Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJohan Cools Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Op weg naar een nieuw pensioencontract
Julia Adam – Beleidsadviseur Pensioenfederatie
2
Agenda Aanleiding nieuw FTK en nieuwe contracten Waar staan we nu?
Terug naar de basis Eén FTK voor alle contracten
3
Aanleiding nieuw FTK en nieuw contract
De huidige situatie leidt tot meer risico en hogere kosten Demografische schokken: Vergrijzing/ ontgroening Stijging in de levensverwachting Grotere afhankelijkheid van financiële markten Volatiele/ lage discontovoet Volatiele / lage rendementen
4
Herziening pensioencontract want..
Het huidige contract kan niet goed omgaan met demografische en financiële schokken; Het huidige contract is niet transparant over de risico’s; Pensioenen zijn niet gegarandeerd Onvolledige contracten Het huidige contract kent een toenemende spanning tussen premie, toezegging en de financiële positie van het fonds; Waarborg, ook voor toekomstige generaties, een adequate (waarde-, welvaartsvaste) pensioentoezegging; Stabiliteit voor werkgevers en werknemers Voorkom te snelle reactie op schokken in de financiële markt
5
Herziening FTK want... Het huidige FTK voldoet niet op een aantal punten: Te lage buffers; Dwingt tot dagkoersen volatiliteit! afrekenen op 31/12! Spagaat tussen nominale zekerheid en indexatie ambitie; Kan niet omgaan met schokken in levensverwachting.
6
Waar staan we nu? Hoofdlijnennota: één nieuw FTK voor twee verschillende soorten contracten
7
Waar staan we nu?
8
Waar staan we nu? Hoofdlijnennota (HLN) leidt tot nieuwe problemen:
Slechts keuze uit twee extremen: Minimale / géén indexatie-ambitie 100% prijs-ambitie Geen ruimte voor ‘gemiddelde’ pensioenambitie in dit nieuwe FTK. In HLN wordt verondersteld dat nominale contract voor ´zekerheid´ en het reële contract voor ´onzekerheid´ staat. Dit is niet logisch! Invaar-problematiek NB: Twee contracten was voor geen van de pensioenakkoord-partijen de inzet. Ook de Pensioenfederatie wil één FTK, waarin ruimte is voor alle overeengekomen ambities.
9
Terug naar de basis Wat was ook alweer het probleem:
Schijnzekerheid: pensioen is niet 100% zeker; Er wordt niet gestuurd op de zekerheid van de (nominale) uitkering, maar op de kans op een dekkingstekort; Spagaat: toezicht stuurt op nominale zekerheid, maar ambitie is inclusief indexatie; Financiële en demografische schokken kunnen onvoldoende worden opgevangen. NB : Voor een structureel houdbaar contract moet een nieuwe balans gevonden worden tussen ambitie, zekerheid, solidariteit en kosten.
10
Terug naar de basis Streven: een ‘fatsoenlijke’ oudedagsvoorziening (inkomensgerelateerd), met een ‘aanvaardbare’ onzekerheid. Sociale partners bepalen: De pensioenambitie, inclusief de daarbij behorende risico´s! De premie De deelnemer: Wil weten wat hij kan verwachten En wat de kans is op deze (geambieerde) toezegging NB: de deelnemer is alleen geïnteresseerd in de hoogte en in de mate van (on)zekerheid van zijn uitkering (nominaal en / of geïndexeerd). Daar moet je dan ook op sturen, én over communiceren!
11
Terug naar de basis De hoogte van de uitkering hangt af van:
De kosten van de pensioenuitvoering Demografische en financiele schokken (risico’s) Sturingselementen Ambitie Beleggingsbeleid (rendement) Premie
12
Terug naar de basis Toezicht: Wat je overeenkomt, moet je waarmaken!
Verenig de drie dimensies in één kader, dus toezicht op: Mate van ambitie Mate van zekerheid -> consistentie tussen deze drie + aantoonbaar Sturingsbeleid de toezegging kunnen waarmaken De sturing richt zich op de overeenkomst, dus ook op de overeengekomen onzekerheden. Dus niet op de dekkingsgraad, de buffers of op de kans op een dekkingstekort. Maak het toezicht ´ambitie-afhankelijk´ in plaats van ´risico-afhankelijk´. De risico´s maken immers onderdeel uit van de afgesproken ambitie.
13
Terug naar de basis Boodschappenlijst voor het nieuwe contract:
Het huidige contract is onzeker: maak die onzekerheid zichtbaar; Zorg voor erkenning van deze (noodzakelijke) onzekerheid (‘licence to take risk’); Stuur op wat je de deelnemer belooft (ambitie, incl. risico´s); Maak dat wat je de deelnemer belooft, ook waar; In het samenspel van premie – ambitie – beleggingsbeleid moeten sociale partners hun vrijheid behouden (zelfregulering door transparantie) Waarborg ‘gezonde’ solidariteit tussen generaties
14
Alle ambities toestaan
Randvoorwaarden: Alle ambitie-vormen moeten mogelijk zijn. Van nominaal (geen indexatieambitie) tot 100% loonambitie. Het daarbij behorende risico moet tevens gedefinieerd worden. Hierbij betekent een nominale ambitie niet automatisch ‘geen risico’ en een reële ambitie niet automatisch ‘veel risico’. NB: met risico bedoelen we hier het totale risico, dus niet alleen het beleggingsrisico. Het beleggingsbeleid is enkel één van de sturingselementen om de afgesproken ambitie te behalen. Reeds opgebouwde aanspraken moeten zonder problemen meegenomen kunnen worden. Voor de reeds opgebouwde aanspraken moet de kans op de materiële uitkomst in het nieuwe contract ten minste gelijk zijn aan de kans op de materiële uitkomst in het huidige contract. M.a.w: het nieuwe contract moet voor de reeds opgebouwde aanspraken ten minste evenveel zekerheid bieden als het huidige contract.
15
Alle ambities toestaan
Uitgangspunten: De dekkingsgraad is niet meer de enige graadmeter voor de financiële situatie van een fonds. Wat is de kans dat het fonds de afgesproken ambitie waarmaakt? De communicatie is cruciaal: wat kan de deelnemer verwachten? In hoeverre wordt de ambitie gehaald? En wat betekent dat voor de koopkracht? Alle ambities moeten mogelijk zijn: maar moeten ook alle risico’s toegestaan worden? Veel risico’s zijn een gegeven (inflatie-, langlevenrisico, etc.) Beleggingsrisico dient een doel en kun je tot een bepaalde hoogte zelf bepalen -> ‘hekken’ plaatsen om het beleggingsrisico in te perken?
16
Er moet nog veel worden uitgezocht
Zijn alle vormen van ambitie en risico’s toegestaan? Zo nee, hoe zien de ‘hekken’ daaromheen er dan uit? Ambitie-waaier? Risico-waaier? Welke sturingselementen zijn er, en hoe moeten deze worden ingezet? AFS, staffel, uitsmeerperiode, buffers, etc. (Indexatie-afhankelijk? Ambitie-afhankelijk?) Hoe waardeer je de verplichtingen, gegeven de ambitie en de overeengekomen risico’s? Hoe ziet een haalbaarheidstoets er uit? Wanneer stuur je bij als je te lang afwijkt van je oorspronkelijke ambitie (wat is het ‘geheugen’ van de toezegging)? Hoe bepaal je de kostendekkende premie?
17
Communicatie (voorbeeld)
Indexatie-ambitie = 0
18
Communicatie (voorbeeld)
Indexatie-ambitie = volledig prijs
19
Wetgever zet ondergrens op ‘slecht weer’ (voorbeeld)
Waarvan moet deze ondergrens afhankelijk zijn?
20
Discontovoet: indexatie-ambitie is leidend (voorbeeld)
Risicovrije curve (+ UFR) Indexatie-afslag: marktprijs voor de indexatie-ambitie Risico-opslag: hangt samen met de indexatie-ambitie, maar niet met de daadwerkelijke hoeveelheid beleggingsrisico die het fonds neemt. Geen indexatie-ambitie: discontovoet met een beperkte of geen (?) risico-opslag. Een indexatie-ambitie die gebaseerd is op prijsstijgingen: prijs-reële discontovoet. Index-ambitie die gebaseerd is op loonstijgingen: loon-reële discontovoet. Discussie: beter ambitie-afhankelijk, of risico-afhankelijk? (NB: risico zit in de ambitie)
21
Tekorten: indexatie-ambitie bepaalt de mogelijkheden (voorbeeld)
Via methode ‘dakpan’ Bij dekkingsgraad < 100% Bij volledige indexatie-ambitie: maximaal 10 jaar uitsmeren Bij geen of lage indexatie-ambitie: maximaal 3 jaar uitsmeren Let op generatie-effecten! Voor tekorten geldt dus een indexatie-ambitie-afhankelijke uitsmeerperiode. Discussie: beter ambitie-afhankelijk, of risico-afhankelijk? (NB: risico zit in de ambitie)
22
Overschotten: egalisatiereserve bepaalt de mogelijkheden (voorbeeld)
Bij dekkingsgraad = 100% Er wordt precies voldaan aan de ambitie Bij dekkingsgraad > 100% Overschotten uitdelen Hoe snel? Afhankelijk van egalisatiereserve, bijvoorbeeld: Reserve = 0%: max 1/10 van overschot uitdelen Reserve = 10%: max 1/7 van overschot uitdelen Reserve = 20%: max 1/5 van overschot uitdelen Etc. Voor overschotten geldt dus een reserve-afhankelijke uitdeelregel
23
Tot slot Niet alleen een reëel contract!
Niet alleen een nominaal contract! Maar alle ‘fatsoenlijke’ contracten!!!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.