 januari 2018 10.45 - 12.00 uur Tom Toebes - Biologiedocent Fontys Leraren Opleiding Tilburg."— Transcript van de presentatie:

1 W55: Lessen ontwerpen over duurzame ontwikkeling Zaterdag 13 januari uur Tom Toebes - Biologiedocent Fontys Leraren Opleiding Tilburg (FLOT) Doelgroep: Docenten en Lesmateriaalontwikkelaars Aantal deelnemers: 18

2 Eerste editie ‘Lesgeven over duurzame ontwikkeling’ (2011)

3 Tweede editie ‘Lesgeven over duurzame ontwikkeling’ (2018)

4 Opzet tweede editie Doelen van het boek – de lerende kan:
Beargumenteren waarom hij of zij aandacht voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs wil besteden; Principes van systeemdenken toepassen; Vraagstukken vanuit verschillende ethische en filosofische perspectieven benaderen; Mogelijke oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken beoordelen; Didactische opvattingen ten aanzien van onderwijs over duurzame ontwikkeling in lessen toepassen.

5 Hoofdstukindeling Hoofdstuk 1 is inleidend. Hoofdstukken 2-4 vormen de kern: systeemdenken, multiperspectiefdenken en oplossingsgericht denken. Hoofdstuk 5 gaat over onderwijs ontwerpen in relatie tot duurzame ontwikkeling In hoofdstukken 2-4 is de opbouw als volgt: a) theorie; b) casus; c) werkvormen In alle hoofdstukken aan het einde van een paragraaf één opdracht, met drie deelopdrachten. Opdrachten zijn gericht op de volgende beheersingsniveaus: a) toepassen; b) analyseren; c) evalueren.

6 De samenhang in een systeem is vaak complex
Een duurzaamheidsvraagstuk kun je zien als een systeem, waarbinnen verschillende elementen met elkaar verbonden zijn en die invloed op elkaar uitoefenen.

7 Systeemdenken Grondige analyse is noodzakelijk als je wilt nadenken over duurzame oplossingen voor complexe vraagstukken Ook als je les gaat geven over duurzaamheidsvraagstukken, is het goed om grip te krijgen op die complexiteit Pas als je het gehele systeem van het vraagstuk overziet, kun je verantwoorde inhoudelijke en didactische keuzes maken voor je lessen Het analyseren van zo’n complex duurzaamheidsvraagstuk noemen we systeemdenken Hoe zien de relaties tussen variabelen binnen het vraagstuk eruit? En wat betekent het voor het systeem wanneer je een van die variabelen wijzigt of verwijdert? Alleen als je goed begrijpt hoe het systeem werkt, kun je komen tot duurzame oplossingen die daadwerkelijk een oplossing voor het probleem vormen. Hoe laat je leerlingen kennis maken met het complexe vraagstuk? Neem je alle oorzaken en gevolgen mee in je les of lessenreeks? Of ga je het vraagstuk voor je doelgroep iets simplificeren? Welke onderdelen van het vraagstuk laat je dan buiten beschouwing? Ook dat soort vragen kun je pas goed beantwoorden, als je zelf in staat bent om het geheel te analyseren.

8 Systeemdenken Bij onderwijs over duurzame ontwikkeling staan bij systeemdenken telkens de verbanden tussen variabelen in een duurzaamheidsvraagstuk centraal Om systeemdenken goed uit te kunnen voeren, moet je over de vaardigheid beschikken om een vraagstuk of probleem te kunnen analyseren Daarnaast moet je ook kennis hebben van de onderliggende variabelen en hun relaties Systeemdenken heeft dus zowel kennisdoelen als vaardigheidsdoelen in zich Ook al wordt er in diverse vakgebieden verschillend invulling gegeven aan systeemdenken, de kern ervan is steeds het begrijpen van de relaties tussen variabelen in een systeem, zonder het overzicht op het geheel te verliezen. Meer inzicht in een systeem zal iemand in staat stellen om betere oplossingen te bedenken en in te spelen op veranderende omstandigheden.

9 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.1 Theorie Signaleren: wat is het centrale probleem? Verklaren: Vier dimensies, globalisering, technologische ontwikkeling Relateren: oorzaken-gevolgen Structureren door schematiseren: presenteer de samenhang Controleren: wisselen van analyseniveau De analyse van het vraagstuk begint altijd met het signaleren van het centrale probleem. Duurzame ontwikkeling wordt hier gedefinieerd als “het versterken van het evenwichtig gebruik van hulpbronnen”. Volgens deze definitie staat in een duurzaamheidsvraagstuk altijd een hulpbron centraal. Bovendien zou die hulpbron evenwichtig gebruikt moeten worden. Evenwichtig gebruik impliceert dat menselijk handelen hieraan ten grondslag ligt. Bij het signaleren van het centrale probleem zoeken we daarom altijd naar een hulpbron én een menselijke activiteit. Samengevat kunnen we, in relatie tot het centrale probleem, twee zaken concluderen: een centraal probleem is altijd het knooppunt tussen oorzaken en gevolgen; in het centrale probleem staat altijd een hulpbron onder druk die onevenwichtig wordt gebruikt.

10 Overzicht hulpbronnen
Natuurlijke hulpbronnen Menselijke hulpbronnen Vernieuwbaar: bijv. water Sociaal: bijv. kennis Niet-vernieuwbaar: bijv. fossiele brandstoffen Politiek: bijv. macht Economisch: bijv. kapitaal

11 Mindmap over systeemdenken
Als hulpmiddel bij het signaleren van het centrale probleem in een duurzaamheidsvraagstuk, is het slim om je ideeën omtrent het systeem te verwerken in een visueel schema. Met een visueel schema kun je beter nadenken en leren. Je ziet in één oogopslag structuur in de informatie en je komt gemakkelijker op nieuwe ideeën. Dat komt doordat een visueel schema beter aansluit bij de werking van de hersenen dan een traditionele lineaire tekst. Je hersenen zijn namelijk visueel veel sterker. Bovendien kun je een visueel schema in alle richtingen uitbreiden, terwijl het geheel overzichtelijk blijft. Wanneer je nieuwe informatie vindt in een bron, kun je deze makkelijk toevoegen aan het schema. Er zijn veel verschillende manieren waarop je een visueel schema kunt maken. Voor definiëren van het centrale probleem zijn zogenoemde concept maps het meest geschikt. Mind map: centraal begrip Concept map: geen centraal begrip, maat wel snel duidelijk welke hulpbron zich op een knooppunt tussen oorzaken en gevolgen bevindt en daarmee het centrale probleem is. Als je zelf een concept map gaat maken, ga je als volgt te werk: 1. Schrijf alle begrippen over een onderwerp op die je maar te binnen schieten. 2. Rangschik ze van abstract naar concreet. 3. Groepeer samenhangende begrippen bij elkaar. 4. Noteer elk begrip in een cirkel op een groot vel papier. 5. Verbind de nabijgelegen cirkels met een lijn en bedenk bij elke lijn een uitspraak die de relatie tussen de beide begrippen aangeeft. In feite maak je steeds korte zinnen waarin je de twee concepten met elkaar verbindt.

12 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.1 Theorie Signaleren: wat is het centrale probleem? Verklaren: Vier dimensies, globalisering, technologische ontwikkeling Relateren: oorzaken-gevolgen Structureren door schematiseren: presenteer de samenhang Controleren: wisselen van analyseniveau Nu je het centrale probleem hebt gesignaleerd, vraag je je waarschijnlijk af wat dat centrale probleem veroorzaakt. Voor vrijwel alle duurzaamheidsvraagstukken geldt dat het vraagstuk vrijwel nooit uitsluitend een economisch, of milieuvraagstuk is. Duurzaamheidsvraagstukken kun je bekijken vanuit vier dimensies: politiek, economisch, sociaal-cultureel en natuurlijk. Door met deze vier verschillende brillen naar een vraagstuk te kijken, ben je ervan verzekerd dat je het vraagstuk vanuit alle invalshoeken hebt bekeken. En om een gedegen analyse van een vraagstuk te maken is dat noodzakelijk. Politieke dimensie: De politiek maakt wetten en wetsvoorstellen die verbieden of gebieden. Bij de analyse van een vraagstuk vanuit de politieke dimensie, stel je jezelf de vraag: Wie beslist hierover? Wie heeft hier de macht? De politiek kan zowel op lokale schaal actief zijn (denk aan een gemeentebestuur), maar ook provinciaal, landelijk en zelfs internationaal (Europese Unie of Verenigde Naties). De trend is de laatste jaren dat landelijke besturen steeds minder macht krijgen. Steeds meer beslissingen worden uitbesteed aan lagere overheden, zoals provincies en gemeentes. Aan de andere kant zie je dat nationale overheden steeds vaker moeten luisteren naar de uitspraken van internationale overheden zoals de EU of de VN. Economische dimensie: in de economische dimensie draait het om vraag en aanbod van producten en diensten. Analyseer je een vraagstuk vanuit de economische dimensie, dan kun je denken aan vragen als: welk product of dienst is schaars? Ofwel, waar is vraag naar? En ook: waar ter wereld heeft men behoefte aan dat product of die dienst? Anderzijds, stel je jezelf de vraag: wie verdient er aan dit product of aan deze dienst? Welk bedrijf en soms, welke overheid, verdient geld in dit vraagstuk? Wereldwijd zien we de laatste dertig jaar dat grote multinationale bedrijven (multinationals) een steeds grotere rol aannemen in de wereldhandel. Deze multinationals hebben in het verleden hun productie verplaatst naar onderaannemers in lagelonenlanden. Doordat zij niet direct in contact staan met de werknemers en het milieu ter plaatse, leek het lange tijd makkelijk voor deze bedrijven om zich af te keren van de schaduwzijde van het productieproces. Gelukkig zien we de laatste jaren steeds meer een trend ontstaan van bedrijven die zich verantwoordelijk voelen voor een groot deel van hun productieketen. Zo heeft de Brits-Nederlandse multinational Unilever zich tot doel gesteld naast groei van het bedrijf tegelijkertijd de impact op het milieu te willen verkleinen en zich in te zetten voor een positieve maatschappelijke impact. Sociaal-culturele dimensie: de sociaal-culturele dimensie gaat over het gedrag van mensen en culturele verschillen. Denk aan vragen als: in hoeverre wordt een vraagstuk veroorzaakt door het gedrag van mensen? Hoe gaan betrokken personen om met het vraagstuk? Ondergaan zij het lijdzaam of komen ze in protest? Hebben ze voldoende kennis en middelen om zich te verzetten of is er in hun leven weinig te kiezen? Zijn er cultuuruitingen die van invloed zijn op het vraagstuk? Een sleutelrol ligt in deze dimensie vaak weggelegd voor onderwijs of juist het gebrek daaraan. Je kunt je soms niet goed voorstellen dat mensen in een ander deel van de wereld anders op hetzelfde vraagstuk reageren dan jij, maar toch is dat het geval. En dat zie je zelfs al dichterbij huis. Op het gebied van kernenergie is er bijvoorbeeld een groot verschil met ons buurland Duitsland. Tegen kernenergie wordt in Nederland nauwelijks geprotesteerd. De Duitse regering, daarentegen, heeft na de kernramp in Fukushima in 2011 besloten om versneld alle kerncentrales in 2020 te sluiten. In tegenstelling tot Nederland, werden in Duitsland destijds massale demonstraties georganiseerd. Dat menselijke gedrag beïnvloedt vervolgens de besluitvorming van de politiek. Gedrag kan dus van invloed zijn op de politieke dimensie, maar ook op de economische dimensie, in de vorm van consumentengedrag bijvoorbeeld. Natuurlijke dimensie: voor de natuurlijke dimensie van een vraagstuk kijk je naar de specifieke omstandigheden van levende en niet-levende elementen in de natuur. Levende elementen zijn planten en dieren. Niet-levende elementen zijn de ondergrond, de wateromstandigheden en het klimaat. Je stelt vragen als: zijn er natuurlijke factoren waarom dit vraagstuk op deze plek op aarde zich voordoet? Welke rol spelen klimaat, ondergrond en water in het vraagstuk? Sommige duurzaamheidsvraagstukken hebben een heel duidelijke koppeling met de ondergrond. De winning van grondstoffen voor een mobiele telefoon is bijvoorbeeld heel duidelijk gekoppeld aan het voorkomen van ertsen op winbare diepte. En voor de winning van suiker of palmolie is een gunstig groeiklimaat randvoorwaardelijk. Daarnaast kan het ook voorkomen dat een vraagstuk nauwelijks tot geen natuurlijke oorzaken heeft. Eerder noemden we al het vraagstuk rond de kledingindustrie in Bangladesh. Dat vraagstuk is een typisch voorbeeld van een vraagstuk dat nauwelijks afhangt van ondergrond, klimaat of water. De reden dat de kledingindustrie in Bangladesh zit, heeft veel meer te maken met economische, politieke en sociaal-culturele redenen. Twee grote ontwikkelingen die een bijzondere plek verdienen bij het verklaren van het centrale probleem zijn globalisering en technologische ontwikkeling. Beide ontwikkelingen zijn mondiale verschijnselen die in vrijwel alle duurzaamheidsvraagstukken een rol spelen.

13 Storyline In het voorgaande hebben we geconstateerd dat een duurzaamheidsvraagstuk vaak meerdere oorzaken vanuit verschillende dimensies kent. Daarnaast kunnen globalisering en technologische ontwikkeling een rol spelen bij de oorzaken van een vraagstuk. Om wijs te worden uit deze veelheid aan oorzaken, kan het je helpen om het duurzaamheidsvraagstuk uit te werken in een storyline. Een storyline is een grafiek waarbij je veranderingen ten aanzien van een vraagstuk in de loop van de tijd inzichtelijk maakt. Op de verticale as van de grafiek staat de verandering ten aanzien van het vraagstuk en op de horizontale as het verloop in de tijd weergegeven. Het voordeel van deze manier van schematiseren is dat het op een chronologische manier in beeld brengt welke gebeurtenissen ten grondslag liggen aan een duurzaamheidsvraagstuk. Met een verhaallijn geef je feitelijk antwoord op de vraag wat de oorzaken zijn van een centraal probleem.

14 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.1 Theorie Signaleren: wat is het centrale probleem? Verklaren: Vier dimensies, globalisering, technologische ontwikkeling Relateren: oorzaken-gevolgen Structureren door schematiseren: presenteer de samenhang Controleren: wisselen van analyseniveau Inmiddels heb je als het goed is een vrij compleet beeld van het centrale probleem in het vraagstuk en welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Het vraagstuk zou geen vraagstuk zijn als deze oorzaken niet zouden leiden tot een of meerdere gevolgen. Die gevolgen kunnen zowel positief als negatief zijn. In dit boek delen we de negatieve gevolgen op in ongewenste overschotten en tekorten. De positieve gevolgen delen we op in gevolgen op de lange en gevolgen op de korte termijn. Het ontbreken van positieve gevolgen op de lange termijn is een verschijnsel dat bij veel duurzaamheidsvraagstukken aan de orde is. Veel overheden, bedrijven en particulieren worden aangetrokken door de (kleine) positieve gevolgen op de korte termijn, zonder na te denken over de consequenties op de lange termijn. Voor overheden speelt hierbij mee dat zij de successen van hun beleid willen vieren binnen hun ambtstermijn van enkele jaren. Een succes over pakweg twintig jaar, zal niet op hun conto terecht komen en is dus voor veel politiek leiders niet interessant. Tegelijkertijd zien we dat bij veel arme, kansrijke gezinnen de nood acuut is. Wanneer je te weinig geld hebt om je gezin te onderhouden, is het niet relevant wat de gevolgen over twintig jaar zijn, maar heb je direct een oplossing nodig. In veel ontwikkelingslanden zie je dat een gratis schoollunch voor veel ouders de voornaamste reden is dat zij hun kinderen naar school laten gaan. Dat onderwijs loont trekt niemand in twijfel, maar de gevolgen ervan zijn vaak pas na een paar jaar zichtbaar.

15 Causaal diagram van een negatieve feedbackloop
Als je zelf een causaal diagram gaat maken, ga je als volgt te werk: 1. Schrijf alle begrippen over een onderwerp op die je maar te binnen schieten; 2. Rangschik ze van abstract naar concreet; 3. Groepeer samenhangende begrippen bij elkaar; 4. Noteer elk begrip in een cirkel op een groot vel papier; 5. Verbind de nabijgelegen cirkels met een pijl en geef bij elke pijl aan of dit een versterkend (+) effect of een afzwakkend (-) effect is. Causale diagrammen kun je eenvoudig op papier maken, maar ook met online tools (

16 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.1 Theorie Signaleren: wat is het centrale probleem? Verklaren: Vier dimensies, globalisering, technologische ontwikkeling Relateren: oorzaken-gevolgen Structureren door schematiseren: presenteer de samenhang Controleren: wisselen van analyseniveau Wanneer je, door het verklaren van de oorzaken en deze te relateren aan de gevolgen, meer inzicht hebt gekregen in het duurzaamheidsvraagstuk, wordt het tijd om je bevindingen overzichtelijk samen te vatten. Zeker wanneer je het vraagstuk wilt gaan vertalen naar je lespraktijk, is het aan te raden om met een overzichtelijk schema te werken. We hebben eerder in dit hoofdstuk al verschillende manieren laten zien waarmee je dat kunt doen: met een simpele tabel, maar ook met een mind map / een concept map, een storyline en een causaal diagram. We willen nog twee andere manieren laten zien waarmee je een overzichtelijk schema van een duurzaamheidsvraagstuk kunt maken: het analyseschema en de systeemcirkel.

17 Analyse schema Centraal in het analyseschema verwoord je het centrale probleem dat je geformuleerd hebt. Dit bestaat altijd uit een handelingswerkwoord (‘onevenwichtig gebruik’) en een hulpbron (menselijk of natuurlijk). Aan de linkerkant in het schema zie je de oorzaken van het probleem. Deze zijn onderverdeeld in de vier dimensies: politiek, economisch, sociaal-cultureel en natuurlijk. Aan de rechterkant zie je de positieve en negatieve gevolgen, onderverdeeld in respectievelijk korte en lange termijn én ongewenste tekorten en overschotten. De belangrijkste oorzaken en gevolgen zijn op overzichtelijke wijze weergegeven. Zo zie je in een oogopslag dat er geen natuurlijke oorzaak is aan te wijzen voor dit duurzaamheidsvraagstuk. Door dit schema echter toe te passen, verzeker je jezelf ervan dat je het vraagstuk vanuit alle dimensies hebt geanalyseerd. Je hebt tenminste stil moeten staan bij de vraag: zijn er natuurlijke factoren van toepassing op dit vraagstuk? Daarnaast heb je zowel de positieve als de negatieve gevolgen van het vraagstuk betrokken in je analyse. Dit schema vormt daarmee een goede basis voor het behandelen van deze casus in je lespraktijk. Je hebt als leraar zelf het overzicht van de complexiteit van het vraagstuk, op basis waarvan je kunt bepalen welke elementen je in je les of projectopdracht aan bod wilt laten komen. Daarmee pas je twee belangrijke didactische vaardigheden toe: structuren en simplificeren.

18 Systeemcirkel Sommige duurzaamheidsvraagstukken zijn dermate complex, dat het analyseschema tekortschiet. Dat analyseschema is immers vrij lineair: een probleem kent een aantal oorzaken en leidt tot een aantal gevolgen. In werkelijkheid zien we vaak dat een gevolg tegelijkertijd een oorzaak kan zijn voor het probleem. En dat oorzaken elkaar onderling beïnvloeden. In het analyseschema is voor versterkende terugkoppelingsmechanismen geen ruimte. Een variant op het analyseschema is de systeemcirkel. In tegenstelling tot het analyseschema is er in een systeemcirkel wel ruimte om feedbacklussen op te nemen. De systeemcirkel is dus een uitgebreidere versie van een causaal diagram en een analyseschema. Je maakt in een systeemcirkel inzichtelijk welke gevolgen een zelfversterkend effect hebben en welke oorzaken zich op een sleutelpositie in het vraagstuk bevinden. Bovendien leent de systeemcirkel zich er ook uitstekend voor om mogelijke oplossingen te toetsen. Pakt een oplossing daadwerkelijk een oorzaak van het probleem aan? Of is het slechts een lapmiddel? Tenslotte maak je in een systeemcirkel inzichtelijk of er onbedoelde neveneffecten van een oplossing zijn. Centraal in de cirkel staat het centrale probleem. Aan de linkerkant van dit probleem zie je, verdeeld in de vier dimensies, de oorzaken van het probleem. De rechterkant van de cirkel bestaat uit de gevolgen. Ook hier zijn de gevolgen ingedeeld in positieve en negatieve gevolgen. Verder zien we dat globalisering en technologische ontwikkeling een aparte plek innemen in de systeemcirkel. Belangrijk is dat je ziet dat je in een systeemcirkel ook relaties kunt leggen van een gevolg naar een oorzaak. Door de systeemcirkel wordt de complexiteit van het systeem nog inzichtelijker.

19 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.1 Theorie Signaleren: wat is het centrale probleem? Verklaren: Vier dimensies, globalisering, technologische ontwikkeling Relateren: oorzaken-gevolgen Structureren door schematiseren: presenteer de samenhang Controleren: wisselen van analyseniveau De analyse van het duurzaamheidsvraagstuk is nu zo goed als afgerond. Je hebt het centrale probleem gedefinieerd, oorzaken en gevolgen in kaart gebracht en deze samengevat in een overzichtelijk schema. Om er zeker van te zijn dat je analyse compleet is, is het aan te raden om een controle op analyseniveau uit te voeren. Voor de meeste duurzaamheidsvraagstukken geldt immers dat ze niet alleen op lokale schaal spelen, maar vaak oorzaken en gevolgen hebben die landelijk en zelfs internationaal impact hebben. Door het vraagstuk nog eens op elk schaalniveau te doorlopen, weet je zeker dat je geen oorzaken of gevolgen gemist hebt. Wisselen van analyseniveau doe je door in en uit te zoomen. Geografen spreken daarbij van lokaal, landelijk en internationaal niveau. Economen noemen dat micro, meso en macro. Sociologen zullen het eerder hebben over het individu, de groep en de samenleving. In alle gevallen gaat het over het wisselen van analyseniveau. Wanneer je nalaat om te wisselen van analyseniveau, zou je wellicht het een of ander over het hoofd hebben gezien. Door in te zoomen op lokaal niveau, zie je meer en meer details. Door uit te zoomen op internationaal niveau, krijg je meer overzicht. Vervolgens zou het nuttig zijn om opnieuw in te zoomen op lokaal niveau. Het kan best zijn dat je ineens andere factoren ziet, die je eerst niet waren opgevallen. Het in- en uitzoomen naar analyseniveaus is daarom een handige controle voor de analyse van het duurzaamheidsvraagstuk.

20 Wisselen van analyseniveau
Sommige duurzaamheidsvraagstukken zijn dermate complex, dat het analyseschema tekortschiet. Dat analyseschema is immers vrij lineair: een probleem kent een aantal oorzaken en leidt tot een aantal gevolgen. In werkelijkheid zien we vaak dat een gevolg tegelijkertijd een oorzaak kan zijn voor het probleem. En dat oorzaken elkaar onderling beïnvloeden. In het analyseschema is voor versterkende terugkoppelingsmechanismen geen ruimte. Een variant op het analyseschema is de systeemcirkel. In tegenstelling tot het analyseschema is er in een systeemcirkel wel ruimte om feedbacklussen op te nemen. De systeemcirkel is dus een uitgebreidere versie van een causaal diagram en een analyseschema. Je maakt in een systeemcirkel inzichtelijk welke gevolgen een zelfversterkend effect hebben en welke oorzaken zich op een sleutelpositie in het vraagstuk bevinden. Bovendien leent de systeemcirkel zich er ook uitstekend voor om mogelijke oplossingen te toetsen. Pakt een oplossing daadwerkelijk een oorzaak van het probleem aan? Of is het slechts een lapmiddel? Tenslotte maak je in een systeemcirkel inzichtelijk of er onbedoelde neveneffecten van een oplossing zijn. Centraal in de cirkel staat het centrale probleem. Aan de linkerkant van dit probleem zie je, verdeeld in de vier dimensies, de oorzaken van het probleem. De rechterkant van de cirkel bestaat uit de gevolgen. Ook hier zijn de gevolgen ingedeeld in positieve en negatieve gevolgen. Verder zien we dat globalisering en technologische ontwikkeling een aparte plek innemen in de systeemcirkel. Belangrijk is dat je ziet dat je in een systeemcirkel ook relaties kunt leggen van een gevolg naar een oorzaak. Door de systeemcirkel wordt de complexiteit van het systeem nog inzichtelijker.

21 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.2 Casus Rozen in januari Bloementeelt in Kenia: wat is het probleem? Wat zijn de gevolgen? Waarom is dat daar zo? Internationale relaties Samenhangend systeem

22 Hoofdstuk 2 – De complexe werkelijkheid ontrafelen
2.3 Werkvormen Model van implicatiesamenhang: relatie tussen doel en werkvorm Puzzel Kaartjesspel Fotobeelden Opdracht met documentaire Mysterie Levend netwerk

23 Groepsopdracht workshop
Werk kort een voorbeeldcasus uit met jouw groepje: Signaleer het kernprobleem Welke dimensies spelen een rol? Relateer oorzaken en gevolgen Schematiseer de samenhang Wissel van niveau

24 Groepsopdracht workshop
Kies een relevante werkvorm met jouw groepje: Korte inleiding met kenmerken en waarom deze werkvorm? Hoe voer je dat uit / aandachtspunten? Wat heb je ervoor nodig?

25 Presentaties workshop en nabespreking
Vertel kort: Wat de casus is; De hoofdlijnen van de uitwerking; Voor welke werkvorm is gekozen en waarom.

26 Hartelijk dank voor uw aandacht!
Hopelijk bent u, na het oefenen met systeemdenken, beter in staat om ook met de andere twee denkwijzen (multiperspectiefdenken en oplossingsgericht denken) voor duurzaamheidonderwijs aan de slag te gaan in uw lessen! In de loop van dit voorjaar zal de tweede editie verschijnen…

27 Contactgegevens Naam: Tom Toebes Tel:


Download ppt "W55: Lessen ontwerpen over duurzame ontwikkeling Zaterdag 13 januari 2018 10.45 - 12.00 uur Tom Toebes - Biologiedocent Fontys Leraren Opleiding Tilburg."

Verwante presentaties


Ads door Google