De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?"— Transcript van de presentatie:

1 Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?
Hoofstuk 2 Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?

2 Paragraaf 2.1 Wat wil je kopen?

3 Behoeften 2 soorten behoeften Primaire behoeften (basisbehoeften)
Iedereen heeft allerlei behoeften, zo moet je iedere dag eten en drinken. Als je ziek bent heb je medicijnen nodig en heel veel mensen vinden hun mobiele telefoon belangrijk. 2 soorten behoeften Primaire behoeften (basisbehoeften) Secundaire behoeften (luxe behoeften) Eten, drinken Woonruimte Kleding Medische zorg Computer Vakantie Cosmetica Merkkleding

4 Behoeften zijn bij iedereen anders
Behoeften kunnen ook veranderen bij mensen, zo heb jij geen behoefte aan een rollator maar je oma waarschijnlijk wel. Andersom kan ook natuurlijk. Een smartphone is voor jongeren heel belangrijk maar voor de meeste ouderen niet. - levensfase - gezinssamenstelling - reclame - mode - status - klimaat - scholing - etc. - omgeving

5 Consumeren Om in je behoeften te voorzien kun je consumeren.
= het kopen van goederen en diensten om in je behoeften te voorzien. Iemand die consumeert noemen we een consument.

6 Zelfvoorziening Soms voorzie je zelf in een deel van je behoeften. Als je bijvoorbeeld zelf kleding maakt of je eigen groentetuin hebt. Dit heet dan zelfvoorziening.

7 Keuzes maken Niemand heeft genoeg middelen (geld/ tijd) om alles te kopen wat hij wil. Omdat goederen en diensten schaars zijn (je moet ervoor betalen), zul je dus moeten kiezen. Je moet prioriteiten stellen (= het belangrijkste eerst!).

8 Middelen Geld, tijd & bezittingen = middelen.
Hiermee kun je in je behoeften voorzien. Vb. dvd kijken je hebt nodig: geld om dvd te kopen of huren, tijd om ernaar te kijken en een dvd- recorder om hem af te spelen. Heb je veel middelen?  Kun je in veel behoeften voorzien  grote welvaart.

9 Welvaart / Welzijn

10 DOEN: Maak vraag 4 t/m 15 van hoofdstuk 2.1
Niet af ?  Huiswerk voor morgen. Herhalingsvragen nog niet goed nagekeken? Doe dit dan ook nog thuis! Snap je iets niet? Je mag me altijd mailen!

11 Nakijken: paragraaf 2.1 4 Meestal ouders/verzorgers. Eigen antwoord.
5 Primaire behoeften: medicijnen – water – woonhuis – jas. 6 Reep chocolade = luxe product. Brood = primaire behoefte: het is noodzakelijk. (Opmerking: in sommige culturen eet men geen brood, maar is rijst de primaire behoeften).

12 7. Foto 1: tv kijken = secundaire behoefte
7 Foto 1: tv kijken = secundaire behoefte. Foto 2: water drinken = primaire behoeften.  8 B 9 a Speelgoed, kinderwagens, kinderkleding, baby verzorginsproducten etc. b 5 tot 10 jaar later: auto, producten voor in een (eigen) huis, baby spullen etc. 10 Bijv. bellen  kapper  kleding. De persoon waarmee het meisje belt, vindt de kapper belangrijker voor haar. Daarom moet dat eerst. 11 Iemand van 10 jaar is een consument als hij geld heeft en zelf bepaald hoe het wordt uitgegeven. Vb. met eigen zakgeld cadeautje kopen voor vriendin.

13 12 Met geld kun je niet in al je behoeften voorzien, omdat behoeften zoals vriendschap, gezondheid en veiligheid niet met geld te koop zijn.   13 De man die in de moestuin werkt (zelfvoorziening), voorziet in primaire behoeften aan groeten en/of fruit. 14 1: middelen 2: primaire behoeften 3: secundaire behoeften 4: welvaart 15 a Eigen antwoord, bijv. je kunt niet alles kopen wat je zou willen, of je hebt niet voldoende tijd voor al je vrienden, hobby’s en huiswerk. b Bijv. Economie gaat over keuzes maken omdat je niet voldoende middelen hebt. c Eigen antwoord, bijv. ja, omdat je veel vrienden kunt hebben die je gelukkig maken.

14 Paragraaf 2.2 Wat kun je kopen?

15 Bestedingspatroon Schaars: te weinig tijd/ geld (= middelen).
 keuzes maken Jongeren besteden anders dan ouderen. Ze hebben een verschillend bestedingspatroon. Een bestedingspatroon geeft aan waar je je geld aan uitgeeft. Het NIBUD (Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting) is een instelling die onderzoek doet naar het bestedingspatroon van mensen.

16 Prijs - Kwaliteit De prijs en de kwaliteit van een product zijn belangrijk om te weten als je iets gaat kopen. Meestal is het zo dat een product met een hoge kwaliteit wat duurder is. Dit is echter niet altijd zo. Sommige goedkope producten kunnen ook goed zijn.

17 Beïnvloeding Koop jij wel eens iets omdat iemand anders zegt dat het leuk of goed of gaaf is? Sociale beïnvloeding: als vrienden of familie invloed hebben op jouw koopgedrag. Commerciële beïnvloeding: als reclame invloed heeft op je koopgedrag.

18 DOEN: Maak alle opgaven van paragraaf 2.2.
Schrijf alles netjes op in je schrift. Snap je iets niet? Vraag zachtjes je klasgenootjes om hulp. Begrijpen jullie het samen niet? Steek je vinger op en de docent komt helpen.


Download ppt "Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?"

Verwante presentaties


Ads door Google